Direct naar artikelinhoud
Opinie#SorryJohan

Na #SorryJohan moeten voetballende homo’s zich nu van hun sterkste kant laten zien

Er is een storm van verontwaardiging ontstaan op Twitter omdat voetbalkenner Johan Derksen vindt dat voetballende homo’s niet van die mietjes moeten zijn: ze moeten gewoon uit de kast komen. ‘Bloedfanatieke’ voetballiefhebber Jeroen Jansen schrijft in een opiniestuk dat voetballende homo’s zich nu van hun sterkste kant moeten laten zien. Tahrim Ramdjan zegt dat het ook niet helpt dat rechters ‘kankerhomo’ geen scheldwoord vinden.

De voetbalanalist Johan DerksenBeeld ANP Kippa

Al zolang Voetbal/Veronica Inside bestaat, kijk ik ernaar. En net zolang heb ik een haat-liefde verhouding met het programma. Dit ouwe-lullen-bastion met zijn schaamteloze merchandising werkt vaak op de lachspieren en is broodnodig als relativerende noot in onze doorgeslagen voetbalwereld van rappende miljonairs, malafide makelaars en corrupte bestuurders. Maar niet alles is grappig en er zijn grenzen.

Ik houd van voetbal, dat doe ik al mijn hele leven. Eigenlijk sinds mijn eigen vader me verbood op ballet te gaan en inschreef bij de voetbalclub van mijn broers. Ik was niet goed, maar ook niet slecht. Wel bloedfanatiek en betrokken. Mijn vader neem ik achteraf niets kwalijk. Ja, het was kortzichtig om me niet op ballet te doen, maar wist hij veel. Na jaren van voetbal kwam ik alsnog uit de kast en dat bleek geen enkel probleem. Hij zag het alleen niet aankomen, want homo’s zien eruit als Albert Mol, Marc-Marie Huijbregts, Paul de Leeuw, Roy Donders, Carlo Boszhard, Mari, Leco, Geer en Goor.

Homo’s zouden niet van voetbal houden. Nou, wel dus. En er zijn heteromannen die dat eng vinden. Iemand als René van der Gijp heeft waarschijnlijk een heel vertekend beeld van homoseksuele mannen. Die denkt dat homo’s relnichten zijn, verslaafd aan drugs en anale seks. Er zijn ook mannen die denken dat elke gay modeontwerper is, of visagist. Dat beeld wordt bevestigd door de roze huppelbrigade op televisie. Dat er ook homo’s zijn die op voetbal en rugby zitten, strookt bepaald niet met dat beeld. En dat is niet alleen verwarrend, maar ook eng. Gijp kan altijd hartelijk lachen om de gemiddelde ‘pisnicht’ op tv, maar o wee als er homo’s zijn die bij zijn wereldje willen horen. Dat echte mannenwereldje, waarin trouwens ook geen plaats is voor vrouwen (maar daar kunnen we tegenwoordig geen grappen meer over maken).

Derksen vindt dat ‘we’ maar tegen die grappen moeten kunnen, dat we niet van die mietjes moeten zijn. In zekere zin heeft hij gelijk. Het wordt tijd dat we ons eens van de stoerste kant laten zien, op televisie, op straat en in de kleedkamer. Ik stel voor om de volgende aflevering van Veronica Inside te bevolken met voetballende homo’s: jong, stoer en niet op hun mond gevallen. Eigenlijk een publiek zoals je in elke aflevering ziet. Gewoon, een publiek van mensen. Want van dat woord ‘homo’ moeten we ook maar eens af, dit roept teveel associaties op met truttig en verwijfd. En als dan de eerste profvoetballers uit de kast komen, brokkelt het clichébeeld weer wat verder af. Want denk niet dat ze er niet zijn. Ze zitten alleen nog in de kast en zolang Gijp en Derksen ‘de homo’ afschilderen als pis-, rel- of trutnicht blijven ze daar lekker zitten.

Jeroen Jansen is journalist

Heren en dames rechters: ‘kankerhomo’ is echt een scheldwoord dat op homohaat duidt

Deze week blijkt uit de ophef rondom de homo-onvriendelijke uitspraken van Johan Derksen, met welke problemen de LGBT+-gemeenschap in Nederland nog altijd te kampen heeft. Zie het vonnis van de Rotterdamse rechtbank eerder deze maand in de Dordrechtse Grindr-zaak, waarin homoseksuele mannen werden gelokt en mishandeld door tieners die uiteindelijk veroordeeld werden tot taak- en voorwaardelijke celstraffen. Wie het vonnis erop naleest, merkt dat de rechtbank heeft verzaakt.

Die meent dat het taalgebruik van verdachten – ‘kankerhomo’, ‘flikker’ en ‘gay’ – niet kan getuigen van homohaat, omdat deze ‘meer illustratief voor het dagelijks taalgebruik van de verdachten’ zijn. Daarbij wordt gesteld dat de tieners bewust oudere mannen uitkozen ‘omdat ze anders te boek zouden staan als homohaters in plaats van pedojagers’. Met deze redenaties ontslaat de rechtbank zichzelf van haar diepgaandere plicht om recht te doen aan de mensenrechten van de slachtoffers en de LGBT+-gemeenschap in het algemeen.

Van een rechtbank mag verwacht worden dat zij de letter van de wet toepast om rechtszekerheid te waarborgen. Want er bestaat, zoals de rechtbank ook oordeelde, geen twijfel over dat de daden van verdachten onder strafrecht verboden waren.

In het vonnis is de rechtbank niet pragmatisch, maar kortzichtig. Het is helaas zo dat termen als ‘flikker’ en ‘kankerhomo’ te pas en te onpas worden geuit. Los van het feit dat het een absurde stellingname is dat deze woorden niet duiden op homohaat, is het ook niet zo dat de rechtbank geen middelen heeft om dit soort praktijken te veroordelen, al dan niet symbolisch: zij heeft er bewust voor gekozen dat niet te doen.

Weliswaar geeft de rechtbank aan het eind van het vonnis aan te begrijpen dat er ‘gevoelens van onrust, angst en onveiligheid [zijn] veroorzaakt’, maar het lijkt er hier enkel te gaan om het maken van een formeel punt. Wat voor signaal geeft dat af aan een gemeenschap die reeds gemarginaliseerd is, en ook in dit land blijkbaar nog moet vrezen voor uitsluiting of geweld?

Ik hoop dat de Nederlandse rechtbank volgende keer wel een krachtiger signaal afgeeft naar de LGBT+-gemeenschap: dat de Nederlandse staat er ook voor hen staat.

Tahrim Ramdjan (20 jaar) studeert rechtsgeleerdheid en PPLE aan de Universiteit van Amsterdam.