Direct naar artikelinhoud

Steun leenstelsel studenten brokkelt steeds verder af

Het politieke draagvlak onder het leenstelsel voor studenten brokkelt steeds verder af. Alleen VVD en D66 staan nog ronduit achter het stelsel waarmee studenten sinds 2015 geen gratis basisbeurs meer krijgen, maar hun maandelijkse overheidstoelage moeten lenen. Bij alle andere partijen neemt de afkeer toe, zeker nu het kabinet heeft besloten de rente te verhogen. Dat bleek woensdag bij het debat over nieuwe renteberekeningen in de Tweede Kamer.

Intreeweek van de Universiteit van Amsterdam ( UvA ).Beeld Hollandse Hoogte / Berlinda van Dam

Al sinds de invoering is het leenstelsel omstreden, uit angst voor de toegankelijkheid van het onderwijs . De hogere rentelasten vanaf 2020 voeden opnieuw de vrees van critici dat het stelsel studenten ervan zal weerhouden te gaan studeren, juist diegenen die afkomstig zijn uit minder draagkrachtige groepen. Ook kunnen de hogere kosten remmend werken bij de afweging om na bijvoorbeeld een mbo-opleiding door te stromen naar het hbo, vrezen zij.

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

PvdA en GroenLinks, partijen die in 2015 nog stemden vóór afschaffing van de basisbeurs, keerden zich woensdag tegen een verhoging van de rente op studieleningen. Dat is indertijd niet hun intentie geweest, zeggen zij. Hun steeds openlijker aarzeling maakt het politieke draagvlak onder het leenstelsel flinterdun. Daarmee groeit de kans dat het in een volgende kabinetsformatie opnieuw onder loep wordt genomen.

10-jaarsrente

De regeringspartijen CDA en ChristenUnie hebben vorig jaar - met pijn in het hart – hun handtekening gezet onder het regeerakkoord met VVD en D66, waarin staat dat de rente op studieleningen voortaan voor tien jaar wordt vastgezet (de zogenoemde 10-jaarsrente). Nu nog wordt de voordelige 5-jaarsrente gehanteerd, die voor 2018 op 0 procent staat. Dat percentage loopt naar verwachting op tot 0,5 of 1 procent en kan in de toekomst nog verder stijgen.

Tijdens de behandeling van de wetswijziging die de nieuwe rentemaatstaf regelt, zei minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, D66) woensdag dat de maatregel noodzakelijk is ‘voor de financiële houdbaarheid van het studiefinancieringsstelsel en de overheidsfinanciën op de lange termijn’. Zij benadrukte dat de wet geen mensen treft die op dit moment studeren of aflossen.

Het leenstelsel was in 2015 een afspraak tussen de partijen in Rutte II (VVD en PvdA), het kabinet dat in de Eerste Kamer geen meerderheid had. Het zocht en vond toen steun voor het afschaffen van de basisbeurs bij D66 en GroenLinks. Maar GroenLinks en PvdA toonden zich woensdag in het debat onaangenaam getroffen door de hogere rentemaatregel van Rutte III. ‘Dit kabinet verandert de spelregels, daar hebben wij niet voor getekend’, zei GL-Kamerlid Lisa Westerveld. PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk riep de minister op: ‘Stop met studenten pesten.’

Partijen als PVV, SP, Denk en SGP zijn altijd tegen het leenstelsel geweest. Dat geldt ook voor CDA en CU, wier achterbannen steeds heftiger morren omdat hun Tweede Kamerfracties er toch steun aan geven.

De minister weersprak in de Kamer de vrees dat studenten afhaken om de kostenverhoging, door te wijzen op de sociale elementen uit het leenstelsel. Een oud-student hoeft maximaal 4 procent van het inkomen boven het minimumloon uit te geven aan terugbetaling van de lening. Is na 35 jaar de lening niet afgelost, dan wordt het restant kwijtgescholden. Bij een inkomen tot 40 duizend euro en een gemiddelde schuld van 21 duizend euro verandert niets aan het maandelijks terug te betalen bedrag (65 euro). Iemand die 80 duizend euro verdient, moet 12 euro per maand meer betalen.

De CDA-fractie is, ondanks haar afwijzing van het leenstelsel, voorstander van de rentewijziging. Kamerlid Harry van der Molen hoopt dat de hogere rente een rem zet op het aantal studenten dat maximaal leent. De staat heeft al voor 21 miljard uitgeleend en dit bedrag zal oplopen tot 33,5 miljard in 2060. De CU was afwezig bij het debat.