Direct naar artikelinhoud
ReportageFormule 1-verzameling

Voor Formule 1-verzamelaar Joris Meuffels is verzamelen ook een sport

Formule 1-coureurs moesten vroeger veel zuiniger omgaan met hun uitrusting. Het maakt artefacten uit de jaren zeventig goud waard voor verzamelaars als Joris Meuffels.

Joris Meuffels heeft met zijn vrouw afgesproken dat zijn verzameling niet tot buiten de kelder uitdijt.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Zelfs voor iemand met een jaarsalaris van circa 40 miljoen euro is een helm van Ayrton Senna speciaal. Toen Lewis Hamilton vorig jaar een gedragen helm uit 1987 van de racelegende cadeau kreeg van de familie Senna (vanwege de evenaring van het aantal polepositions) noemde hij dat de bijzonderste trofee die hij ooit had verdiend.

Het gele hoofddeksel is een van de exclusiefste artefacten in de racerij. Zes jaar geleden werd een Senna-helm uit 1991 nog voor bijna een ton geveild. Verzamelaars geven ook moeiteloos tienduizenden euro’s uit aan gebruikte racehandschoenen, overalls en auto-onderdelen van de coureur die in 1994 verongelukte.

Hamilton, 33 jaar, reed zondag in Brazilië zijn eerste race als vijfvoudig wereldkampioen: hij heeft twee titels meer behaald dan Senna. Max Verstappen staat als 21-jarige op vijf racezeges, terwijl Senna pas op zijn 24ste debuteerde in de Formule 1. Toch is het de vraag of hun spullen over een kwart eeuw net zo waardevol zijn.

Verzamelaars kijken naar meer dan resultaten, legt Formule 1-verzamelaar Joris Meuffels (32) uit. ‘Ze gebruiken tegenwoordig twee tot drie helmen per weekend. Max rijdt in elke sessie bij wijze van spreken met een nieuwe helm. Veertig jaar geleden hadden ze maar twee helmen per seizoen. Die spullen zijn veel zeldzamer.’

Meuffels haalt plezier uit het zoeken naar spelden in hooibergen. Hij richt zich op de jaren zeventig, een tijd waarin hij toevallig geïnteresseerd raakte toen hij een miniatuurauto kocht van Graham Hill (twee wereldtitels tussen 1958-1975), als fan van Hills zoon Damon.

‘Door dat autootje begon ik te lezen over die jaren. In tegenstelling tot nu was geen auto hetzelfde. Er werd volop geëxperimenteerd’, zegt hij gepassioneerd, terwijl hij wijst naar de Tyrrell P34 met zes wielen uit 1976 in zijn glazen kast vol miniaturen.

Levensgevaarlijk

Het was een tijd waarin de sport levensgevaarlijk was. Coureurs waren durfallen. De Zweed Ronnie Peterson sprong er voor Meuffels uit. ‘Hij had zo veel natuurlijk talent, dat hij om alle problemen in zijn auto heen kon rijden. Samen met Gilles Villeneuve en Stirling Moss wordt hij beschouwd als beste coureur die nooit wereldkampioen is geworden’, zegt hij over de coureur die in 1970 debuteerde in de F1, tien races won en in 1978 verongelukte.

Zijn verzameling begon met ‘een vleugeltje’ van een auto van Peterson die hij rond 2000 kocht op een online­veiling. In de jaren daarna kwamen daar tal van spullen bij, van stuurtjes, gesigneerde foto’s en coureurskleding tot auto-onderdelen. In zijn ouderlijk huis in het Limburgse Echt is nog amper ruimte voor zijn collectie. Zo is de kattenbak op de overloop omringd door onderdelen van Petersons fameuze zwart-gouden Lotus 72.

Naast het bed staat de ingedeukte neusvleugel van de McLaren van Jochen Mass, gehavend door een crash op Zandvoort in 1977. Verderop staan tegen de muur drie achtervleugels achter elkaar. Hij tilt ze op en laat voelen dat de een beduidend lichter is dan de ander. ‘Zo snel ontwikkelden de auto’s in die jaren.’

Hij kocht zijn spullen op veilingen of verkreeg ze via het netwerk dat hij opbouwde op evenementen voor F1-liefhebbers in Engeland en Monaco, waar hij collega-verzamelaars en oud-monteurs tegen het lijf liep.

