Direct naar artikelinhoud

Franse leraren wanen zich in onderwijsparadijs door kleine klassen in de banlieues, maar werkt het?

Het is de belangrijkste onderwijsmaatregel van president Macron: het verkleinen van de eerste klassen op scholen in achterstandswijken. De meester waant zich in een onderwijsparadijs, maar hebben de leerlingen er echt baat bij?

Onderwijzer Bruno Carrère met zijn eerste klas (groep 3) van dertien leerlingen op de lagere school Romain Rolland in de Parijse voorstad Bobigny.Beeld Steven Wassenaar

'Welke dag is het vandaag?', vraagt onderwijzer Bruno Carrère. Het bord laat zien dat het gisteren maandag 15 januari was, maar de kleine Mohammed-Ali kijkt hulpeloos de klas in. Meester Carrère had hem net zo goed kunnen vragen een gedicht uit het Chinees te vertalen.

We zijn in de eerste klas van de lagere school Romain Rolland in de Parijse voorstad Bobigny. In Nederlandse termen: groep 3 van de basisschool, de klas waar de leerlingen serieus gaan lezen, schrijven en rekenen. Aan de muur hangen educatieve afbeeldingen, de vissen Lili en Alexcoca zwemmen onverstoorbaar hun rondjes. Maar in één opzicht is deze klas anders: zij telt slechts 13 leerlingen.

Het is de belangrijkste onderwijsmaatregel van president Macron: op lagere scholen in achterstandswijken worden de klassen in het eerste leerjaar gehalveerd, van gemiddeld 24 naar 12 leerlingen. Op termijn zullen ook de klassen in het tweede leerjaar worden gehalveerd. Dit schooljaar zijn 2.500 kleine klassen van start gegaan, uiteindelijk moeten het er 12 duizend worden.

Onderwijs is voor Macron de beste manier om de situatie in de banlieue te verbeteren. Op dit moment gaat 20 procent van de leerlingen uit achterstandswijken als functioneel analfabeet naar de middelbare school, zegt docent Bruno Carrère: 'Ze kunnen de letters lezen, maar ze snappen eigenlijk niet wat er staat.' Veel leerlingen maken hun school niet af, kunnen geen werk vinden en raken verzeild in de criminaliteit. De afgelopen tien jaar is er een nieuw probleem bij gekomen: de opmars van de radicale islam in de banlieue. Hoewel het verband tussen sociale achterstand en terrorisme niet rechtlijnig is, voldoen veel terroristen en Syriëgangers aan het profiel van de draaideurcrimineel uit de banlieue die verlossing zoekt in een gewelddadige ideologie.

Macron wil het probleem bij de wortel aanpakken. Wie goed leert lezen, schrijven en rekenen, is veel beter toegerust voor de middelbare school en de Franse samenleving. En zo kon Bruno Carrère (48) deze zomer zijn klas opnieuw inrichten. De traditionele opstelling in bankjes van twee werd vervangen door eilandjes waaraan vier leerlingen zitten. 'Het is een privilege om zo te kunnen werken', zegt hij. 'Ik kan nu aandacht besteden aan elke leerling afzonderlijk. Toen ik nog les gaf aan 24 leerlingen, stelde ik mezelf elke avond de vraag: heb ik alle kinderen gezien? Dan kwam het voor dat ik me sommige leerlingen helemaal niet kon herinneren. In grotere klassen heb je veel sneller dat altijd dezelfde vier kinderen het hoogste woord voeren. Nu kan ik naar ieder kind afzonderlijk gaan.'

