Direct naar artikelinhoud
ReportageMassatoerisme Kinderdijk

Molenbewoners Kinderdijk komen in actie: ‘De toeristen zijn belangrijk voor het gebied, maar het worden er veel te veel’

Zonder toeristen kan de Kinderdijk niet blijven bestaan. Maar het zijn er veel te veel, zeggen de bewoners. 600 duizend bezoekers versus 60 bewoners, oftewel ‘#overtourism’. Tijd voor actie. 

en
Bewoners van de molens in Kinderdijk doen een Flyeractie om tegen de overlast van toeristen te protesteren.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Eeuwenlang behoedden de molens aan de Kinderdijk de polderbewoners voor overstromingen, maar nu trekken ze juist golven aan. Golven toeristen. Uit het noorden komen ze aan, over de Lekdijk, en ze stromen over het smalle weggetje tussen de negentien wereldberoemde molens. Vanwege de herfstregen bijna allemaal gehuld in een rode regenjas en onder de bijpassende maxiparaplu van de cruisemaatschappij die ze hier heeft gebracht.

Bij de museummolen worden ze opgewacht door een groepje molenbewoners. Bewoonster Petra Hoek vertelt een Amerikaans echtpaar dat zij nu al de tiende generatie is die op molen nummer 5 woont. ‘Al vanaf 1747 wonen we hier’, zegt ze trots. De Amerikanen vinden het ‘impressive’ en gaan met Hoek op de foto.

Maar Hoek en haar buren staan er niet om de toeristen te behagen. Ze staan er juist omdat ze er genoeg van hebben dat de stroom toeristen alsmaar groter wordt. Niet dat ze de toeristen wegjagen of onvriendelijk bejegenen, integendeel. Alle toeristen krijgen een foto van de molens aangeboden. ‘Thanks for visiting’, staat er op, afzender ‘the millers of Kinderdijk and their families’. Pas wie de kaart omdraait, krijgt de echte boodschap mee, zij het summier: ‘600 duizend bezoekers per jaar. Zestig inwoners’. Met daar achteraan: #overtourism.

Vreemde in eigen huis

De bewoners voelen zich steeds vaker een vreemde in hun eigen huis, hun eigen tuin. ‘Toeristen lopen gewoon mijn erf op’, zegt Hoek. ‘Met mijn oudste dochter zat ik een keer te eten op de stoep. Een toerist maande ons opzij te gaan zodat hij de molen beter kon fotograferen. We kwamen een keer ’s morgens uit bed, en toen zat een Japans stel aan mijn tuintafel te ontbijten. Laatst kwam er een fotograaf boos op me af: waarom de wieken van de molen naar de andere kant stonden. Zo kon hij de boel niet mooi fotograferen.’

Niet dat ze van die toeristen af willen, absoluut niet, zegt initiatiefnemer Peter Paul Klapwijk, ‘ooit getrouwd met de dochter van een molenaar, en nou ben ik er zelf een’. ‘De toeristen zijn heel belangrijk voor het gebied, maar het worden er veel te veel. Zo verliest het zijn karakter. In 2010 is er voor dit gebied een ondernemingsplan geschreven waarin stond dat het gebied maximaal 400 duizend bezoekers per jaar kon hebben. Nu komen er al 600 duizend en liggen er plannen klaar voor 850 duizend.’

De boosheid van de bewoners richt zich op de directie van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk SWEK, de beheerder van het gebied. ‘Die stichting wil alleen maar groeien’, zegt Klapwijk. Hij somt op: tot voor kort was er één museummolen, nu twee, een derde is aangekondigd. ‘Straks moeten we allemaal weg en worden alle molens musea', schertst een ander. Het aantal parkeerplaatsen wordt fors uitgebreid, vooral het aangekondigde parkeerterrein voor 70 bussen jaagt de bewoners angst aan. Meer bruggen, meer rondvaartboten, meer bezoekerscentra.

Pretpark

Een van de molenaars wijst naar de lege fabriekshal van metaalbedrijf Mercon, een kilometer verderop. ‘Daar kijken we met angst en beven naar’, zegt hij. ‘Die staat nu leeg, maar de stichting heeft plannen om daar een tweede aanlegplek voor cruiseschepen te maken. Dan komen de toeristen van twee kanten het gebied in.’

Het is het dilemma van Kinderdijk, zoals het ook een dilemma is voor andere toeristische hotspots: de inkomsten uit toerisme zijn aantrekkelijk, in dit geval zelfs hard nodig, maar de aanzwellende stroom toeristen maakt van bewoners figuranten in een pretpark. ‘Je hoort het van mensen in Amsterdam, Barcelona, Venetië: als er te veel toeristen komen, gaat het karakter verloren. Dat gebeurt hier ook’, zegt Klapwijk.

Dat de toeristen hard nodig zijn, betwist niemand. In 2010 ging de SWEK nog bijna failliet omdat de inkomsten uit het toerisme niet opwogen tegen de kosten van het onderhoud van de molens. Verval dreigde.

Maar de bewoners denken dat de stichting nu steenrijk aan het worden is. Uit het jaarverslag blijkt dat de stichting de afgelopen jaren telkens 4,3 miljoen euro binnenhaalde aan toegangsgelden, parkeergelden, betalingen van aanmerende cruiseschepen, en de verkoop van souvenirs. In twee jaar tijd hield de stichting daarvan 2,5 miljoen euro over, die werd toegevoegd aan de reserves. Maar, zegt directeur Cees van der Vlist, ‘we hebben nu een mooie reserve, maar als we volgend jaar een aantal geplande bouwprojecten hebben betaald, staan de reserves weer op nul.’

Elektrische shuttlebusjes

Directeur Johan Mellegers, ook bekend van het het plan voor de ‘Dutch Windwheel’, een 174 meter hoog bouwwerk als een rechtopstaand wiel dat in Rotterdam moet verrijzen, ontkent dat hij vooral bezig is steeds meer toeristen te trekken. Die tweede aanlegplaats voor cruiseschepen, zegt hij: geen sprake van. Plannen voor 850 duizend toeristen per jaar? Die zijn er niet. Die parkeerplaats voor bussen? Een tijdelijke oplossing; later moeten er elektrische shuttlebusjes komen uit Alblasserdam.

Volgens Mellegers is er iets heel anders aan de hand. ‘De bewoners zijn onderling zeer verdeeld.’ Hij heeft vooral bedenkingen bij de positie van Peter Paul Klapwijk, de initiatiefnemer van de kaartenactie. Klapwijk staat namens Progressief Molenlanden kandidaat voor de gemeenteraad van de nieuwe gemeente Molenlanden, waarvoor op 21 november verkiezingen zijn. ‘Dit is voor hem een politieke actie, om in de gemeenteraad te komen.’

Klapwijk moet er van zuchten. Het klopt: hij staat op de lijst. ‘Dat is omdat ik in de gemeenteraad aandacht wil hebben voor de problemen op Kinderdijk, niet andersom.’ En dat de bewoners verdeeld zouden zijn? ‘Ze noemen dit gebied wel het wespennest. Maar op dit punt, de overlast, zijn we het praktisch allemaal eens. En trouwens, we hebben gewoon een bewonerscommissie, die in september nog met de directie heeft gesproken. De conclusie was toen dat we dat vaker zouden doen.’