Direct naar artikelinhoud
ColumnSylvia Witteman

Het beste troostdier dat ik drentelend door het internet tegenkwam is wel de eend Daniel

Het beste troostdier dat ik drentelend door het internet tegenkwam is wel de eend Daniel

De hoeveelheid mensen die vliegreizen maken met een ‘troostdier’ neemt hand over hand toe, las ik in de krant; er zijn inmiddels vele honderdduizenden per jaar die niet op reis willen zonder hun hond, kat, eekhoorn, wasbeer, kalkoen, minipaard of pauw. Veel luchtvaartmaatschappijen zijn het zat en hebben de regels verscherpt. Let wel, het gaat hier niet om mensen die écht afhankelijk zijn van een dier, zoals blinden of meervoudig geamputeerde Afghanistanveteranen die in hun overspannen verbeelding achter elke vliegtuigstoel een landmijn zien; hun hulpdieren mogen nog steeds gewoon mee. Die pauw, daarentegen, (die Dexter heette en het bezit was van een kerngezonde kunstenares) werd de toegang tot het vliegtuig geweigerd.

Logisch. Als zo’n beest die enorme veren opzet, kunnen de stewardessen niet meer door het gangpad met hun trolleys vol ministroopwafels en plakjes citroen. Bovendien, wat heb je nu aan een pauw als troostdier? Ze hebben snibbige, onaangenaam hardblauwe gezichtjes en maken een schel rotgeluid. Dan is een eekhoorn al een stuk beter. Die past op je schouder en kan daar allerlei geruststellends in je oorschelp fluisteren. Ook voor zo’n wasbeer valt iets te zeggen; als hij netjes op schoot blijft zitten en van tevoren belooft dat hij geen pinda’s zal jatten, kan hij weinig kwaad.

Maar het allerbeste troostdier dat ik drentelend door het internet tegenkwam, is wel de eend Daniel. Zijn verhaal is het zoveelste bewijs dat de werkelijkheid vaak absurder is dan de meest vergezochte verzinsels. Mevrouw Fitzgerald reed met haar paard-en-wagen (?) door de stad Milwaukee toen ze werd geramd door een auto. Het paard had een whiplash. De vrouw kon pas na een jaar weer lopen en moet nu verder door het leven met een posttraumatische stressstoornis. Ze nam — en dit lijkt me geen voor de hand liggende gang van zaken —  een eendenkuiken in huis. Het eendje, Daniel, groeide op tot een aanhankelijk en begrijpend huisdier. Als zijn bazin een angstaanval heeft, klimt hij tegen haar op, kijkt haar aan en gaat op haar borst zitten tot ze zich beter voelt.

Mevrouw Fitzgerald gaat nergens meer naartoe zonder Daniel. Ook in het vliegtuig mag hij mee. Hij draagt daarbij een luier en rode slofjes. Ik heb een foto gezien waarop hij vriendelijk lachend door het gangpad waggelt. Op een andere foto zag ik hem nieuwsgierig, en zonder de geringste vrees, uit een vliegtuigraampje kijken.

Die vrouw is gek, natuurlijk, die eend ongetwijfeld ook, en het hele verhaal is ‘a tale, told by an idiot’.

Maar toch. Die rode slofjes.

En het is ook nog bijna Kerstmis.