VVD partij met meeste en de ernstigste integriteitsaffaires

De VVD blijft de partij met de meeste en de ernstigste integriteitsaffaires, zo blijkt uit de zesde Politieke Integriteits Index, het overzicht van alle politieke schandalen van het afgelopen jaar. Ook de PVV en lokale partijen hadden weer veel affaires. Wangedrag in de vrije tijd, zoals dronkenschap, fraude en foute tweets, blijft het grootste struikelblok in de Nederlandse politiek.

‘Ik word kapot gemaakt’, zei Jan van Cranenbroek, toen hij februari vorig jaar aftrad als wethouder en loco-burgemeester van Baarle-Nassau. De CDA’er was in opspraak geraakt omdat hij in de jaren ervoor reiskosten had gedeclareerd voor bezoekjes aan Budel. Kort daarvoor had burgemeester Marjon de Hoon-Veelenturf (ook CDA) adviesbureau Berenschot een onderzoek naar de declaraties laten instellen. Het ging slechts om zo’n 300 euro, maar volgens de burgemeester stond niet het bedrag maar het gedrag centraal, zo zei ze tegen BN De Stem: ‘Integriteit gaat boven alles.’ Van Cranenbroek stortte 152,04 euro terug, maar voelde zich zo in de steek gelaten door zijn collega-wethouders dat hij aftrad.

Een maand later kwam Berenschot met de resultaten van het integriteitsonderzoek. Vier van de vijf reisjes betroffen bezoekjes aan een familielid, dat hij bijstond als adviseur in een omgevingsprocedure. Hij had bovendien het mailadres van de gemeente gebruikt om de belangen van zijn familielid te vertegenwoordigen. Daardoor kon ‘de schijn van belangenverstrengeling’ ontstaan, volgens Berenschot.

‘Een beetje integer bestaat niet’, zei oud-minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales ooit al. De zaak Van Cranenbroek is een van de affaires op de Politieke Integriteitsindex 2018. Deze PI-index meet sinds 2013 hoeveel Nederlandse politici in opspraak komen door een integriteitskwestie, wat voor soort affaires dat zijn (zoals fraude, liegen, belangenverstrengeling, wangedrag), waar ze zich afspelen en bij welke partijen. De index verschijnt dit jaar voor het eerst in de Volkskrant, voorheen stond deze in Vrij Nederland.

expanded Wat is de Politieke Integriteitsindex ?

Foto Eddo Hartmann

Politieke integriteitsschandalen zijn dagelijks in binnen- en buitenland in het nieuws. Nederland doet het in vergelijking met andere landen behoorlijk netjes (we staan op een keurige achtste plek in de wereldwijde Corruption Perceptions Index van Transparency International), maar dat betekent niet dat we brandschoon zijn. Buitenlandse waarnemers wijzen er al jaren op dat de Eerste en Tweede Kamer geen gedragsregels voor zichzelf hebben opgesteld. Beide Kamers weigeren dat van oudsher principieel: zij vinden dat politici zichzelf en elkaar scherp moeten houden.

Maart vorig jaar publiceerde Greco (Groupe d’États contre la corruption), de corruptiewaakhond van de Raad van Europa, het zoveelste kritische rapport over het Nederlandse parlement. Greco concludeert dat er nog steeds geen plannen zijn om integriteitsregels op te leggen en te handhaven, en noemt dat ‘betreurenswaardig’, wegens een recent voorbeeld: het appartement dat Alexander Pechtold cadeau kreeg van een Canadese diplomaat, maar dat hij niet meldde op de geschenkenlijst. Formeel hoefde dat niet en dat is precies het probleem. Zolang er geen duidelijke regels zijn, kunnen politici dus zelf bepalen welke belangen ze wel en niet melden – en daar komen elke keer weer problemen van.

Integriteitsschendingen schaden overal ter wereld het vertrouwen van burgers in de politiek. Uit Braziliaans onderzoek is bekend dat burgemeesters na een corruptieschandaal hun kansen op een herverkiezingen met 17 procent zien slinken. Uit Spaanse cijfers blijkt dat een schandaal op lokaal niveau een partij bij de volgende verkiezingen tot 6 procent van de stemmen kan kosten.

