Direct naar artikelinhoud
BeschouwingDavid Seymour/Chim

Het aangrijpende werk van de minder bekende fotograaf van het Magnumcollectief: David Seymour, ook wel Chim, fotografeerde de wederopbouw na WOII

Zijn vriend Robert Capa vond hem de beste fotograaf van het Magnumcollectief. Toch is David Seymour, alias Chim, veel minder bekend. Chim bracht niet WOII in beeld, maar de Spaanse burgeroorlog en de wederopbouw na 1945. Met een scherp oog voor kinderen.

Tereska, een meisje in een tehuis voor getraumatiseerde kinderen, bij haar tekening van ‘thuis’, Warschau, 1948.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Fotograaf David Seymour, alias Chim, was kort na de Tweede Wereldoorlog een van de oprichters van het beroemde agentschap Magnum. Toch was hij veel minder beroemd dan de namen die iedereen bij het horen van dat fotografencollectief te binnen schieten: Henri Cartier-Bresson en Robert Capa. De vierde oprichter was George Rodger. Capa prees Chim als de beste fotograaf van hen allemaal – en toch zijn er maar een paar foto’s van zijn hand die zich hebben genesteld in het collectieve geheugen.

Chim in 1954.Beeld Elliott Erwitt / Magnum Photos

Het Joods Historisch Museum in Amsterdam wijdt een overzichtsexpositie aan Chim, die in 1911 in Warschau werd geboren als Dawid Szymin in een Joods gezin. Een kans om te onderzoeken hoe het komt dat de fotograaf die met zo veel empathie en artistiek talent de Spaanse Burgeroorlog, de verwoesting van Europa en wederopbouw had gedocumenteerd, altijd in de schaduw is blijven staan van Capa, met zijn onverschrokken en aangrijpende frontfoto’s van D-Day in Normandië. En van Cartier-Bresson, met zijn warme, humane werk van Fransen langs de waterkant genietend van hun vrije tijd, alsmede zijn foto’s van de lijdende mens die hij overal ter wereld aantrof.

Tot de bekendste foto’s van Chim behoort die van een jochie in Madrid met grote donkere ogen, lieve flapoortjes en een petje met kwast. Hij heeft een soldatenriem om en draagt een geweer op kinderformaat op de schouder. Speelgoed, vermoedelijk. Het is oktober 1936, het petje is van een bataljon van proletarische broeders – radertje in het leger van de Spaanse Republikeinen die in oorlog waren met Franco’s fascisten. Het was een half jaar na de verwoesting van Guernica door Hitlers en Mussolini’s bommenwerpers; de oorlog was geen kinderspel maar gruwelijke werkelijkheid.

Jongetje met pet van de staatbataljons van de Unie van Proletarische Broeders, Madrid, oktober 1936.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Het jongetje stond symbool voor de hoop op de toekomst die de Republikeinen toen nog koesterden, en voor de vrijheid en rechtvaardigheid – want kind, onschuldig, zuiver – die zij verdedigden. De foto met het gewapende kind draagt paradoxaal genoeg het ontwapenende in zich dat Chims oeuvre, dat niet meer dan ruim twee decennia beslaat, kenmerkt. Hij had met zijn camera een voorliefde voor kinderen, vanwege hun puurheid, hun kwetsbaarheid en het ontbreken van maskerades.

Parijs

Szymin vestigde zich na omzwervingen door Europa in zijn jonge jaren in de jaren dertig in Parijs. Daar vond hij aansluiting bij fotojournalisten die zich in die tijd van crisis en massawerkloosheid nauw verwant voelden met de sociale strijd en het verzet tegen het opkomende fascisme. Zijn foto’s uit het Parijs van toen weerspiegelen de sociale onrust – stakingen, demonstraties – en de armoede die eraan ten grondslag lag: een bedelaar op straat, clochards onder een brug die zich warmen aan een vuurtje.

Picasso voor zijn schilderij Guernica, Parijs, 1937.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Al gauw werd Szymin een toonaangevend fotojournalist bij het belangrijke geïllustreerde weekblad Regards. Het was de periode waarin hij zijn naam wijzigde tot het eenvoudiger Chim. Hij fotografeerde in de beeldtaal van Germaine Krull, Eva Besnyö en (een vleugje) Rodtsjenko, aangeraakt door de progressieve kunsten, Bauhaus, het constructivisme. Foto’s met schwung, sterke contrasten, diagonale beelddoorsnijdingen. Het is alsof die schwung de sociale beweging een duwtje in de rug moest geven.

