‘Ik bén vriendelijk, dus ik hoef niet vriendelijk te doen’

Slagroomtaart of mokkataart?

‘Slagroomtaart, maar ik hou niet van taartjes, ze zijn mij te zoet. Met een verjaardag is zoiets gezellig, maar ik ga er niet voor naar de bakker. Heel aardig dat je twee gebakjes hebt meegenomen, maar als je het niet erg vindt, laat ik ze staan.

‘Heel Holland bakt-jurylid Janny van der Heijden doet een moord voor iets zoets en dat gaat tijdens de opnamen ook schoon op. Ik prik af en toe een vorkje mee, maar mijn favoriete opnamedag is ‘de hartige dag’.

‘Ik hou van Hema-rookworst, bitterballen, saucijzenbroodjes. Hollandse kost, al vind ik Aziatisch ook lekker. Zo’n uitgebreid diner met kleine hapjes op grote borden is niet aan mij besteed.’

Joost van den Vondel of Rinus Michels?

‘Rinus Michels. Ik weet niet zo veel van Joost van den Vondel, behalve dat-ie een park heeft. Zijn gedichten zou ik niet uit mijn hoofd kunnen voordragen.

‘Michels woonde twee etages boven mij in Buitenveldert, een ontzettend aardige en geestige man. We hadden het over de dagelijkse gebeurtenissen, volgens mij vond hij het prettig dat we het nooit over voetbal hadden, daar heb ik niets mee.

‘Nee, ik snap niet waarom je me dit dilemma voorlegt. Staan zij direct onder mij in de lijst van Grootste Nederlanders aller tijden? (Van Duin staat op 52, red.) O, dat wist ik niet. Ik ben al een paar jaar ‘het bekendste merk’, maar van deze lijst heb ik nog nooit gehoord. Stijg en zak je ieder jaar? Anders zou Max Verstappen nu op 1 staan, die is hartstikke populair. Maar de lijst is dus eenmalig.

‘Goed nieuws! Leuk dat ik erin sta. Altijd prettig als je in positieve zin wordt genoemd.’

Heel Holland bakt of Het geheime dagboek van Hendrik Groen? (1)

‘Het succes van beide heeft me verrast. Mijn leven lang heb ik de komiek uitgehangen, met hoedjes en petjes en snorren. Nu doe ik gewoon normaal, en dan hoor je: ‘Wat enig, wat doet-ie dat leuk!’ Ik heb me dus tientallen jaren voor niets uitgesloofd.

‘Na vijftig jaar grappen maken was het ook wel tijd voor iets anders. Op een bepaalde leeftijd wordt het zielig om in korte broek met petje op te lopen.

‘Heel Holland bakt presenteren vond ik een enorm risico. Martine Bijl (die stopte vanwege een hersenbloeding, red.) presenteerde het fantastisch, mede daardoor was het zo’n populair programma. ‘Het wordt taarten gooien met die mafkees’, was de kritiek voordat ik begon. Maar ik stel me bescheiden op, het draait natuurlijk om de bakkers en hun baksels.’

Adrianus Kyvon of André van Duin?

‘André van Duin. Adrianus Kyvon, mijn officiële naam, gebruik ik alleen voor officiële dingen, zoals belastingen. Voor de rest heb je zo’n naam niet nodig. Mijn man Martin noemt me ook André.

‘Voordat ik op mijn 16de meedeed aan de talentenjacht De nieuwe oogst had ik al visitekaartjes met: ‘André van Duin, amateur’. Amateur waarin, stond er niet bij, het betekende dus niets, maar het klonk interessant.

‘Geen idee hoe ik op André van Duin ben gekomen. Ik heb weleens geroepen dat het iets met jeugdvakanties naar Hoek van Holland te maken heeft, dat was het enige wat ik kon bedenken. Maar ik heb verder niets met duinen.

‘Ik ben altijd André van Duin. Als de groenteboer zijn winkel sluit, is hij de groenteboer niet meer. Maar ik heb zoveel klanten: ook in Groningen, Limburg of Bordeaux kom ik Nederlanders tegen. Dan neem ik braaf een fotootje, dat is zo gebeurd. Ik ben vriendelijk, dus hoef ik niet vriendelijk te doen.

‘Als mensen ideeën hebben, zeg ik altijd: ‘Hartstikke leuk idee, zet het even op de mail, dan gaan we erover praten.’ Dan kan mijn manager Ilonka zeggen: ‘Het is toch niet zo’n goed idee.’’

Ome Joop of Harry Nak?