Voor Nederland was zo’n analyse nog niet gemaakt. Maar uit nog niet gepubliceerd onderzoek van de Groningse promovendus Harm Rienks, mede gebaseerd op de data uit de PI-index, blijkt dat lokale partijen die in de raadsperiode voorafgaand aan de verkiezingen in opspraak raken, gemiddeld circa 10 procent minder raadszetels weten te bemachtigen dan partijen zonder integriteitsovertreding.

De VVD komt al zes jaar op rij, sinds de start van de PI-index, als ‘winnaar’ uit de bus met de meeste affaires. Ook in 2018 veroorzaakte de partij, met een totaal van twaalf, weer de meeste én de ernstigste schandalen. De partij verloor minister Halbe Zijlstra na een leugen, Kamerlid Han ten Broeke wegens ‘een ongelijkwaardige relatie’ en de burgemeesters Stefan Huisman en Fons Hertog wegens wangedrag. Daarnaast ging een aantal VVD-raadsleden en wethouders de mist in.

De PVV kampte met zes affaires, de PvdA en D66 beide met vijf. De bekendste PvdA-zaak was die rond Marleen Barth, die moest aftreden als Eerste Kamerlid omdat ze een lagere huur had proberen te bedingen voor de ambtswoning van haar partner, de ex-burgemeester van Wassenaar, D66’er Jan Hoekema. D66 werd nog steeds achtervolgd door het ‘penthouse’ van Alexander Pechtold.

Bij de andere landelijke partijen speelden weinig kwesties. Bij GroenLinks moesten Kamerlid Rik Grashoff en partijvoorzitter Marjolein Meijer opstappen omdat ze een relatie hadden, maar die voor hun partijgenoten hadden verzwegen – een overtreding van de interne partijregels. De lokale partijen veroorzaakten samen de meeste affaires: zestien bij elkaar. Dat leverde een totaal op van 52 affaires, een stijging ten opzichte van de 39 zaken in 2017 en de 47 van 2016.

De belangrijkste verklaring voor die toename zijn de gemeenteraadsverkiezingen, die een rijke oogst aan schandalen en schandaaltjes opleverden. Zo kwamen er maar liefst negen kandidaat-raadsleden in de problemen. Mensen die voorheen een rustig leventje leidden, stonden ineens in de publieke belangstelling, waarbij ook hun CV onder een vergrootglas kwam te liggen. Zo werd ten onrechte gesuggereerd dat Cailin Kuit, kandidaat-raadslid voor BIJ1 in Amsterdam, psychiater was. Hoewel haar lijsttrekker, Sylvana Simons, dat verhaal nog een tijdje tegen beter weten in probeerde te negeren, werd het verzinsel al snel onhoudbaar en moest Kuit zich terugtrekken.

Uit de PI-index 2018 komt een aantal duidelijke patronen naar voren: de meeste integriteitsschendingen kwamen voor in de vrije tijd, diverse politici maakten verbale uitglijders of struikelden over verstrengelde belangen, de PVV had relatief veel affaires te verstouwen, en de VVD kreeg wederom de meeste kruisjes achter haar naam.

Foto Eddo Hartmann

1. Wangedrag in de vrije tijd: drank, drugs en fraude

Van alle soorten integriteitsschendingen – zoals corruptie, misbruik van informatie en fraude – vormt wangedrag in de vrije tijd al sinds het begin van de PI-index de grootste categorie, met dit jaar 23 affaires. Dat is in zekere zin geruststellend: als Nederlandse politici ethische grenzen overschrijden doen ze dat dus vaak niet als politicus in functie binnen het openbaar bestuur, maar als privépersoon. Vaak gaat het om omstreden tweets (zie ook: Verbale uitglijders), seksueel wangedrag of om drankgebruik. Zo moest Gé Wagemakers aftreden als VVD-wethouder in Oss vanwege zijn ‘bourgondische levensstijl’, hoewel hij zelf tegen Omroep Brabant volhield dat hij niet te veel dronk.

Soms komt er ook strafrecht bij kijken. Erwin Duursma, raadslid voor D66 in Tietjerksteradeel, werd in november gearresteerd omdat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij drugshandel. Na zijn vrijlating vertelde hij tegen de Leeuwarder Courant dat hij bevriend is met Hells Angels, maar dat hij onschuldig is.

Anneke van der Veer, raadslid voor Politiek Sterk in Haarlemmermeer, werd in maart 2018 gearresteerd wegens betrokkenheid bij een fraudezaak, waarbij geld via de rekening van haar bedrijf was weggesluisd. Een jaar daarvoor was ze al in verband gebracht met een andere fraudezaak.