Bij Regards verwierf Chim de status van speciaal reporter. Hij reisde naar de brandhaarden van de Spaanse Burgeroorlog, Andalusië, Extremadura, Menorca en ook Baskenland. Waar de clerus zich, anders dan in het merendeel van Spanje, achter de Republikeinen schaarde in plaats van de Franquisten. Die ogenschijnlijke tegenstelling wekte Chims nieuwsgierigheid, getuige de foto van Republikeinse strijders vergaard rond een priester bij een geïmproviseerd altaar in de open lucht.

Meegezogen

Chim zocht de plekken waar hij de Republikeinen en de slachtoffers van de strijd vond. Blijkbaar was het onbestaanbaar om de vijandelijke kant van het front te bezoeken. Hij fotografeerde in vluchtelingencentra in Madrid, Barcelona en Menorca, en steeds beroeren vooral de beelden met kinderen het hart. De aangrijpendste foto is die van een groep kinderen begeleid door een paar volwassenen in een schaars verlichte schuilkelder – de kleintjes kalm en braaf alsof ze voor de schoolfotograaf poseren.

Steeds meer vluchtelingenstromen kwamen uit Spanje op gang – de fascisten waren aan de winnende hand – en door een van die stromen werd Chim meegezogen. Hij ging mee op een vluchtelingenschip naar Mexico, aan boord waarvan hij het dagelijks leven (lees: het bestrijden van heimwee en verveling) vastlegde. De blik van de bootvluchtelingen richting de verdwijnende kust van Europa, vormde ook Chims voorlopig afscheid van het continent. In 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit, te beginnen met de Duitse overrompeling van zijn Polen.

Die oorlog zelf vormt een opvallende leemte in het oeuvre van Chim. Vakgenoten de zochten de loopgraven op, volgden de oorlogshandelingen van de geallieerden of, zoals Capa zou doen, waagden hun leven in de branding bij Normandië op D-Day. Maar Chim belandde – nadat hij Mexico had verruild voor New York – in dienst van het Amerikaanse leger. Hij werd ingeschakeld om luchtfoto’s te interpreteren die werden gemaakt van vijandelijke doelen voor luchtbombardementen. De onophoudelijke stroom foto’s die bij spionagevluchten en bombardementen werden gemaakt verschaften informatie over troepenverplaatsingen, versterkingen en verwoestingen. Chim maakte promotie en klom op tot luitenant, zijn inspanningen wierpen klaarblijkelijk hun vruchten af.

Die onderbreking van zijn loopbaan als fotojournalist heeft het vervolg van zijn loopbaan getekend. Zijn oeuvre is verstoken gebleven van het soort historische foto’s dat Capa wél maakte. Het zijn beelden die het verloop van de Tweede Wereldoorlog in zekere zin samenvatten en bovendien de roekeloze dan wel heldhaftige maker een mythische status verlenen. Chim pakte de camera pas weer op na de capitulatie van de nazi’s. Hij keerde terug naar het verwoeste Europa, rouwend om zijn familie in Polen, die grotendeels was uitgemoord. Blijkbaar vond hij troost in de eerste tekenen van wederopbouw.

Vrouw met een baby aan haar borst tijdens een bijeenkomst over landhervormingen, bij Bradajoz, Extramadura, Spanje, april - mei 1936.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate
Jongen met bolderkar voor de Brandenburger Tor, Berlijn, 1947.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Duitsland, Frankrijk, Polen

Onder de noemer We went back reisde Chim door Duitsland, Frankrijk en Polen. Schrijnende foto’s van verweesde schoolkinderen die zich een weg banen door de ruïnes in het maanlandschap dat ooit het getto van Warschau was. In de dierentuin, waar kinderen in 1949 zich vermaken met een papegaai die nog steeds ‘Heil Hitler’ zegt. In het verwoeste Essen, waar hij een lachende baby in de kinderwagen ziet, verwekt door een Britse soldaat.

In het Joods Historisch wordt een diashow getoond met een selectie van de honderden kleurendia’s die Chim in de wederopbouwjaren maakte. Ze werden afgedrukt in tijdschriften en lang werd aangenomen dat de originelen waren zoekgeraakt. Tot ze in zijn nalatenschap werden teruggevonden. Ze zijn lang niet allemaal meesterlijk, vaak wat stijfjes, zoals de foto’s van Nijmegen kort na de oorlog, met vers ingezaaide grasvelden langs de Waalkade en bloemenverkopers op de markt. De vooroorlogse, jeugdige strijdbaarheid die uit Chims beeldtaal opstijgt, is verdwenen, alsof het geloof in de kracht van de fotografie als strijdmiddel taant.

