Direct naar artikelinhoud
InterviewFrans van Seumeren

Frans van Seumeren, al tien jaar eigenaar van FC Utrecht: ‘In die korte tijd op aarde kun je maar het beste iets zinvols doen’

Multimiljonair Frans van Seumeren viert dit jaar zijn tienjarig jubileum als eigenaar van FC Utrecht. De club kostte hem al 40 miljoen euro, onder meer door zijn eigen beginnersfouten. Toch heeft hij nergens spijt van. ‘Als ik morgen omval, kan ik niet zeggen dat het saai is geweest.’

Frans van Seumeren, eigenaar van FC Utrecht, op het terras van zijn huis.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Nee, hij is geen type dat lang nadenkt voordat hij een beslissing neemt, zegt Frans van Seumeren. Zo ging dat ook toen hij in 2008, op het vliegveld van Sint-Petersburg, FC Utrecht-commissaris Frans Snijders tegen het lijf liep.

‘Hoe gaat het met de club, Frans?’, informeerde Van Seumeren die dag. ‘Niet goed’, antwoordde Snijders. ‘We zitten diep in de schulden.’ Van Seumeren: ‘Zou dat niet wat voor mij zijn, FC Utrecht?’ Een paar weken later was de deal rond.

In zijn skybox, uitkijkend over het veld van stadion Galgenwaard, zegt Van Seumeren: ‘Ik dacht: ik hou van Utrecht, ik hou van uitdagingen, ik ben gek van sport en ik ben financieel onafhankelijk. Laat ik er iets moois van maken. Zorgen dat de stad een mooie club heeft waar iedereen trots op kan zijn.’

Dit jaar viert Van Seumeren zijn tienjarig jubileum als eigenaar van FC Utrecht. Van 63 procent van de aandelen van FC Utrecht in 2008 ging het naar 99 procent in 2013. Inmiddels heeft hij er daar weer 21 procent van verkocht aan andere bemiddelde supporters, zodat de club niet alleen van hem afhankelijk is. De opbrengst van die verkoop is weer in de club gestopt.

Fans noemen hem liefkozend ‘Fransie’. Hij is een miljonair met het voorkomen van een vriendelijke oom. Grote snor, potig lichaam, Utrechtse tongval. Pal voor de ingang van het stadion staat zijn buste, een geschenk van de supporters. Daaronder de tekst: ‘No guts, no glory.’

Berging Russische kernonderzeeër

Van Seumeren is 68 jaar. Hij groeide op als vierde kind uit een ondernemersgezin van elf kinderen. In het familiebedrijf van zijn vader wordt hij op zijn 22ste directeur. Hij verwerft in 2001 nationale bekendheid als hij met zijn hijs- en transportbedrijf, inmiddels Mammoet geheten, de opdracht krijgt om de Russische kernonderzeeër Koersk te bergen, een prestigeproject.

Via een minutieuze operatie lukt het Mammoet om de Koersk naar boven te halen. De 118 lichamen van de bemanningsleden worden alsnog begraven. Samen met broer Jan, verantwoordelijk voor het operationele gedeelte, ontvangt Van Seumeren hiervoor een onderscheiding van Vladimir Poetin.

Andere wapenfeiten op zijn erelijst: drie keer reed hij de Elfstedentocht uit (waarvan één illegale deelname met een vervalst startbewijs), hij maakte een fietstocht naar het noordelijkste puntje van Noorwegen en wandelde samen met zijn vrouw van Harmelen naar Athene, en via Alicante weer terug.

Maar zijn grootste uitdaging: van FC Utrecht een stabiele middenmoter maken. Van Seumeren neemt een slokje van zijn mineraalwater, dat hij in een theemok heeft ingeschonken en verzucht: ‘Dat was niet zo eenvoudig als ik had gedacht.’ Desgevraagd: ‘Ja, veel ingewikkelder dan de Koersk bergen.’ Het duurde lang voordat Van Seumeren de mores in de voetballerij, die niet voor niets vaak als een jungle wordt getypeerd, in de smiezen had.

Toon Gerbrands zei ooit over zijn entree in de voetbalwereld: ‘In een jungle ken je de weg niet, je hebt een kompas nodig.’ Wie was dat voor u?

‘Ik heb een huis op Ameland. Hans Nijland, directeur van FC Groningen, komt ook vaak op het eiland, omdat zijn vrouw ervandaan komt. Dan drinken we een glaasje bier en nemen het leven door. En Wilco van Schaik, onze toenmalig directeur, had een goede band met Toon Gerbrands. Met hem heb ik ook weleens gepraat. Maar het is vooral leergeld dat ik heb betaald.