Op die manier kwam hij ook aan het pronkstuk uit zijn collectie: een helm van Peterson uit 1974. Meuffels: ‘Die heb ik via een Lotus-monteur en dat heeft me drie jaar gekost. Eerst wilde hij hem niet verkopen, maar toen hij doorkreeg dat de helm bij een liefhebber terechtkwam en niet bij iemand met winstbejag, ging hij overstag.’  Over bedragen spreekt Meuffels niet. Hij wil alleen zeggen dat zijn collectie flink wat meer waard is dan wat hij ervoor heeft betaald.

Een keer ontving hij een vervalste helm waarin putjes waren geslagen, zodat het leek alsof hij gebruikt was tijdens een wedstrijd.Beeld Marcel van den Bergh

Raceoverall van Schumacher

Veilingexpert Marc Jans van het Nederlandse onlineveilingplatform Catawiki is betrokken bij een Formule 1-veiling waarvoor tot december ruim 250 objecten worden aangeboden. De collectie is afkomstig van een Europese verzamelaar en heeft een geschatte waarde van een miljoen euro.

Jans legt uit dat de waarde van een object wordt bepaald door tal van factoren. Sommige coureurs waren met hun spullen vrijgeviger dan anderen. Recordkampioen Michael Schumacher gaf veel raceoveralls weg, maar weinig helmen.

Daarnaast zijn spullen prijziger als ze een bijzonder haakje hebben. Op de F1-veiling gaat een Williams-raceoverall van Senna uit zijn laatste seizoen onder de hamer. Jans schat dat daar minimaal 40 duizend euro voor wordt neergelegd.

Spullen van Max Verstappen worden steeds populairder, hoewel zijn handtekening relatief weinig waard is. ‘Max is best toegankelijk voor zijn fans. Hij signeert veel, onder meer op zijn fandagen. Er zijn daardoor veel handtekeningen van hem in omloop.’

De markt voor Formule 1-objecten is klein vergeleken met verzamelspullen uit Amerikaanse sporten, die 70 procent van de mondiale sportverzamelaarsmarkt beslaan. ‘Maar de bedragen kunnen wel gigantisch hoog zijn.’

En dan liggen er vervalsers op de loer. Jans heeft elk artikel op de Formule 1-veiling persoonlijk gecontroleerd op echtheid. Verzamelaar Joris Meuffels poogt onder meer met fotovergelijkingen en het lezen van boeken te voorkomen dat hij een nepartikel koopt.

Hij kan elk detail op zijn objecten verklaren. De helm van Peterson was gedragen tijdens een crash op een training op Zandvoort, waarbij de coureur door een vangnet schoot en met zijn helm tegen een paal knalde. ‘Dat zie je hier’, zegt hij, wijzend op een stukje afgebladerde verf op de blauwe helm.

Een helm van de Ier Derek Daly (49 races tussen 1978 en 1982) verifieerde hij bij de coureur zelf. Die vroeg Meuffels meteen of hij z’n helm terug kon kopen.

Buitenkansjes

Ondanks al die voorzichtigheid kocht hij toch eens een neppe raceoverall en een vervalste helm waarin putjes waren geslagen, zodat het leek alsof hij gebruikt was tijdens een wedstrijd. ‘Dan moet je je verlies nemen.’

Het wordt steeds lastiger iets te vinden voor een ‘normale prijs’, ervaart Meuffels. Spullen uit de jaren zeventig worden zeldzamer en tegelijk gewilder. Onder meer vanwege de film Rush uit 2013 over de strijd tussen de coureurs Niki Lauda en James Hunt, die de interesse in vervlogen F1-tijden heeft aangewakkerd.

Verder heeft Meuffels minder tijd zijn verzameling uit te breiden nu hij na een aantal jaren wonen en werken in het buitenland met zijn vrouw een huis heeft gekocht in Echt. Met haar heeft hij afgesproken dat zijn verzameling niet zal uitdijen tot buiten de kelder.

Of het niet makkelijker is om zich toe te leggen op het verzamelen van spullen van streekgenoot Max Verstappen, die opgroeide op een kwartiertje rijden en van wie in de toekomst alleen maar meer op de markt zal komen?

Misschien wel, maar Meuffels blijft bij ‘zijn’ tijd: ‘Want als iemand een half uur z’n overall heeft aangehad, hoef ik hem niet. Peterson droeg maar een of twee overalls per seizoen, en daar zijn er nog een paar van in omloop. Het is gewoon wachten op het juiste moment. Uiteindelijk is het ook een sport om die buitenkansjes te vinden.’