Direct naar artikelinhoud
ReportageDenise Betsema

Moeder, eilander, student en plotseling ook professioneel veldrijder: Denise Betsema is de ontdekking van het jaar

Denise Betsema traint achter haar zus Esmée op de scooter langs de Waddenzeekust in Oudeschild op Texel.Beeld Klaas Jan van der Weij

Denise Betsema (25), moeder van Jukka (6) en Wolf (4) en student psychologie, is de ontdekking in het veldrijden. Het kostte haar niet veel meer dan een jaar om een profcontract te verdienen. ‘Ik ben zelf ook verbaasd.’ 

In het kielzog van de paarse scooter, soms bestuurd door haar moeder Simone, dan weer door haar zus Esmée, raast Denise Betsema (25) op haar racefiets door het polderland. Over de Hoofdweg, de hoek om naar de Slufterweg of Muyweg en weer terug. Lange rechte stukken moeten het zijn, goed voor het trainen van snelheid en souplesse. Bij Esmée wappert de sjaal in de wind, bij Denise danst de vlecht op de rug.

Ze gaan er ook op uit als, zoals vandaag, een gespierde zuidwester achter de dijk vuilwitte schuimkoppen opdelft uit het grijze water van de Waddenzee en regenvlagen over het eiland zwiept. Het hoort erbij, als je topsporter wil zijn. Laatst, met de wind pal in de rug, tikte de teller van het knorrende Hondaatje bijna de 60 aan. Esmée keek even achterom en zag dat haar zus doodgemoedereerd nog een energiereepje aan het wegwerken was.

Resultaat is er intussen: Betsema geldt als de ontdekking in het veldrijden voor vrouwen. Ze greep al brons bij de EK in Sint Michielsgestel, achter Annemarie Worst en Marianne Vos. Ze won wedstrijden in Zwitserland, Slowakije en Frankrijk, al ontbraken daar de toppers. De klapper maakte ze vorig weekeinde in Vlaanderen, waar het hart van de cross klopt. Toen won ze zaterdag de Ambiancecross in Wachtebeke en een dag later liet ze in Koksijde alle favorieten spartelend in het duinzand achter, onder wie Vos, Worst en de Belgische wereldkampioen Sanne Cant.

Het gewicht van die wedstrijd voor de wereldbeker was haar ontgaan. ‘Wat is het drúk’, zei ze tegen haar trainer na een verkenningsrondje. Tom De Kort, Vlaming, moest het uitleggen. ‘Denise, dit is een klassieker.’ Ze heeft de race later wel drie keer teruggekeken. Elke keer vond ze het razend spannend en was ze er niet zeker van of ze wel zou winnen.

Denise Betsema sleepte afgelopen week een profcontract in de wacht.Beeld Klaas Jan van der Weij

Student toegepaste psychologie

De opkomst van Betsema is om meerdere redenen opmerkelijk. Het is pas haar tweede volledige seizoen in het veldrijden. Ze woont op Texel, wat de reis naar de vele wedstrijden in België en verder weg tot een hele onderneming maakt. Ze is ook nog eens moeder, van Jukka (6) en Wolf (4). En ze is hbo-student toegepaste psychologie.

In het gezin was afgesproken dat ze uiterlijk drie jaar ging azen op een contract. Dat ging dus sneller. Vorig seizoen stonden er louter emblemen van lokale sponsors op het shirt. Sinds afgelopen week is ze fullprof. Haar Belgische ploeg Marlux-Bingoal waardeerde ijlings een afgesloten overeenkomst op.

‘Ja, ik ben zelf ook verbaasd.’ Betse­ma heeft plaatsgenomen in het kantoortje boven de winkel van haar vader in Oudeschild, Bets Fietsen. Hier helpt ze bij de verkoop en verhuur; sleutelen, had vader John gezegd, ligt haar wat minder. ‘Het werk hier zal wat afnemen. Met zo’n contract kan ik meer rust inbouwen, de benen ontzien. Eerlijk gezegd: met twee kinderen zie ik dat niet erg lukken.’

Het succes komt niet geheel uit de lucht vallen. Betsema was al vanaf haar 10de actief op de mountainbike. Op haar 12de was ze Nederlands kampioen. Als junior reed ze al wedstrijden in het buitenland, totdat een onvoorziene onderbreking zich aandiende. Vlak voor het eindexamen havo bleek ze zwanger.

‘Dat was even schrikken. Maar toen besloten mijn vriend en ik er vol voor te gaan. De basis was stabiel genoeg.’ Er kwam nog een tweede bij. Fietsen deed ze nog alleen voor het plezier.

