Direct naar artikelinhoud
NieuwsRubens

Verloren gewaande schets van Rubens ontdekt

Nu was het eens géén vals alarm. Via een Vlaamse particulier is een schets van Peter Paul Rubens boven komen drijven bij een Haagse kunsthandel. Het gaat om De seculiere hiërarchie in aanbidding en is door experts al erkend als authentiek stuk.

Rubens’ werk in de huidige staat.

Emilie den Tonkelaar, kunsthistorica in dienst van de Haagse kunsthandel Hoogsteder & Hoogsteder, ontvangt regelmatig berichten van particulieren die ten onrechte menen een echte Rubens te bezitten (of een echte Rembrandt). De Vlaamse particulier die begin 2018 via internet een olieverfschets van de barokke meester ter onderzoek aanbood, bleek werkelijk iets waardevols in handen te hebben. Den Tonkelaar: ‘Ik zag het en dacht: hier moeten we eens goed naar kijken.’

De seculiere hiërarchie in aanbidding, zoals het werk is getiteld, is door een tiental Rubens-experts erkend als een authentiek stuk. De vondst is uitzonderlijk. De laatste ontdekte olieverfschets van Rubens dateert van enkele decennia geleden (de laatste ontdekking van een uitgewerkt schilderij gaat negentien jaar terug, naar 2001: De Slachting der onschuldigen). De seculiere hiërarchie bezit aanzienlijke kunsthistorische waarde, maar een genot voor het oog is ze niet. Friso Lammertse, conservator bij Museum Boijmans van Beuningen en drijvende kracht achter de tentoonstelling Rubens: schilder van schetsen : ‘Het is een gehavend werk. Boijmans bezit mooiere exemplaren.’ Een gave Rubens-schets doet rond de 5 miljoen euro of meer. Lammertse: ‘In deze conditie gaat deze dat niet halen.’ 

De schets maakt deel uit van een reeks ontwerpen voor een tapijtserie die Rubens begin 17de eeuw maakte voor het franciscanenklooster van de Descalzas Reales in Madrid en toont een clubje van de eucharistie vierende Roomse notabelen. Op de voorgrond: Ferdinand II, keizer van het heilige Roomse rijk. Daarachter, van links naar rechts: Philips IV, koning van Spanje, Elisabeth van Frankrijk en, in habijt, Isabella van Spanje, de opdrachtgeefster. De schets diende als modello (voorbereidende studie) voor een wandtapijt ter rechterzijde van een deur, rechtsonder een fronton met daarop twee engelen die een hostiehouder omhoog houden, en stond in verband met de andere tapijten als plaatjes in een stripboek. Het verklaart waarom de afgebeelde koninklijken vol ontzag naar rechts in het luchtledige staren.

De schets verkeert in verre van ongerepte staat: gedurende de negentiende eeuw onderging ze verscheidene grondige veranderingen. Zo werd ze van paneel overgezet op doek (door het hout  weg te schaven en de verf op doek te plakken) en op verscheidene plekken overgeschilderd door een negentiende-eeuwse restaurator. Het extreemste voorbeeld daarvan, zegt Den Tonkelaar, zijn de zuilen aan weerszijden. De originele, slechts als contouren weergegeven pilaren werden geheel overschilderd.

De infraroodfoto van de olieverfschets van Rubens.

Het gebeurde uit gebrek aan expertise, meent Willem Jan Hoogsteder, eigenaar van de kunsthandel. De infrarood foto van de schets, vertelt hij, toont beschadigingen in de zuilen, maar om die te corrigeren dient men exact dezelfde kleurtonen aan te brengen als die die Rubens gebruikte, voorwaar geen eenvoudige ingreep: ‘Voor een amateur-restaurator is het veel makkelijker om er gewoon een heel nieuwe zuil overheen te schilderen.’ Gevolg: het schetsmatige karakter van het origineel verdween onder de verse verflaag. Friso Lammertse: ‘Toen ik het doek voor het eerst zag, gaf ik er geen cent voor.’

Inmiddels is hij van mening veranderd. Het bewijs is dwingend. Op infraroodopnamen is bijvoorbeeld de naad te zien die erop wijst dat de voorstelling oorspronkelijk op een samengesteld paneel werd geschilderd, een terugkerende idiosyncrasie - een individuele eigenaardigheid - van Rubens. Maar de echte smoking gun, legt Lammertse uit, was het verborgen opschrift aan de bovenzijde van het doek: adorans, of iets van die strekking (het is te vaag om het goed te kunnen lezen). Zulke aanduidingen, die ook op andere schetsen uit de reeks figureren, hielpen Rubens volgens Lammertse eraan te herinneren welk paneel bestemd was voor welke voorstelling. Op latere kopieën ontbreken ze.

Eigenaar en handelaar hebben nog niet besloten of ze de overschilderingen willen laten verwijderen. Een dergelijke onderneming, weet Willem Jan Hoogsteder, is niet zonder risico: een originele voorstelling is immers niet automatisch aantrekkelijker dan die mét latere toevoegingen. Was Boijmans de eigenaar geweest, zegt Friso Lammertse, dan zou men ermee aan de slag zijn gegaan: ‘Op de infraroodfoto ogen de figuren behoorlijk goed. Ik zou het risico nemen.’