‘In het begin wilde ik veel te snel. Ik dacht: ik breng FC Utrecht wel eventjes naar de subtop met een paar aankopen. Maar je kunt pas echt iets bereiken op de lange termijn. Toen ik begon stonden we gemiddeld op plek 9, nu op 4 of 5. Dat heeft tien jaar geduurd.’ Hij stoot de verslaggever aan en schaterlacht. ‘Dure hobby hoor, zo’n voetbalclub.’

Wat is volgens u het grootste verschil tussen de voetballerij en het zakenleven?

‘In het voetbal praat iedereen mee: supporters, sponsoren, media. Dat geeft een heel andere dynamiek. En dan is er nog zoiets als de geluksfactor waar je geen vat op hebt. Uit bij Zenit Sint-Petersburg, in de laatste voorronde van de Europa League, wordt ons in de verlenging een glaszuivere goal ontnomen. Staat die scheidsrechter niet te slapen, dan gaan we door en pakken we zo zes, zeven miljoen mee. Nu sta je met lege handen. Hoe kun je daar nu beleid op maken?’

Veertig miljoen van zijn eigen vermogen is al verdampt in de voetbalclub, onder meer door tegenvallende aankopen. In 2011, terwijl hij bezig was met een fietstocht naar Sint-Petersburg, besloot FC Utrecht om in één weekeinde drie Zweedse voetballers aan te trekken. ‘Ik zei nog tegen mijn vrouw: opvallend, drie Zweden van waarschijnlijk dezelfde makelaar. Maar goed, we reden door een ondoordringbaar bos, er was nauwelijks bereik. Toen heb ik de jongens van de directie de vrije hand gegeven.’

Hij leerde die zomer een belangrijke les: zit er altijd bovenop, anders gaat het fout. ‘Die verdediger was zo houterig dat ik dacht dat ze hem voor VV De Meern hadden aangetrokken, die spits bleek helemaal niet lekker in zijn vel te zitten en die middenvelder… nou ja, die ging eigenlijk nog wel. Maar ze hadden een flink salaris bedongen, met langdurige contracten. Dat heeft me zo acht, negen miljoen gekost.’

Volgens Johan Derksen is het een levensgevaarlijke combinatie: eigenaar en supporter zijn van een voetbalclub. Heeft hij gelijk?

Lachend: ‘Volledig.’

Van Seumeren kan een stootje hebben. In de Quote 500 bezet hij een 120ste plaats. Zijn geschat vermogen is 120 miljoen euro. De tijd dat hij minstens vijftig keer per jaar op Schiphol moest inchecken, is voorbij, maar stilzitten kan hij nog steeds niet. Zo is hij ook nog mede-eigenaar van andere bedrijven, waaronder de Roll Group, gespecialiseerd in zwaar transport over water en weg.

Onder zijn hoede groeide FC Utrecht gestaag uit tot een middenmoter. ‘5,4,5’, somt Van Seumeren de klasseringen van de afgelopen drie jaar op. Hoogtepunten: het bereiken van de KNVB-bekerfinale in 2016 tegen Feyenoord en de Europa League-wedstrijd tegen Zenit Sint-Petersburg, de club uit de stad waar hij zulke mooie herinneren heeft liggen.

Teleurstellingen waren er ook: uitschakeling in Europees verband tegen de Luxemburgse amateurs van Differdange 03, en dit seizoen moest hij al na vier wedstrijden zijn vriend en clubicoon Jean-Paul de Jong ontslaan. ‘Een verschrikkelijke beslissing’, noemt hij dat.

Dit keer te snel beslist?

‘Dat is wel een goed voorbeeld, ja. Als ik iemand een leuke vent vind, dan ben ik al snel geneigd om die aan te nemen. Zo werk ik: ik ga op de persoonlijkheid af. In het geval Jean-Paul dacht ik: hij is er klaar voor. Hij had het hele traject doorlopen: jeugdtrainer geweest, op eigen benen gestaan bij FC Eindhoven, assistent van Ten Hag en ja, toen vertrok Erik naar Ajax. Het was mijn droom om Jean-Paul trainer van FC Utrecht te maken. Het is niet gelukt, zo eerlijk moet je zijn. Niemand neemt alleen maar goede beslissingen in zijn leven. Ik ook niet.’

