Direct naar artikelinhoud
nieuwsStaat van de Unie

Staat van de Unie: Nederland niet ‘second’, maar na Duitsland en Frankrijk nummer 3 van Europa

Het kabinet maakt zich op voor een diplomatiek offensief om een zwaarder stempel te zetten op de koers van de Europese Unie. Het zet vol in op het smeden van nieuwe coalities in Brussel, mede door uitbreiding van de ambassades in EU-landen en toekomstige lidstaten. Premier Rutte en de ministers Blok (Buitenlandse Zaken) en Hoekstra (Financiën) bezoeken actief talloze Europese hoofdsteden om Nederland als de nummer drie van Europa – na Duitsland en Frankrijk – te positioneren.

Minister-president Mark Rutte ontvangt bondskanselier Angela Merkel.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Nederland betreurt het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU op 29 maart maar grijpt tegelijk de kansen die het biedt. ‘Meer dan in het verleden zal een beroep worden gedaan op het Nederlandse vermogen verbindend en beweeglijk te opereren’, schrijft Blok in de Staat van de Unie, de jaarlijkse ‘Troonrede’ over de EU die vrijdag naar de Tweede Kamer werd verstuurd. ‘Onze uitgangspositie daarvoor is goed. Nederland wordt in het bijzonder door Duitsland en Frankrijk gezien als een serieuze gesprekspartner.’ Daarnaast liggen grotere lidstaten als Polen en Italië in de clinch met Brussel en is Spanje vooral met binnenlandse politiek bezig.

Het kabinet schrijft dat er alle aanleiding is de diplomatieke registers in Brussel open te trekken. Niet alleen verdwijnt Londen uit de Brusselse vergaderzalen, in 2019 wordt het Europees Parlement vernieuwd (verkiezingen op 23 mei), komt er een nieuwe Europese Commissie, een andere EU-president, wordt de volgende Europese meerjarenbegroting (2021-2027) in de steigers gezet en bepalen de regeringsleiders met een ‘strategische agenda’ de toekomst van de EU voor komende vijf jaar. Tijdig handelen is vereist, vindt het kabinet. ‘Hoe imperfect de EU soms ook kan zijn, het alternatief van geen EU biedt geen perspectief’, aldus Blok.

Geopolitieke machtsdans

De EU staat onder druk, analyseert het kabinet. De eurocrisis mag overwonnen zijn en de migratiestroom fors ingedamd, de Unie wordt van buiten en binnen bedreigd. Rusland en China gedragen zich agressiever en de relatie met de ‘onontbeerlijke bondgenoot’ VS, wordt steeds minder voorspelbaar. In deze geopolitieke machtsdans is alleen een sterke EU een geloofwaardige partner.

Van binnenuit is het niet alleen de Brexit die de EU op de proef stelt. De Unie kent ‘leiders die liever verdeeldheid zaaien dan bruggen bouwen’, zegt het kabinet, zonder de verantwoordelijken in Polen, Hongarije en Roemenië bij naam te noemen. ‘Gezamenlijke waarden, in essentie de rechtsstaat, democratie en grondrechten en het principe van naleven van gemaakte afspraken worden in toenemende mate verschillend geïnterpreteerd, of zelfs openlijk ter discussie gesteld.’

Prangende kwesties 

Dat ondermijnt het vertrouwen van de burger in de EU en maakt de Unie ‘als geheel kwetsbaar’. De EU kan kapot terwijl de veiligheid en welvaart van Nederland ‘onlosmakelijk verbonden zijn met de stabiliteit en voorspoed op het continent Europa’. Om de EU hechter en efficiënter te maken en de steun van de burger ervoor te verzekeren, wil het kabinet dat de Unie zich de komende jaren op vijf prangende kwesties concentreert: migratie, veiligheid, duurzame economie, strijd tegen klimaatverandering en de slagkracht van de EU in de wereld. Zaken die Nederland direct raken en niet alleen kan oplossen.

Voor een beheersbare migratie houdt het kabinet vast aan de aanpak van voorkomen (afspraken met Afrikaanse landen), selectie aan de Europese buitengrenzen en een eerlijke verdeling van de legale migranten over de EU-landen. Het geeft EU-buitenlandchef Mogherini een tik op de vingers; die zou zich meer om het migratievraagstuk moeten bekommeren. Het kabinet is bereid tot meer legale arbeidsmigratie, mits dat de stroom illegalen vermindert.

‘Groene kaart’

De strijd tegen terroristen en criminelen is gebaat bij nauwere samenwerking tussen politie, justitie en veiligheidsdiensten in de lidstaten, wat het belang van een goed functionerende rechtsstaat onderstreept. Het beperken van de klimaatverandering en de overgang naar een duurzame economie, vergen EU-beleid op vrijwel alle terreinen: transport, interne markt, energie, hergebruik grondstoffen. Het kabinet bepleit een Europese vliegtaks. Ook voelt het voor een ‘groene kaart’ voor nationale parlementen om hun wensen in Brussel kenbaar maken.

Om de vijf thema’s te verwezenlijken zijn allianties met andere lidstaten belangrijker dan ooit, schrijft het kabinet. Daarom wordt het budget voor de diplomatieke posten jaarlijks met 10 miljoen euro verhoogd voor extra personeel, zodat er vanaf 2021 structureel 40 miljoen euro extra beschikbaar is. Verder wil het kabinet via ‘rijksbreed strategisch personeelsbeleid’ meer Nederlanders op belangrijke posities bij de EU-instellingen neerzetten.

Het kabinet heeft alle vertrouwen dat het een hoofdrol kan spelen in de EU. ‘Coalitievorming is al sinds de Vrede van Münster in 1648 onderdeel van de Nederlandse diplomatieke stijl.’