Jeroen Brandes stapte in maart plotseling op als PvdA-wethouder in Amstelveen, toen bleek dat hij seksueel getinte chatgesprekken met een 16-jarig meisje had gevoerd.

Halim el Madkouri was in 2014 al in opspraak gekomen als PvdA-raadslid in Culemborg, omdat hij verdacht werd van fraude met subsidies voor anti-jihadprojecten. Hij werd daarvoor in juni 2018 veroordeeld tot 100 uur taakstraf en een boete van 10.000 euro, plus terugbetaling van 30.000 euro.

In Dongen verliet Rob Huijben het CDA om zijn eigen lokale partij op te zetten. Zijn positie bij de christen-democraten was onhoudbaar geworden toen uit politieonderzoek bleek dat hij ernstige bedreigingen aan zijn adres zelf had verzonnen. De grens tussen werk en privé is in dergelijke zaken lastig te trekken: verzon hij die bedreigingen als privépersoon of als politicus?

2. Verbale uitglijders

Het meest bizarre vertrek van 2018 staat op naam van Tjeerd Herrema. Op maandagavond 4 juni om elf uur kreeg Marcel Beijer, journalist bij Almere Deze Week, een telefoontje van deze Almeerse PvdA-wethouder. Hij nam op, zei ‘Hallo Tjeerd’ en hoorde daarna alleen nog maar gehijg, zo vertelde Beijer later aan Het Parool. Herrema had de journalist al eerder een mysterieus berichtje gestuurd, dat volgens Beijer seksueel getint was. Volgens Herrema was het één groot misverstand en had Beijer per ongeluk een broekzakgesprek gehoord terwijl hij op de wc zat. Hoe dan ook, de collega-wethouders bleken weinig vertrouwen meer in Herrema te hebben, waarna hij opstapte.

René van der Goot moest aftreden als Statenlid voor de PvdA in Groningen nadat hij PVV’ers in een tweet met nazi’s had vergeleken. Steven van der Heijden trok zich terug als kandidaat-raadslid voor D66 in Best toen bekend werd dat hij een raadslid van Leefbaar Etten-Leur een app had gestuurd, met een gefotoshopte afbeelding van hem op zijn knieën in een oranje overall en daarachter een IS-strijder.

Foto Eddo Hartmann

Criteria voor opname in de Politieke Integriteits-index 2018

  • Het gaat om gekozen (of benoemde) Nederlandse politici die een functie hebben of hadden (of daarvoor kandidaat waren) bij gemeente, provincie, rijk, een Europese of internationale instelling of met een relevante (bestuurs)functie in een politieke partij.
  • Bij integriteitsaffaires gaat het om het overtreden van geldende morele waarden, normen en regels. De integriteit van de betrokkene is in het geding, wordt ter discussie gesteld, het gaat om (mogelijke) integriteitsschendingen. Andere politieke affaires, zoals bij budgetoverschrijdingen of verbroken verkiezingsbeloften, vallen er buiten.
  • Het gaat om een publieke affaire die ‘de pers’ heeft gehaald. Het jaar waarin de affaire publiek wordt via de media is het jaar waarin de affaire in de index terechtkomt (niet het jaar waarin de feiten zich voordeden).
  • De betrokken politicus is wegens de affaire afgetreden en/of bestraft (formeel of informeel, bijvoorbeeld blijkend uit excuses, erkenning van schuld, terugbetaling). Ook als een politicus de affaire heeft ‘overleefd’ kan de zaak in de lijst worden genoemd, maar alleen als de feiten vaststaan of uit geloofwaardige bron komen, ze voldoende ernstig zijn en in de publiciteit tot serieuze vraagtekens over iemands integriteit hebben geleid. Dit betekent dus niet dat als iemand op de lijst staat er automatische sprake is van een integriteitsschending, noch dat er een gedragsregel is overschreden.
  • De volgende typen integriteitsschendingen worden onderscheiden: corruptie (omkoping, favoritisme); fraude of diefstal; dubieuze giften; onverenigbare functies; misbruik van bevoegdheden; misbruik van informatie; ongewenste omgangsvormen en bejegening (in functie); wanprestatie en verspilling; wangedrag in de privésfeer. Deze indeling is ontleend aan werk van de VU-onderzoeksgroep Quality of Governance.