‘Harry Nak was in de Dik Voormekaar show (radioprogramma met typetjes van Van Duin en technicus Ferry de Groot, red.) een kantinebaas die koffie rondbracht. Als Dik Voormekaar zei dat iets ‘ontzettend interessant’ was, zei Harry met een nasale stem: ‘Nooouuu, ontzettend, ontzettend… het was interessant, maar niet ontzettend interessant.’

‘Nou wordt-ie mooi’, was de tekst van Ome Joop, een knorrige man die kinderen sloeg, maar populair was onder luisterende kinderen. Veel luisteraars dachten dat hij op Joop van den Ende was gebaseerd, maar dat klopt niet. Heb je gelezen dat hij op de vader van Ferry de Groot is gebaseerd? Dat klopt ook niet. Ik ken de vader van Ferry niet eens, nooit gezien.’

‘Typetjes spelen is heerlijk. Tijdens theatervoorstellingen vond ik openingspraatjes in een normaal pak het moeilijkst van de avond, zo gauw mogelijk wilde ik een hoedje en brilletje op. Als typetje kun je je veel meer permitteren. Ome Joop kon mensen beledigen, en dan hoorde je: och, och, maar ja, da’s Ome Joop hè.’

‘Ik kies Ome Joop. Een chagrijn spelen gaat me goed af, mopperen is heerlijk. Bij alle tv-programma’s heb ik wat te klagen. Ja, ook bij De Wereld Draait Door, waar ik soms tafelheer ben. Waarom vragen ze die nou weer? Die kan toch niet zingen!

‘De Dik Voormekaar show is het leukste wat ik in mijn leven heb gedaan. Het was een jongensdroom: als eerste in Nederland mochten we in de jaren zeventig buiten de studio een programma opnemen. Bij tv-opnamen heb je altijd decor, make-up, publiek, nu hadden we bij een van ons tweeën thuis de grootste lol.’

Amsterdam of Rotterdam?

‘Ik ben in Rotterdam geboren en opgegroeid, maar ik kies voor Amsterdam. Als kind had ik een telefoonboek daarvan, waarin alle bekende artiesten stonden, zoals Johnny Kraaijkamp en Snip en Snap. Potverdomme, dacht ik, Amsterdam is een soort Hollywood. Als je daar woont, zie je ze gewoon lopen.

‘Amsterdam is voor artiesten prettig: hier zijn repetities, vergaderingen, premières. En het is gezellig. Eigenlijk is Amsterdam wat Rotterdam vroeger was. Voor de oorlog had je daar grote pleinen met grand cafés, heerlijk. Ik hou van nostalgie, van het klassieke. Zo’n keuken waarin je geen laatjes ziet, vind ik geen keuken.

‘Ik blijf een Rotterdammer, ben van ‘geen gelul maar doen’. Ik toon geen bravoure en hou niet van de rode loper. Het liefst kom ik via de achteringang, of beter nog: op een andere dag dan de première. Ik hou niet zo van de randverschijnselen van de roem.’

Heel Holland bakt of Het geheime dagboek van Hendrik Groen? (2)

‘Na Heel Holland bakt bood Jan Slagter, de baas van Omroep Max, me de rol aan van Evert, een vriend van Hendrik Groen. In iedere scène voelde ik me ongemakkelijk. Bij het schaken bijvoorbeeld, moest elke zet kloppen, want er zijn altijd kijkers die denken: ‘Dat kán helemaal niet!’ Dan moest ik én aan mijn tekst én aan die zetten denken.’

‘Ik mocht niets van regisseur Tim Oliehoek. Geen grapje maken, geen wenkbrauw optrekken, alles moest ‘klein’. Waarom vraag je een komiek, zei ik tegen hem, als die niets mag? ‘Geweldig als je niets doet, je hebt toch je uitstraling’, zei Tim dan.

‘Daar heeft hij gelijk in gekregen, de serie werd een succes. Ik ben erachter gekomen dat acteren voornamelijk bestaat uit nietsdoen. Althans, dit soort rollen dan. Er zijn natuurlijk ook actiefilms.

‘Ik kies voor Heel Holland bakt, want Hendrik Groen houdt op na het tweede seizoen, waarvan binnenkort de opnamen beginnen. Heel Holland bakt doe ik nu drie jaar, daar komt misschien nog een jaar bij, misschien meerdere. Daarnaast ben ik bezig met twee andere programma’s, maar daarover kan ik nog niets zeggen.

‘Wat ik daarna ga doen, weet ik niet. Ik heb de meeste toekomst achter me liggen, maar ik wil nog lang doorgaan met werken. Je moet een klein beetje zorgen hebben iedere dag, een reden om op te staan. Het is belangrijk mee te blijven tellen.’