Lagere school Romain Rolland heeft klassen van 12 leerlingen, een maatregel van Macron.Beeld Steven Wassenaar
Wie goed leert lezen, schrijven en rekenen, is beter toegerust voor de middelbare school en de Franse samenleving

Die extra aandacht is geen overbodige luxe, zegt hij. 'We hebben veel kinderen die van geboorte niet Franstalig zijn. De kleine Ramata bijvoorbeeld is pas vorig jaar uit Senegal gekomen. Bij haar thuis wordt een lokaal dialect gesproken. Manuel komt uit de Roma-gemeenschap en is extreem zwak in Frans. Er zitten ook kinderen bij die drama's hebben meegemaakt, die seksueel misbruikt zijn', zegt hij. 'Van de 13 kinderen komen er 5 uit een eenoudergezin. Als zo'n kind ziek wordt, is er een kans van 70 procent dat hij de hele dag ziek in een hoekje zit, omdat niemand tijd heeft om hem op te halen. We hebben één kind uit een polygaam gezin. Zijn vader heeft een vrouw in Frankrijk en twee vrouwen in het land van herkomst.'

Goedmoedige reus

Carrère heerst als een strenge, maar goedmoedige reus over zijn kinderen. Hij is geen doorsneeleraar. Lange tijd werkte hij in de overheidsbureaucratie, lange tijd als directeur personeelszaken bij een gemeente. 'Drie jaar geleden ben ik op deze school begonnen. Ik wilde mijn leven een andere richting geven.'

Zelf groeide hij op in Bobigny. Als hij uit het raam van zijn klas kijkt, ziet hij de torenflats van zijn jeugd. 'Ik wilde iets teruggeven voor wat de school mij gebracht heeft', zegt hij. 'Misschien benader ik de kinderen anders omdat hun wereld een beetje lijkt op die van mij vroeger. Natuurlijk is de banlieue erg veranderd. Vroeger was deze buurt ook niet rijk, en er was al een flinke immigratie, maar de vaders van mijn klasgenoten werkten bij Peugeot in Poissy of bij Citroën in Aulnay-sous-Bois. Iedereen werkte. In deze klas heeft ongeveer de helft van de ouders een baan. Vaak is het werken om te overleven: nachtwerk, uitzendwerk, zwart werk.'

Onderwijzer Bruno Carrère met een leerling.Beeld Steven Wassenaar
Om een hervorming van deze omvang te beoordelen, moet je meer tijd nemen. Maar nu wordt elke twee, drie jaar de oude vervangen
Bruno Carrère, onderwijzer

Dat is het drama van de banlieue: de fabrieken sloten, maar de immigratie ging door. De werkloosheid in Frankrijk bedraagt 9,4 procent, maar kan onder jongeren in de banlieue oplopen tot 40 procent. President Macron wil de werkloosheid bestrijden door de arbeidsmarkt te flexibiliseren, de lasten voor het bedrijfsleven te verlagen en het economisch vertrouwen te herstellen. Maar voor de banlieue is meer nodig. Het Franse onderwijs is van oudsher gericht op elitevorming en heeft daarom een sterk theoretische inslag. Macron wil het beroepsonderwijs versterken als alternatieve route voor jongeren die intellectueel minder hoog scoren. Maar het belangrijkste is de kleine klas, waar de basis moet worden gelegd voor een loopbaan in Frankrijk.

De klas van meester Carrère is een onderwijsparadijs, maar de vraag is natuurlijk: werkt het ook? Leren de kinderen hier inderdaad beter lezen, schrijven en rekenen?

'Het is te vroeg om daar iets van te zeggen', zegt Carrère. 'In maart nemen we toetsen af. Dan kunnen we een vergelijking maken met voorgaande jaren, toen de klassen groter waren. Maar om een hervorming van deze omvang te beoordelen, moet je meer tijd nemen. Dat is vaak het probleem in het onderwijs: elke twee, drie jaar wordt weer een nieuwe hervorming aangekondigd die de oude vervangt. Mijn gevoel zegt dat het effect relatief zwak zal zijn als je alleen de eerste klas van de lagere school verkleint. Maar als je het experiment kunt verlengen tot de tweede klas, wat de bedoeling is, en misschien zelfs in een wat lichtere vorm tot de derde klas, dan zou je echt iets kunnen veranderen.'

