Direct naar artikelinhoud
NieuwsJemen

Belangrijke eerste stap in Stockholm naar vrede in Jemen

De twee regeringen van Jemen – de internationaal erkende regering in het zuiden en het rebellenkabinet van de Houthi’s in de hoofdstad Sanaa – maken zich op voor vredesbesprekingen later deze week in Stockholm, ‘een belangrijke eerste stap’.

De Jemenitische stad Sanaa na een bombardement in 2017.Beeld Getty Images

Niemand verwacht op korte termijn resultaat van de vredesbesprekingen in Stockholm, maar het geldt als een doorbraak als beide Jemenitische regeringen voor het eerst sinds 2016 met elkaar in gesprek gaan. Een woordvoerder van de Amerikaanse regering, die vergaand betrokken is in de oorlog, spreekt van een ‘belangrijke eerste stap’.

In Jemen is al ruim 3 jaar een burgeroorlog aan de gang die leidt tot een menselijk drama: 8 miljoen Jemenieten lijden honger omdat ze geen geld hebben om eten te kopen. Vooral kinderen zijn slachtoffer van ondervoeding. De VN voert in Jemen de grootste noodhulpactie ter wereld uit. 

VN-onderhandelaar Martin Griffiths zag dinsdag in Sanaa persoonlijk toe op de evacuatie van 50 gewonde Houthi-strijders per vliegtuig naar Oman. Een ‘humanitair gebaar’ van Saoedi-Arabië, dat het luchtruim boven Jemen grotendeels gesloten heeft. Daarop waren de onderhandelaars van het Houthi-kamp bereid om te vertrekken naar Zweden, waar de vredesbesprekingen zullen plaatsvinden. In september ketsten besprekingen op het laatste moment af omdat de Houthi’s hun zieke strijders niet mochten evacueren. Woensdag vertrok ook een vliegtuig naar Zweden met aan boord een delegatie van de internationaal erkende regering.

Shuttle-diplomatie

De verhoudingen tussen de Houthi-rebellen en de officieel erkende regering van president Abd Rabbuh Mansur Hadi zijn zo slecht dat beide kampen in Zweden niet tegenover elkaar aan tafel zullen plaatsnemen. Ze verblijven in aparte ruimtes, waarbij VN-onderhandelaren standpunten zullen overbrengen: een vorm van ‘shuttle-diplomatie’ die vaker wordt gebruikt om het gesprek op gang te brengen bij vastgelopen oorlogen in de Arabische wereld. De vraag is echter wat in Zweden kan worden bereikt. Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Iran, de buitenlandse spelers in deze zeer complexe oorlog, zijn niet bij de besprekingen aanwezig. Saoedi-Arabië en de VAE vechten in Jemen tegen de Houthi’s met westerse wapens en een moderne luchtmacht, in een strijd die internationaal als controversieel geldt.

Terwijl iets van hoop gloort voor een beginnend vredesproces, is ‘dreigende, grote hongersnood’ in Jemen (waar de VN in oktober voor waarschuwde) vooralsnog van de baan. In Jemen is weliswaar ‘massale honger en ernstige voedselonzekerheid’, maar er gaan niet genoeg mensen dood om formeel van een hongersnood te spreken, aldus VN-gezant Mark Lowcock. De internationaal erkende regering van president Hadi heeft na internationale druk een omstreden importbeperking geschrapt die het voedselschepen bijna onmogelijk maakte om aan te leggen in Jemen. Dezelfde importbeperking geldt echter nog wel voor benzine, volgens VN-gezant Lowcock cruciaal om drinkwater te pompen en ziekenhuizen van generatorstroom te voorzien. De regering-Hadi ergert zich aan de massale VN-hulpactie in Jemen, die betuttelend wordt gevonden en nadelig voor de lokale economie.

Luchtblokkade

De Houthi-rebellen zullen in Zweden aandringen op een einde van de door Saoedi-Arabië ingestelde luchtblokkade op de hoofdstad Sanaa, die deels de oorzaak is voor de hoge voedselprijzen in Jemen. De Hadi-regering houdt echter vast aan VN-resolutie 2216, waarin staat dat de Houthi’s het veld moeten ruimen ten gunste van de internationaal erkende regering. Die staat echter zwak: president Hadi verblijft met een hartkwaal in de Verenigde Staten. Ook voordat hij ziek werd, kon hij zich nauwelijks in Jemen vertonen. De Zuidelijke afscheidingsbeweging, een aan de UAE gelieerde rebellengroep die in Zuid-Jemen steeds meer overheidstaken op zich neemt, is niet uitgenodigd bij de vredesbesprekingen.

De oorlog in Jemen, die de afgelopen jaren vaak een vergeten karakter had, kwam dit najaar op de internationale agenda te staan toen de VN een alarmerende waarschuwing deed uitgaan voor dreigende hongersnood. Tegelijkertijd deed de moord op journalist Jamal Khashogghi de steun afbrokkelen voor het buitenlandse beleid van Saoedi-Arabië, het land dat voorop gaat in de oorlog tegen de Houthi’s. Tekenend voor deze kanteling is dat de Amerikaanse senaat onlangs besloot dat het Amerikaanse leger zich niet meer mag inlaten met de oorlog. De Saoedische luchtmacht bombardeerde de afgelopen jaren doelen in Jemen op advies van Amerikaanse en Britse militairen. Daarbij werden regelmatig schoolbussen vol kinderen en andere burgerdoelen getroffen. Westerse bommen en militaire voertuigen, vooral afkomstig uit de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk, worden nog steeds volop gebruikt in Jemen.