Direct naar artikelinhoud
Nieuwskwalificatiewedstrijden in Thialf

Leerling Roest verslaat meester Kramer op 5 kilometer en pakt gelijk ook baanrecord Thialf

De 22-jarige Patrick Roest reed met 6.08,98 in Thialf een baanrecord op de 5.000 meter. Maar dat telde misschien toch minder dan het in een rechtstreeks duel verslaan van de grote man op die afstand, Sven Kramer.

Patrick Roest ligt al halverwege de race een straatlengte voor op Sven Kramer, die vooruit geschreeuwd wordt door zijn coach Jac Orie.Beeld Klaas Jan van der Weij

Als de leerling de meester wil verslaan, dan kan dat het best op knock-out. Dat leek de gedachte van Patrick Roest tijdens de 5 kilometer van de wereldbekerkwalificatiewedstrijden in Thialf. Met een heel recht eind voorsprong versloeg hij zijn oudere ploeggenoot – en drievoudig olympisch kampioen – Sven Kramer. En passent ontfutselde hij de Fries ook het baanrecord in Thialf. Met 6.08,98 dook hij bijna 0,7 seconde onder het oude record.

De twee kennen elkaar door en door. De afgelopen 3,5 jaar hebben ze uren samen getraind, op het ijs, op de fiets en in het krachthonk. De twee mannen verschillen veel in leeftijd en karakter. Roest is introvert, met een verlegen oogopslag. Kramer is het tegenovergestelde. Toch heeft hij een zwak voor Roest. Hij ontfermt zich over hem. Tijdens een verregende fietstraining in de Alpen stuurt hij zijn bibberende ploeggenoot resoluut naar de teambus. Hij moest niet te gek doen, vond Kramer en nam hem tegen zichzelf in bescherming. Het is precies de eigenschap die de Fries zo aanspreekt. Als niemand zegt dat hij moet stoppen gaat Roest maar door en door.

Het is, naast zijn talent, een van de redenen dat de jonge Zuid-Hollander in 2015 naar de ploeg van Kramer werd gehaald. Met die instelling past hij perfect in het plan om Kramer beter te maken op weg naar de Winterspelen van Pyeongchang.

Beter van trainen met Kramer

Het tegenovergestelde gebeurde ook. Roest werd beter van trainen met Kramer. Vorig seizoen was al duidelijk dat de jonge schaatser steeds dichter in de buurt van het niveau van de oude kampioen kwam. Hij werd tweede op de 1500 meter op de Winterspelen en versloeg hem zelfs op het WK allround in Amsterdam.

Die opmars was geen reden om zich minder open naar hem op te stellen, zei Kramer een paar dagen voor de wereldbekerkwalificatiewedstrijden. Hij had andere ploeggenoten in het verleden weleens niet wijzer willen maken dan ze waren, maar dat geldt niet voor Roest. Daarvoor heeft Kramer te veel aan hem te danken, stelde hij. Zonder Roest als sparringpartner was het halen van zijn derde olympische gouden medaille op de 5 kilometer op rij een stuk lastiger geweest.

Kramer had best reden om zich bedreigd te voelen, want begin oktober reed zijn jonge teammaat ook een baanrecord op de 3 kilometer in Thialf. Ook dat record stond daarvoor op naam van de 32-jarige Fries.

Kramers rug is een blijvende zorg

Een week na Roests recordrit kwam Kramer in Inzell tot 6.10,97, een tijd waarmee hij zijn ploeggenoot iets meer dan 2 seconden te snel af was. De 32-jarige Fries putte hoop uit dat sterke optreden, maar wist ook dat hij met zijn lichaam altijd rekening moest houden met tegenslag. Kramers rug is een blijvende zorg. Het versperde hem vorig jaar de weg naar goud op de 10 kilometer en het is nog altijd niet volledig onder controle. ‘Fysiek gaat het nog op en neer. Soms gaat het een week heel goed, maar nu heb ik een mindere week. Het is jammer dat ik de lijn van twee weken geleden niet heb kunnen doortrekken. Dat is spijtig.’

Na het verlies in Thialf bleef Kramer hoffelijk. ‘Niets dan lof voor Patrick. Ik heb niet getwijfeld of hij dit kon. Het was alleen de vraag wanneer hij het zou doen. Dat is ook voor mij even slikken.’

Al onderweg had Kramer de teugels wat laten vieren. Hij merkte dat hij niet mee kon in het tempo van zijn tegenstander. Er was geen reden om dan nog alles eruit te persen, vond hij. ‘Uiteindelijk is het maar een plaatsingswedstrijd en als je een keer voelt dat het niet gaat, dan denk je alleen aan het plaatsen.’

Hoewel Kramer met 6.17,09 niet alleen veel tijd prijsgaf op Roest, maar ook achter Jorrit Bergsma eindigde, is hij ervan overtuigd dat hij niet voorgoed verslagen is. Daarvoor ging het de afgelopen weken te goed. ‘Heel ver weg zal het niet zijn. In 99 procent van de gevallen zit ik aan de goede kant van de medaille en nu niet.’

Van een wisseling van de wacht is geen sprake, denkt Kramer. ‘Maar dit was wel meer dan een visitekaartje.’ Roest bleef aardig voor zijn mentor. Over een knock-out wilde hij het niet hebben. ‘Ik snap dat het vervelend voor hem is dat ik zijn baanrecord verbeter, maar ik ga ervan uit dat hij dat nog wel aan zal vallen. Sven Kramer is nog niet afgeschreven. Het is niet dat ik nu niet meer bang voor hem ben.’