Toch zijn er ook foto’s bij die de potentie hebben alsnog uit te groeien tot een tijdloos en groots symbool van overwinning en wederopstanding. Zo is er die dia van vier kinderen die op het strand van Omaha Beach zandkastelen bouwen op een zomerse dag. Het is vroeg op de dag, zie je aan de schaduw, achter hen verheft zich schuin een half in het zand en water verzonken geallieerd landingsvaartuig. De foto is vertederend en tegelijk dreigend, alsof het roestige gevaarte een bovenkaak is van een monster dat de vier lijfjes in een oogwenk kan verslinden – de oorlog is niet ver weg.

Kinderen spelen op Omaha Beach, Normandië, Frankrijk, 1947.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Rome

Chim vestigde zich begin jaren vijftig in Rome en legde zich steeds meer toe op de kinderfotografie. Dat leverde aangrijpende foto’s op - de begrafenisoptocht van een klein kind nabij Napels, een jochie eenzaam te midden van volwassenen bij de kinderrechter, een getraumatiseerd kind dat een huis moet tekenen en dan slechts woeste krassen op een schoolbord produceert. Het is het soort werk dat Chim uitermate geschikt maakte voor de promotiedoeleinden van VN-organisatie Unesco voor wederopbouwprogramma’s en verbetering van de leefomstandigheden in de verwoeste landen.

De kinderfoto’s zijn ruim vertegenwoordigd op de tentoonstelling. In al hun puurheid weerspiegelen ze toch ook een zekere beperktheid in Chims thematiek, ook een reden waarom zijn ster wellicht minder is gerezen als fotograaf dan als pleitbezorger van de goede zaak die Unesco belichaamt.

Menigte, luisterend naar een toespraak van de socialist Pietro Nenni, Basilica di Massenzio, Rome, 11 maart 1948.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate
Jongen leest brailleboek met zijn lippen, Villa Savoia, Rome, 1948.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Tel Aviv

In 1952 en 1954 bezocht Chim de jonge staat Israël en op de foto’s die hij daar maakte, is bijna pijnlijk zichtbaar hoe afstandelijk hij te werk ging. Een parade op onafhankelijkheidsdag in Tel Aviv – een ronduit plichtmatige foto van marcherende jongeren met korenschoven naast een rode tractor, gadegeslagen door publiek dat een gaap slechts met moeite kan onderdrukken. Biddende vrouwen dan, op het strand van Tel Aviv, vanaf hun zijkant en rug gezien – alsof ze op de veerpont staan te wachten. Nee, Israël was niet Chims Beloofde Land.

Man houdt de eerst geboren baby in de nederzetting Alma omhoog, Israël, 1951.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Egypte

In 1956 reisde hij af naar Egypte, om verslag te doen van de Suezcrisis. Een heftig, kort conflict waar het heilig vuur van de fotograaf nog eenmaal opvlamde, alsof de adrenaline zijn betrokkenheid bij de slachtoffers, de Egyptische bevolking, aanwakkerde. Het waren Chims laatste foto’s, want tijdens het conflict werd zijn auto geraakt door kogels. Het voertuig raakte te water en Chim stierf, net als een andere inzittende.

Die vroege dood is vermoedelijk ook een reden waarom hij nooit tot de allergrootsten in de fotojournalistiek zal behoren. In een langer leven had zijn talent een grotere en wellicht rijkere oogst opgeleverd. Waarbij niet wordt beweerd dat het werk van de iets minder grote Magnum-meester niet in een imposante tentoonstelling resulteert.

Chim (David Seymour), samengesteld door het International Center of Photography (ICP) New York. T/m 10/3. Engelstalige catalogus We went back 39,50 euro.

Vrouw loopt door het puin met een stoel op haar hoofd, Port Said, Egypte, november 1956.Beeld Chim (David Seymour) / Magnum Photos Courtesy Chim Estate

Propaganda

Een interessant voorbeeld van fotografie als propagandamiddel, is de plaatsing van een van Chims foto’s uit Spanje tijdens de burgeroorlog op de cover van een tijdschrift. Op de foto staat een menigte mensen die omhoog kijkt, met prominent op de voorgrond een moeder die haar baby de borst geeft. In werkelijkheid staan de mensen te luisteren naar iemand die een toespraak houdt over de landhervormingen. Maar op de cover van het tijdschrift wordt de foto gebruikt om de angst te illustreren voor de bommenwerpers van de fascisten, alsof de luisteraars in de lucht turen naar de aanvallende vliegtuigen.