Een medische test van haar moeder, zelf ook fanatiek fietser, betekende een ommekeer. Denise Betsema: ‘De arts was onder de indruk van mijn moeders waarden. Haar zuurstofopname bleek bijvoorbeeld extreem hoog. Hij zei: mevrouw, u bent een profcarrière misgelopen. Ik dacht ineens: dat gaat mij niet overkomen.’

Ze pikte het mountainbiken weer op. Maar met wedstrijden in Zuid-Afrika en Amerika is de discipline lastig te combineren met het gezin. ‘Wat ook ging meespelen, is dat het een heftige sport is. Je maakt soms sprongen van anderhalve meter naar beneden. Het zette me aan het denken. Ik ben wel moeder, nu. Ik had het er niet meer voor over.’

Veel meer publiek

Een Belg die al dertig jaar op het eiland kwam en geregeld de winkel in Oudeschild aandeed, moedigde haar aan eens de cross te proberen – het was de schoonvader van haar latere trainer. Eind 2016 reed ze haar eerste wedstrijd. De kennismaking was aangenaam. ‘Er staat veel meer publiek langs de kant dan bij het mountainbiken.’

Mooi meegenomen: de afstanden naar wedstrijden zijn beter te behappen. Vanaf Den Helder naar vooral Vlaamse velden is het tweeënhalf, hooguit drie uur. Nee, dan rekent ze de overtocht niet mee. ‘Voor ons is de boot al gewoon thuis.’ Haar vader en haar man wisselen elkaar af als metgezel. Wat ook helpt is dat de wedstrijden ’s winters zijn. Dan is ze in de zomer vrij, als de kinderen vakantie hebben.

Regensluiers waaieren nog steeds over de Waddendijk als Denise haar fiets op de rug zwiept en over een trap in het talud op haar klikschoenen naar boven trippelt. Het is een training vlak tegenover het straatje in Oudeschild waar ze opgroeide. ‘Wel uitkijken voor de hondenpoep.’

Denise Betsema aan het werk in de fietsenwinkel van haar vader in Oudeschild op Texel: ‘Het werk hier zal wat afnemen. Met zo’n contract kan ik meer rust inbouwen, de benen ontzien.’Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Ze zit naar eigen zeggen nog midden in een leerjaar. De overstap van de dikke bandenfiets was groot. ‘Het is niet te vergelijken. Op de crossfiets is het veel nerveuzer sturen. De intensiteit is hoger, de klimmetjes en de afdalingen zijn korter. Je rijdt op zand, door de modder, over bospad; het is veel gevarieerder.’

Veel moest ze zelf uitvinden. Hoe hou je de fiets eigenlijk vast als je op die treden omhoog gaat? Hoe spring je van de fiets en er meteen weer op? Enige aanleg zit er van nature wel in. Haar coach wilde haar in Koksijde uitleggen hoe ze al lopend een bocht door de duinen moest nemen, toen ze vertelde dat ze in de training daar gewoon was blijven fietsen. Ze weet waar ze op haar best is. ‘Op snelle stukken waar ik mijn power kwijt kan.’

8 kilo kwijt

Dat het dit seizoen zo marcheert nadat de prestaties vorig jaar nog sterk hadden gewisseld, laat zich wel verklaren. ‘Ik had die zomer ervoor nog intensief gemountainbiked. Die winter erna was het wel op. Tom zei: zet deze zomer de fiets maar aan de kant. Ga rusten. Daarna is hij vier keer naar Texel gekomen. Met fitness en aangepaste voeding ben ik 8 kilo kwijtgeraakt. Dat betaalt zich nu allemaal uit.’ Ze durft al met ambities naar het WK te kijken, begin februari, in Bogdense, aan de Deense kust. ‘Daar staat veel wind. Lange rechte stukken. Dat ligt me wel.’

Krijgen de kinderen iets mee van haar prestaties? ‘Jukka kijkt wel eens. Maar wat ik doe, ontgaat hem een beetje. Hij is vooral fan van Mathieu van der Poel. Bij Wolf begint het. Ze wordt wel eens aangeschoten door klasgenootjes: ik heb jouw mama op de televisie gezien! Ik geniet zo van ze. Als het een keer wat minder gaat en zij komen op je af om te vertellen wat zij hebben meegemaakt, dan relativeert dat alles.’

Als het erom spant, wegen zij natuurlijk het zwaarst. Afgelopen zaterdag reed ze in Hasselt, ze werd tweede nadat kettingproblemen haar al in eerste ronde hadden teruggeworpen. Ze kwam toch tot op 4 seconden van winnares Ellen Van Loy. ‘De vorm is goed.’ De Zilvermeercross in Mol van zondag liet ze schieten. De reden: Sinterklaas kwam langs op Texel. ‘De ploeg accepteert dat. Bij mij krijg je het gezin erbij.’