Direct naar artikelinhoud

Meer nareizigers dan nieuwkomers onder de asielzoekers

Er zijn vorig jaar iets meer asielzoekers naar Nederland gekomen dan het jaar ervoor. Dit komt vooral door vijftienduizend nareizigers, familieleden die zich herenigen met toegelaten asielzoekers die tijdens de grote vluchtelingenstroom van 2015 naar Nederland kwamen. 

Onder de nareizigers zitten vooral vrouwen en kinderen die zich herenigen met hun echtgenoten en vaders.Beeld Martijn Beekman

Het aantal ‘eerste aanvragers’ liep weliswaar flink terug, maar dat wordt tenietgedaan door de gezinsherenigingen. Daarnaast nam Nederland in het kader van internationale afspraken 3.700 vluchtelingen over uit andere landen, waaronder Turkije, Griekenland en Italië.

Dit staat in de Rapportage Vreemdelingenketen 2017 die het ministerie van Justitie en Veiligheid maandag heeft gepubliceerd. Het totaal aantal asielverzoeken bedroeg vorig jaar ruim 35 duizend. De forse daling ten opzichte van 2016 (van 59.100 naar 33.500) heeft daarmee niet doorgezet. De lichte stijging wordt vooral veroorzaakt door een na-ijleffect na de asielpiek van 2015.

In 2016 waren er ruim 11.800 nareizigers, vorig jaar steeg dat aantal naar bijna 15 duizend. Ook het aantal asielaanvragen dat voortvloeide uit herverdeling en herplaatsing is toegenomen. Daarbij speelt de zogenoemde Turkije-deal een grote rol. Die houdt in dat Turkije alle vluchtelingen moet terugnemen die de oversteek naar Griekenland maken. Voor elke vluchteling die Turkije terugneemt moet de Europese Unie op haar beurt een vluchteling overnemen van Turkije. Nu die terugstroomregeling beter op gang is gekomen draagt hervestiging met 2.270 overgenomen asielzoekers in Nederland juist bij aan een lichte stijging.

Eigen quotum

Van de Griekse en Italiaanse autoriteiten nam Nederland 1.430 vluchtelingen over, een indirect gevolg van de piek van 2015 . In 2016 spraken de Europese landen af asielzoekers uit de landen rond de Middellandse Zee over te nemen om de druk daar te verlagen. Hoewel Nederland niet aan het eigen quotum voor hervestiging en herplaatsing voldoet, neemt het wel meer asielzoekers over dan de meeste andere Europese landen.

Het aantal vertrekkende asielzoekers daalde in 2017 licht, door een lager aantal ‘nieuwe aanvragen’, waardoor er ook minder mensen meteen werden afgewezen. In totaal verlieten ruim 15 duizend mensen Nederland vanwege ‘onrechtmatig verblijf’.

Voor het eerst sinds 2012 steeg het aantal ‘gedwongen vertrekkers’: vorig jaar 2.700. Daarnaast deden 2.370 asielzoekers een aanvraag voor hulp bij vrijwillig vertrek uit Nederland. De meesten van hen waren Iraakse asielzoekers die terugkeren naar Irak. Het kabinet hoopt dat op termijn ook de vrijwillige terugkeer naar Syrië op gang komt. Daarvan is nu nog nauwelijks sprake.

Door de daling van het aantal ‘eerste asielaanvragen’ raken asielzoekerscentra steeds leger. Daar komt bij dat gemeenten zich inspannen om meer mensen met een verblijfsvergunning huisvesting te geven. Die leegloop maakt dat het rustiger is in en rond de centra. Ten tijde van de asielpiek in 2015 heerste er een fel maatschappelijk debat over de veiligheid. Uit de cijfers van het ministerie blijkt dat met de daling van de bezetting het aantal meldingen van incidenten evenredig afnam.

De daling van het aantal asielzoekers in de centra heeft ook gevolgen voor organisatie van de opvanglocaties. De capaciteit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) moest het afgelopen jaar flink omlaag, een daling die nog voortduurt. Er werden al 45 COA-locaties gesloten en 948 werknemers moesten vertrekken.