Hoe is het nu met jullie vriendschap?

‘We hebben geen ruzie, daarvoor zijn we te goed met elkaar. Maar we hebben wel onbewust een rustpauze ingelast.’

Onlangs maakte FC Utrecht bekend dat het voor het eerst sinds jaren zwarte cijfers kon schrijven. Over het boekjaar 2017/18 maakte de club een nettowinst van 4,4 miljoen euro. Het was een trendbreuk met het verleden, waarin de club vooral leunde op de euro’s van Van Seumeren.

Is het het allemaal waard geweest, al die miljoenen in FC Utrecht?

‘Honderd procent. Onderschat het maatschappelijk belang van een voetbalclub niet. We hebben thema’s gehad rond eenzaamheid, overgewicht, er staat hier een blindentribune, we doen projecten met dove mensen. Voor veel mensen is FC Utrecht een ankerpunt in hun leven. Dat is een van mijn belangrijkste drijfveren geweest om hierin te stappen. Mijn geld verdwijnt heus niet alleen in de zakken van de spelers en de makelaars.’

Een beetje cynisch misschien, maar u had van die veertig miljoen ook waterputten in Afrika kunnen laten bouwen.

Na een korte stilte: ‘Dat gebeurt ook. Ik heb projecten lopen in Ghana, Benin. Maar daarmee hoef ik niet in de publiciteit.’

U was in 2000 bijna dood. Heeft dat uw leven veranderd?

‘In die zin dat ik er niet meer bang voor ben. Ik heb al sinds jonge leeftijd last van hartritmestoornissen. Als dat 24 uur aanhoudt, moet je gereset worden. Dan kan via medicijnen of een elektrische schok. Het eerste gebeurde, maar ze vergaten de toevoer van medicijnen stop te zetten. Mijn vrouw zag dat de monitor op nul stond. Die is toen om hulp gaan schreeuwen. Ik hoorde allerlei mensen om mijn bed roepen: meneer Van Seumeren, wakker worden! Maar ik lag zo heerlijk, zo ontspannen. Alle druk viel weg. Ik dacht: ik wil helemaal nog niet terug. Maar kennelijk heb je toch een overlevingsdrang.’

Hij voelt aan zijn pols. ‘Ik heb een heel lage hartslag. 40, 45 slagen per minuut. Ik wil het niet te belangrijk maken in mijn leven, maar onbewust ben ik er altijd mee bezig.’

Er zijn mensen die na hun dood uitgestrooid willen worden op de middenstip.

‘Dat hoeft voor mij niet. Ik vind die buste al erg genoeg. Mooi hoor, dat die mensen dat hebben gedaan, maar ik voel me toch een beetje opgelaten als ik erlangs loop. Zoals ik ertegenaan kijk: we zijn als een zuchtje op aarde aanwezig. Die korte tijd kun je maar het beste iets zinvols doen. Iets wat beweegt, wat exciting is. Ik heb met Mammoet een mooi bedrijf opgebouwd, ik ben naar Athene gewandeld en doe met FC Utrecht mensen een hoop plezier. Als ik morgen omval, kan ik niet zeggen dat het saai is geweest.’

‘Utrechters zouden best wat trotser mogen zijn op hun club.’

Net als veel andere clubs kampt FC Utrecht dit jaar met teruglopende toeschouwersaantallen. Kwamen er vorig jaar nog gemiddeld 18.971 toeschouwers naar de Galgenwaard, dit jaar zijn dat er 17.140. In het seizoen 2016/17 was het gemiddelde 18.276. Over die grilligheid zegt Van Seumeren: ‘De mooiste affiches moeten nog komen dit seizoen. We hebben een verzorgingsgebied van 1,3 miljoen mensen. Maar Utrecht is een forenzen- en studentenstad. Dat zijn niet de grootste voetbalfans. In het omliggende gebied lopen we tegen grenzen aan. In Woerden zijn de inwoners al voor 70 procent voor Feyenoord, in Breukelen begint het Ajax-verzorgingsgebied en vanaf Woudenberg zijn de mensen ook voor Vitesse. Heerenveen en Heracles hebben een veel minder groot verzorgingsgebied, maar voor die mensen maakt de club veel sterker onderdeel uit van hun identiteit. Het gevoel dat het westen op ze neerkijkt, verenigt hen. Dat hebben wij niet. Utrechters zouden best wat trotser mogen zijn op hun club.’