Direct naar artikelinhoud
Verslaggeverscolumn

Henk uit Emmen is laaggeletterd, maar niet minder scherp dan anderen

Henk uit Emmen is laaggeletterd, maar niet minder scherp dan anderen

Een autochtone Nederlandse man van middelbare leeftijd die zich eerst excuseert voor zijn taal­beheersing: dit heb ik niet eerder meegemaakt. Maar Henk ten Velde (68) uit Emmen is serieus. Hij vreest dat zijn Drentse accent hem soms onverstaanbaar maakt. ‘En je moet me natuurlijk wel begrijpen’, zegt hij in de auto als hij me van het station ophaalt en naar zijn huis rijdt.

Belangrijk inderdaad, want het onderwerp gaat over laaggeletterdheid. Henk heeft moeite met het ­begrijpen van woorden met veel lettergrepen (‘protectionisme’), woorden uit het Engels (‘gerecycled’) en politieke termen (‘interpellatie’). Een oorzaak kan hij niet noemen. Misschien ligt het aan zijn achtergrond. Henk is opgegroeid in Klazienaveen en komt uit een ­gezin van veertien kinderen. Zijn ­familie had het niet breed en lezen was geen prioriteit. Hij behaalde wel een diploma voor Autotechniek.

Henk ten VeldeBeeld RV

Uiteindelijk is Henk aan de slag gegaan als bankwerker in de petrochemische industrie. Ik heb geen flauw idee wat petrochemie betekent, maar ik wil hem niet onderbreken. Later die dag legt Google me uit dat petrochemie ‘de tak van scheikunde is die zich bezighoudt met verwerking van aardolie ­(petroleum) en de producten daaruit’.

Heb ik weer een Nederlands woord geleerd.

Terug naar het onderwerp. Over laaggeletterdheid verschijnen ­geregeld artikelen, maar de feiten blijven zorgelijk: volgens Stichting Lezen & Schrijven hebben 2,5 miljoen Nederlanders van 16 jaar en ouder moeite met lezen en schrijven. De maatschappelijke kosten ten gevolge daarvan zijn hoog, blijkt uit onderzoek van Price­waterhouseCoopers. Laaggeletterden krijgen doorgaans een lager ­salaris en maken hogere zorgkosten. Ze hebben daarnaast minder vertrouwen in de samenleving en ­geloven vaker dat ze weinig invloed kunnen uitoefenen.

Dat laatste geldt trouwens niet voor Henk. Hij laat zijn stem horen als het moet. Vlak voor de feest­dagen belde hij de redactie van Dagblad van het Noorden, de krant waarvan hij al veertig jaar trouw abonnee is. Hij kreeg journalist Bas van Sluis aan de telefoon. Of Van Sluis eens kon ophouden met het gebruiken van die ‘moeilijke academische woorden’ in zijn artikelen, zoals ‘disproportioneel’. Bas van Sluis, die overigens geen academische achtergrond heeft, beloofde hem in de toekomst beter op onnodig moeilijk taalgebruik te letten.

Henk grijnst als ik hem vertel dat ik de journalist heb gesproken. ‘Ja, was een goeie kerel. Ik wilde hem uitleggen dat ik de krant graag lees en op de hoogte wil blijven van het nieuws in de regio, maar dat ik zo vaak moet stoppen met lezen omdat ik een woord niet begrijp.’ Hij laat me zijn notitieblaadjes met ­rijtjes van moeilijke woorden zien. Dit is de oogst van één dag enkele krantenpagina’s lezen.

Moeilijke woorden in de krant.Beeld RV

Om Henk een beetje tegemoet te komen stuurde Dagblad van het Noorden hem twee woordenboeken: van Prisma en van Van Dale. Vond hij erg aardig, maar de woordenboeken hanteren niet altijd ­dezelfde definities. Zoek het woord ‘decadent’ maar eens op. Prisma: ‘met een sfeer van overdreven luxe en geestelijke leegte, in moreel opzicht in verval’. Van Dale: ‘1. in verval. 2. zeer verfijnd, maar innerlijke kracht missend.’ Wat is nu de juiste betekenis?

Henk wil maar zeggen: hij is laaggeletterd, maar niet minder scherp dan anderen.

Het woordenboek dat Henk ten Velde kreeg van Dagblad van het Noorden.Beeld RV

Het valt op dat hij een manier heeft gevonden om het overzicht te houden: betekenissen van opgezochte woorden verwerkt hij automatisch in de categorieën ‘eerlijk’ of ‘oneerlijk’. Neem het woord ­‘corruptie’. Een duister woord, zegt Henk. ‘Het is iets fouts, mensen hebben er last van. Oneerlijk dus.’ Of het woord ‘transparant’. Henk: ‘Dat betekent iets dat open en helder is. Eerlijkheid.’

Eerlijkheid is belangrijk voor Henk, zegt hij. Hij laat zich horen als hij iets onrechtvaardig vindt. De krantenredactie belde hij ook namens laaggeletterden die uit schaamte níét zo snel zullen klagen.

Maar veel krantenlezers zijn ­gesteld op het lezen en leren van moeilijke en mooiere woorden, werp ik tegen. Henk snapt dat, maar heeft hij dan geen recht om op de hoogte te blijven van belangrijk nieuws in de noordelijke provincies? ‘Ook laaggeletterden hebben goede en simpele ideeën’, zegt hij. ‘Ik heb bijvoorbeeld wel een oplossing voor dat ellendige verkeer en de leegloop in de regio. Politici zijn welkom bij mij als ze echt geïnteresseerd zijn.’

Voor kranten heeft hij ook een idee: ‘Schrap 80 procent van de moeilijke woorden voor de laag­geletterden en laat 20 procent over voor de hoogopgeleiden. Dat is ­redelijk voor iedereen.’ Ik hoop dat Henk dit een eerlijke column vindt.