3.Belangenverstrengeling

Dat de Eerste en Tweede Kamer geen gedragsregels voor zichzelf hebben opgesteld, levert geregeld problemen op. Niet alleen bij ontvangen geschenken (zie het appartement van Alexander Pechtold) maar ook bij nevenfuncties. In 2015 al moest Loek Hermans (VVD) aftreden wegens zijn rol in het faillissement van Meavita. Afgelopen jaar kwam partijgenoot Anne-Wil Duthler (VVD) in opspraak omdat haar eigen adviesbureau had geadviseerd over wetgeving waar ze zelf als Eerste Kamerlid over had meegestemd. Op de lijst van nevenfuncties (die er pas kwam na Europese druk) had Duthler dit tegenstrijdige belang niet gemeld. Groenlinks-Kamerlid Liesbeth van Tongeren moest een nevenfunctie opgeven bij een bedrijf dat techniek ontwikkelt om telefoongebruik in het verkeer te blokkeren; een onderwerp dat ze ook als Kamerlid in portefeuille heeft. Een andere vorm van belangenverstrengeling deed zich voor bij Marleen Barth (PvdA). Zij moest opstappen als senator omdat ze probeerde af te dingen op de huur van de burgemeesterswoning van haar man, Jan Hoekema.

4. PVV screent kandidaten nog steeds onvoldoende

De PVV zag zich in 2018 geconfronteerd met zes schandalen, opvallend veel voor een partij die slechts in een beperkt aantal gemeenten meedeed aan de raadsverkiezingen. Het deed denken aan het onstuimige jaar 2010, toen de partij 24 zetels haalde en verschillende Kamerleden in opspraak raakten – denk aan Eric Lucassen (‘brievenbuspisser’), Marcial Hernandez (vechtpartij) en James Sharpe (‘pornobaron’). Daarna kreeg partijleider Wilders de zaak beter onder controle door scherpere screening en nam het aantal affaires af. Maar toen de PVV aankondigde in zestig gemeenten (het werden er bij gebrek aan goede kandidaten dertig) mee te doen aan de verkiezingen herleefden alle oude problemen rond de screening. Daar kregen we eind december 2017 een voorproefje van toen Geert Wilders Géza Hegedüs, de lijsttrekker van de PVV in Rotterdam, al één dag na zijn feestelijke lancering moest lozen omdat Hegedüs racistische uitspraken had gedaan en een bewonderaar bleek te zijn van Holocaust-ontkenner David Irving. ‘Als we dit hadden geweten dan was de heer Hegedüs nooit op de lijst gezet’, liet Wilders weten.

Daar bleef het niet bij. Zo moest Tom Kuilder aftreden als fractievoorzitter in Emmen na tweets over het neonazistische Stormfront. Emil Smeding kon vertrekken als raadslid in Delfzijl nadat hij op Facebook had geschreven dat een brand in het AZC in Ter Apel met benzine moest worden geblust. Koert Calkhoven moest opstappen als lijsttrekker in Zaanstad, toen bekend werd dat hij in 2016 ontslagen was bij de politie wegens het langdurig stalken van een vrouw.

Veel van die affaires hadden voorkomen kunnen worden als de PVV beter had gezocht naar eerdere uitlatingen van kandidaten op sociale media, zoals Facebook en Twitter, door referenties te vragen of door scherper door te vragen tijdens sollicitatiegesprekken. Waarom dat niet is gebeurd, is en blijft een raadsel. Wilders reageert namelijk nooit inhoudelijk op integriteitskwesties – zelfs niet toen zijn woordvoerder Michael Heemels in 2017 veroordeeld werd wegens diefstal uit de kas van de Limburgse Statenfractie.

Foto Eddo Hartmann

5. De voortdurende problemen bij de VVD

De VVD heeft al sinds de eerste PII, in 2013, ieder jaar de meeste affaires. Het jaar 2018 was met twaalf affaires geen uitzondering. Daarbij waren het ook zware zaken, die vaak uitgebreid in het nieuws kwamen. De VVD verloor een minister na liegen (Halbe Zijlstra), twee burgemeesters door wangedrag (Fons Hertog wegens ‘grensoverschrijdend gedrag’ tegenover ambtenaren en Stefan Huisman wegens overmatig alcoholgebruik op een borrel, terwijl hij piketdienst had) en een Kamerlid door een ‘ongelijkwaardige relatie’ (Han ten Broeke). En dan was er nog zittend Kamerlid Wybren van Haga dat al sinds vorig jaar in opspraak is omdat hij als huisbaas huurregels overtreedt.

