Direct naar artikelinhoud
AnalysePhilip Freriks

De kunst van het tijdig afscheid nemen is moeilijk onder de knie te krijgen

Tot zijn stomme verbazing hoorde Philip Freriks zondag tijdens de uitzending van het radioprogramma OVT dat hij zojuist zijn laatste column had voorgelezen. De kunst van het tijdig afscheid nemen is moeilijk onder de knie te krijgen. Er zijn voorbeelden te over.

Live-ontslag OVT-columnist Philip Freriks. De columnist hoort hier zojuist dat hij niet meer terug hoeft te komen op de radio.Beeld Nos

Slordig. Dat was wel de meest welwillende kwalificatie van de voorbarige aankondiging van het vertrek van Philip Freriks (74) als columnist van het historisch radioprogramma OVT – zondagochtend, live tijdens de uitzending. Het memorabele voorval laat zien hoe moeilijk het is om een verbintenis tussen een omroep – in dit geval de VPRO – en een medewerker tijdig en passend te ontbinden.

Dat is, zoals zondag bleek, niet alleen moeilijk voor de omroep maar ook voor de medewerker. ‘Juist om te voorkomen dat zich vervelende situaties zouden voordoen, heb ik vóór de zomer al aan de orde gesteld hoe lang ik nog met mijn column zou moeten doorgaan’, zegt Freriks. ‘Om het gesprek op gang te brengen.’

Freriks wist tenslotte uit ervaring dat opdrachtgever en opdrachtnemer elkaar lang gevangen kunnen houden in een situatie waarbij geen van beiden een scheiding aan de orde durft te stellen.

Dat was het geval bij Het Groot Dictee der Nederlandse taal, het programma dat Freriks van 1990 tot 2016 heeft gepresenteerd. ‘Ik heb serieus overwogen om daar na 25 jaar mee te stoppen, maar ik heb me destijds toch laten overreden om nog even door te gaan. Daarbij speelden allerlei overwegingen een rol: dat ik het leuk vond om te doen, en dat ik een goede band had met de producent en de redactie. Het gevolg was dat Het Dictee vrij abrupt en een beetje lullig is geëindigd. Ik heb dus spijt dat ik niet eerder mijn gevoel heb gevolgd dat het mooi was geweest.’

De kunst van het tijdig afscheid nemen is moeilijk onder de knie te krijgen. Soms laat het publiek zijn lievelingen niet gaan. Soms miskennen beroemdheden dat ook zij een uiterste houdbaarheidsdatum hebben. Variétéartieste Heintje Davids ontleende haar naamsbekendheid vooral aan het feit dat op elk afscheid weer een comeback volgde. Wim Kan had, zo wist hij zelf ook, zijn laatste oudejaarsconférence (in 1982) beter onuitgevoerd kunnen laten.

Afscheid nemen

Felix Meurders moest eerst stoppen als presentator van Spijkers met Koppen – vermoedelijk vanwege zijn leeftijd (72 jaar) – maar mocht toch nog even blijven nadat luisteraars massaal bezwaar hadden gemaakt tegen zijn vertrek. Paul Witteman wekte vorige week vrijdag bij DWDD ongeloof bij Matthijs van Nieuwkerk (en niet alleen bij hem) met zijn aankondiging dat hij stopt als presentator van Buitenhof ‘omdat hij nog zo scherp is’. En Bennie Jolink zal op Hemelvaartsdag 2019, vier jaar na het afscheidsconcert van zijn band Normaal, weer optreden omdat zijn gezondheidstoestand tegen alle verwachtingen in is verbeterd. En zo lang je kunt ga je door, is de gangbare opvatting.

Die opvatting komt onder druk te staan naarmate het moeilijker wordt om te bepalen wat ‘de natuurlijke grens’ is van een arbeidzaam leven. Vroeger werd die grens voor de meeste mensen door de dood gemarkeerd, in de verzorgingsstaat door het pensioen. Maar in de vergrijzende zzp-samenleving moeten steeds meer mensen zelf bepalen hoe en wanneer ze stoppen met werken. Daarvoor zijn ze slecht toegerust, zegt arbeidspsycholoog Jaap van den Broek. ‘Ons brein is van nature lui, dus we kunnen ons maar moeilijk losmaken van de zekerheden en de status die het werk ons biedt. Afscheid, zeker van zichtbare en prestigieuze posities, gaat dus vaak gepaard met verwarring. Met het gevoel controle te verliezen.’

Het is dus zaak, zegt Renée de Vries van ouderenorganisatie Anbo, dat opdrachtgever en opdrachtnemer ‘op reguliere basis een open gesprek’ met elkaar voeren over de verwachtingen over en weer – wat in de casus-Freriks/OVT kennelijk niet is gebeurd. ‘Daarbij moet het niet gaan over de leeftijd van een werknemer, maar over wat hij kan en wil. Als dat het criterium is van het oordeel over iemands functioneren, komt een vertrek voor niemand onverwacht en hoeft het niet met smoezen te worden gelegitimeerd.’

Maar zelfs onder optimale verhoudingen op de werkvloer kost het mensen moeite om afscheid te nemen van een positie waaraan zij houvast hebben ontleend, zegt psycholoog René Diekstra. ‘We zijn veel bedrevener in het bereiken van doelen en verwerven van posities dan in het loslaten van dat alles. Op mijn vakgebied is er dan ook veel meer literatuur over hechting dan over onthechting. En dat is eigenaardig, want op ons sterfbed denken we helemaal niet meer over werk en maatschappelijke successen maar over wezenlijker dingen.’

Een slordig eind kan alles wat eraan voorafging verpesten, wist Thomas Mann. ‘Alleen datgene dat een begin en een einde heeft, is interessant en wekt sympathie.’