In sociaal opzicht zal de winst van de kleinere klassen pas op termijn blijken. Pas over twintig jaar zullen we weten of Ramata, Manuel, Mohammed-Ali en de andere kinderen van meester Carrère hun weg in de Franse samenleving hebben weten te vinden. In politiek opzicht boekt Macron echter meteen winst. De president is een meester in symboliek en communicatie. Er zijn talloze manieren om het onderwijs te verbeteren, maar de kleine klas is zichtbaar en populair bij ouders en docenten. Voor Macron is het belangrijk om iets te doen voor de minst bedeelden in de banlieue, omdat hij door veel Fransen wordt gezien als een 'president van de rijken'.

Onderzoek naar effect

De wetenschap is verdeeld over het effect van kleinere klassen. Volgens onderzoek in de Amerikaanse staat Tennessee in de jaren tachtig zouden kleine klassen gunstig zijn, vooral voor leerlingen uit minderheidsgroeperingen. In Frankrijk werden de klassen in achterstandswijken in 2002 al eens verkleind. Kinderen uit kleine klassen deden het iets beter, maar het effect verdampte, eenmaal weer in een grotere klas, al snel. Onderzoekers uit Grenoble constateerden in 2011 dat veel scholen hun minst ervaren docenten hadden ingezet. Hiervoor gecorrigeerd zouden kleine klassen toch effectief zijn.

Lelijk eendje

In de klas vertelt Bruno Carrère het sprookje van het lelijke eendje. 'Wordt het eendje verstoten omdat hij lelijk is? Nee, hij wordt verstoten omdat hij anders is', zegt Carrère. De moraal is duidelijk: we moeten elkaar accepteren, ondanks al onze verschillen. Maar hier in de banlieue heeft het sprookje nog een andere, bittere betekenis. Deze kinderen, die nu nog in de besloten wereld van hun quartier leven, zullen vroeg of laat met discriminatie te maken krijgen.

Kan de school wel opboksen tegen de immense problemen van de buitenwereld? Carrère: 'Als ik niet optimistisch zou zijn, zou ik een ander vak zoeken. Ik geloof dat kleinere klassen een bijdrage kunnen leveren, ik geloof het echt. We geven ze meer kans om te slagen. Als het mislukt, dan krijgen we een samenleving waarin achterstanden van generatie op generatie worden doorgegeven. Dan vrees ik voor de toekomst van mijn kinderen. Ze zullen het persoonlijk best goed doen, ik ben onderwijzer en mijn vrouw is advocaat. Maar de samenleving die we hun achterlaten is totaal gespleten. Dan zullen er onvermijdelijk botsingen plaats vinden, zoals we die hier gezien hebben in 2005.'

Als het mislukt, dan krijgen we een samenleving waarin achterstanden van generatie op generatie worden doorgegeven
Bruno Carrère, onderwijzer

Hoe is het in Nederland?

Zijn de klassen op scholen in Nederlandse achterstandswijken kleiner dan op andere scholen? Noch het ministerie van Onderwijs, noch de Onderwijsinspectie, noch de organisatie van schoolbesturen PO-raad beschikt over cijfers. Volgens de 'gewichtenregeling' krijgen scholen voor kinderen met laagopgeleide ouders tot ruim twee keer zo veel geld als voor een reguliere leerling (4.900 euro per jaar). Scholen kunnen van dat extra geld een remedial teacher aanstellen (die leerlingen een op een begeleidt), klassenassistenten inhuren of klassen verkleinen. Dat laatste wordt door het lerarentekort wel lastiger. De PO-raad is wel voorstander van kleine klassen in achterstandswijken. Maar 'door de bezuinigingen op de gewichtenregeling is dit onmogelijk', zegt voorzitter Rinda den Besten. Volgens het ministerie is er niet bezuinigd, maar 'komen minder kinderen voor de regeling in aanmerking omdat de ouders nu hogeropgeleid zijn'.