Ook over de gehele looptijd van de PII, van 1980 tot 2018, staat de VVD met 131 affaires bovenaan, ver boven de aantallen van de andere grote partijen: 80 bij de PvdA en 90 bij het CDA. De VVD heeft zich in het verleden vaak verzet tegen het beeld dat de partij niet integer zou zijn. Zo suggereerde Edith Schippers, toen nog minister van Volksgezondheid, in 2015 in De Telegraaf dat het geen toeval was dat er vlak voor de verkiezingen ineens schandalen rond partijgenoten in de publiciteit kwamen: ‘Er zit ergens een kracht achter.’

In 2017 nog wuifde Annemarie Jorritsma de onthullingen van Follow the Money over de zakelijke deals van partijvoorzitter Henry Keizer luchtigjes weg. Keizer was ‘integer’ en FTM had ‘een oppervlakkig onderzoek’ gedaan. Inmiddels is Keizer afgetreden, is de FIOD een onderzoek begonnen en heeft Keizer alvast een naheffing van 12 miljoen euro gekregen voor de deal met uitvaartbedrijf De Facultatieve. Het gebagatelliseer is verstomd.

Het valt moeilijk meer te ontkennen dat de VVD écht meer affaires veroorzaakt, dat ze vaak ook ernstiger zijn dan bij andere partijen en dat het een hardnekkig probleem betreft. Sinds 2008 zijn er maar liefst 29 VVD’ers met het strafrecht in aanraking gekomen, onder wie drie in 2018. Mitchell van der Koelen, kandidaat-raadslid in Almere, wordt verdacht van het hacken van computers en verspreiden van porno. Anita Dikken, kandidaat in Deventer, kreeg 60 uur werkstraf wegens mishandeling. Beiden hebben zich teruggetrokken. Paul Hannink, raadslid voor Gemeentebelangen/VVD in Tubbergen, wordt vervolgd wegens mestfraude.

Dat de VVD een serieus probleem heeft, begint intern ook door te dringen. Het meest recente nummer van Liberale Reflecties, het blad van de denktank van de VVD, besteedt uitgebreid aandacht aan integriteit. Er leeft een ‘breed ongenoegen’ onder veel VVD-bestuurders, schreef de liberaal Koen Schuiling, burgemeester van Den Helder, half januari in een opiniestuk in NRC: ‘Laat ik proberen de rode draad in de brede kritiek te formuleren. Het begint met schaamte voor de vele integriteitskwesties. Dat die mogelijk waren en er zelfs bij de selectie van huidige Kamerleden niet uitgefilterd werden, is onbegrijpelijk. Eén incident kan. Maar deze reeks is een blinde vlek en een gebrek aan moreel besef bij mensen die de top van de partij hebben kunnen bereiken.’

Omstreden is nog geen integriteitsschending

Naast uitlatingen die overduidelijk over de schreef gaan, omdat ze bijvoorbeeld nazistisch zijn of een doodsbedreiging, zijn de samenstellers van de PI-index terughoudend met het kwalificeren van omstreden uitspraken als een integriteitsschending en zodoende op te nemen op de PII. Er ontstond bijvoorbeeld veel ophef over de uitspraken die VVD-minister Stef Blok in juli deed over de multiculturele samenleving, maar dat maakt het nog niet tot een integriteitskwestie. Ook de aangiftes tegen Mark Rutte en Kajsa Ollongren zijn bewust niet opgenomen als integriteitsschending.

Er is de laatste jaren, ook in de lokale politiek, een trend te zien dat politici publiekelijk aankondigen aangifte te zullen doen tegen politieke tegenstanders. Het komt vervolgens nooit tot vervolging omdat in Nederland een ruime vrijheid van meningsuiting bestaat – bovendien hebben politie en OM er nauwelijks tijd voor.

