Direct naar artikelinhoud
reportageAntisemitisme

Stichting Antisemitisme Preventie is nadrukkelijk niet-Joods omdat antisemitisme iederéén aangaat

Een nadrukkelijk niet-Joodse stichting hoopt de strijd tegen het antisemitisme te ontdoen van zijn ‘funeste’ politieke lading. Tijdens een koosjere maaltijd presenteert zij zichzelf.

Teus den Otter ontvangt gasten in het belaagde joodse restaurant HaCarmel.Beeld Marlena Waldthausen

‘Ik heb niets tegen Joden’, verzekert opperrabbijn Binyomin Jacobs. ‘Maar ik juich wel de komst toe van een niet-Joodse stichting die zich inzet voor de bestrijding van het antisemitisme in Nederland.’ Jacobs heeft de lachers op zijn hand tijdens het feestelijke maal waarvoor de Stichting Antisemitisme Preventie (SAP) vrienden en sympathisanten heeft uitgenodigd in Amsterdam.

Dat zijn mensen als Joël Voordewind, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie dat zich beijvert voor de verruiming van het kinderpardon, maar dat de oprichting van de SAP belangrijk genoeg vindt om er zijn werkzaamheden even – hij verliest zijn mobieltje geen moment uit het oog – voor te onderbreken. Predikant Orlando Bottenbley, een van de ondertekenaars van de Nashville-verklaring, komt er helemaal voor uit Drachten.

Tegenover Jacobs, aan een tafel met koosjere vleesgerechten, zit een Nederlandse jongen die in Duitsland naar het gymnasium gaat. Daar is antisemitisme een bron van aanhoudende zorg, zegt hij. Maar hij heeft de indruk dat het probleem in Nederland niet wordt onderkend. Om uiting te geven aan zijn zorg hierover, woont hij de oprichtingsbijeenkomst van de SAP bij.

Genoeg redenen

Plaats van handeling: restaurant HaCarmel aan de Amstelveense weg in Amsterdam. Een etablissement dat geregeld het doelwit is van pesterijen – en erger. Eind 2017 werden er de ruiten ingeslagen door een opgewonden Palestijn, die hiervoor tot een gevangenisstraf van 6 weken werd veroordeeld.

Dat incident staat niet op zichzelf, zegt Eric Vink, voorzitter van het driekoppige bestuur van de SAP. Van de naar schatting zo'n 40 duizend Joden in Nederland wordt zo’n 80 procent fysiek of op het internet met antisemitisme geconfronteerd. Zo’n 10 procent probeert op straat niet als Jood herkenbaar te zijn. In Europa zegt 90 procent van de Joden een toename van het antisemitisme te ervaren. Er zijn volgens Vink dus genoeg redenen voor de oprichting van een stichting die zich met de bestrijding van dit verschijnsel bezighoudt.

De directe aanleiding was de onverhoedse emigratie van een Joods gezin bij hem in de buurt. ‘Dat zij Joods waren, was een vage notie maar nooit een punt van grote opmerkzaamheid. Totdat zij zich, tijdens de terreurgolf in Europa rond 2016, zó onveilig voelden dat ze plotseling vertrokken. Het was nog crisis, dus ze moeten hun huis met verlies hebben verkocht. Voor mij, en veel buurtgenoten, was dat een grote schok: dat mensen zich in een aangeharkte woonwijk zó onveilig konden voelen.’

Zichtbaarheid

Wat hij en zijn stichting daaraan denken te kunnen doen? Ze zullen zich ervoor beijveren dat aard en omvang van antisemitisme in de statistieken zichtbaar worden. Nu wordt dat, tussen andere vormen van criminaliteit, niet apart geregistreerd. Daardoor verkeren veel mensen in de waan dat het wel meevalt met dat antisemitisme. Verder zou educatie over antisemitisme en de Holocaust vast verankerd moeten worden in het onderwijs, en zou er een nationaal coördinator antisemitismebestrijding moeten komen.

Tot dusver hebben vooral instellingen die aan het Jodendom of Israël zijn gelieerd zich hiervoor hard gemaakt, maar daardoor werd de bestrijding van het antisemitisme door velen waargenomen als een politiek thema. Een thema dat wordt getekend door onverzoenlijke tegenstellingen met betrekking tot Israël en het zionisme. ‘Een niet-Joodse stichting kan zich misschien makkelijker losmaken uit dit funeste krachtenspel’, zegt Vink.

Opperrabbijn Jacobs deelt die verwachting. Mensen worden niet als antisemiet geboren, zegt hij. Ook niet die jongens die hem op straat hatelijkheden toeroepen. ‘Dat blijkt als je die jongens zegt dat ze je veel verdriet hebben gedaan. Dan treedt het genezingsproces – want antisemitisme is een ziekte – ogenblikkelijk in.’ En als je eenmaal zover bent, kun je om elkaar lachen zoals Joden om zichzelf kunnen lachen. ‘In een sfeer van begrip kan de humor gedijen.’ Jacobs vertelt een paar moppen waarin Sam en Moos figureren. In een wereld waarin mensen om zichzelf en elkaar zouden kunnen lachen, zouden Sam en Moos ook Hassan en Mo kunnen heten. Of Henk en Ingrid.