De hoofdofficier van justitie in Den Haag, Bart Nieuwenhuizen, schreef in februari vorig jaar in een column dat ‘belletjetrekkers, activisten en dwarszitters’ onnodig aangifte doen, ‘niet omdat ze willen dat er recht wordt gedaan, maar omdat ze aandacht willen. In de hoop dat de media erop springen, dat er praatprogramma’s zijn die hen uitnodigen, dat er over geschreven wordt, dat er op sociale media aandacht aan wordt besteed.’ Hij noemde geen namen, maar zijn column volgde wel kort op de aangifte die Geert Wilders deed tegen premier Rutte wegens het voortrekken van immigranten en van Thierry Baudet tegen Kajsa Ollengren wegens laster. Beide aangiftes zijn geseponeerd, maar kostten wel veel tijd. Het advies van officier Nieuwenhuizen: ‘Wil je activisme plegen, schrijf een opiniestuk, begin een debat, stuur een ingezonden stuk naar de krant. Maar doe geen aangifte, alleen maar omdat je aandacht wil. Laten we het strafrecht vooral blijven inzetten voor échte problemen.’

Een analyse van het probleem is te vinden bij Frank de Grave. Deze partijprominent wijdt er in Grote jongen zijn – het boek waarin hij samen met journalist Jan Tromp terugblikt op zijn politieke loopbaan – een heel hoofdstuk aan, onder de veelzeggende kop: ‘Hoe het komt dat de VVD op het gebied van integriteit zo vaak het spoor bijster is.’ De Grave geeft drie verklaringen. Toen het CDA de grootste partij was, zaten daar ook de meeste schandalen. Nu is dat de VVD. ‘Waar macht en ronkend zelfvertrouwen samenkomen, gaan dingen mis’, stelt De Grave.

Dit argument wordt vaker gebruikt als verklaring, maar het beeld dat de VVD de grootste partij is gaat alleen op voor Haagse politici, dus Kamerleden en bewindslieden. Het CDA heeft meer burgemeesters, wethouders en raadsleden dan de VVD – en aanzienlijk minder schandalen.

De andere factoren die De Grave noemt snijden meer hout. De sterke banden met het bedrijfsleven maken de partij kwetsbaar: ‘De VVD en het grote geld zijn bloedbroeders. De cultuur op dit punt is in de VVD wat minder scherp afgesteld. (…) Als je je leven lang in het bedrijfsleven hebt gewerkt met de relatief losse waarden en normen die daar bestaan, dan is het ook weer niet zo vreemd dat je de regels wat ruimer neemt dan elders misschien gebruikelijk is.’

Ten derde zijn VVD’ers doeners, zegt De Grave. ‘Daardoor komen ze vaak terecht op portefeuilles die gevoelig zijn voor belangenverstrengeling. Ze zitten op Economische Zaken en Financiën, ze doen projectontwikkeling, ze hebben infrastructuur in hun portefeuille, ze hebben kortom wat te besteden. Dat maakt de risico’s groter.’ Dat klopt: volgens cijfers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn de portefeuilles Financiën en Economische Zaken in 26 procent van de gemeenten in handen van de VVD, terwijl van alle wethouders slechts 16 procent VVD’er is. Die risicovolle portefeuilles vereisen scherpe en onafhankelijke controles, maar, zo stelt De Grave: ‘Het moet gezegd worden dat wij daar als VVD niet altijd even goed in zijn. (…) Zo van: het is er een van ons, dat zit wel goed. We zijn geen scherpslijpers. We zijn er af en toe te makkelijk in.’

Daarmee heeft De Grave de kern van veel integriteitsaffaires bij zijn partij wel te pakken. Vaak gaat het om vastgoed (Denk aan Jos van Rey, Ton Hooijmaijers, Wybren van Haga, Henry Keizer) en vaak krijgen daadkrachtige persoonlijkheden te weinig interne tegenspraak. Bij het bedrijf van Henry Keizer, De Facultatieve, zaten twee partijgenoten in de raad van commissarissen: Loek Hermans en Anne-Wil Duthler. Hetzelfde duo zat in de raad van toezicht van het COA, waar partijgenoot Nurten Albayrak als topambtenaar moest aftreden wegens gesjoemel met de dienstauto en daar ook later strafrechtelijk voor veroordeeld werd. Het is de ‘blinde vlek’ aan de top waar burgemeester Koen Schuiling het over heeft.

De samenstellers van de PI-index hebben geprobeerd zo compleet mogelijk te zijn, maar kunnen niet uitsluiten dat een lokale affaire over het hoofd is gezien.

Met dank aan Sytze de Boer en Sanne-Minouk van den Broek.

Verbetering: in een eerdere versie van dit stuk stond dat dit de zevende Politieke Integriteits Index is die verschijnt. Dat is onjuist, dit is de zesde keer dat de index is gemaakt.