Direct naar artikelinhoud
Nieuws

OM eist 20 jaar cel voor Hüseyin A., verdachte van moord op Milica van Doorn: ‘Uit niets blijkt berouw’

Het Openbaar Ministerie (OM) eist een celstraf van twintig jaar tegen Hüseyin A. De 48-jarige Turks-Nederlandse man wordt ervan verdacht dat hij in 1992 de 19-jarige Milica van Doorn verkrachtte en doodde in Zaandam. A. beweert onschuldig te zijn.

Rechtbanktekening van verdachte Hüseyin A. tijdens de zitting in de strafzaak in de zwaar beveiligde rechtszaal op Schiphol.Beeld ANP

Volgens de aanklagers is A. een berekenende dader. ‘Uit niets blijkt berouw. Het komt niet in hem op om het echte verhaal te vertellen. Hij heeft een 19-jarig meisje, dat een heel leven voor zich had, gedwongen tot seksueel contact. Ze moet onvoorstelbaar bang zijn geweest, ze moet hebben geweten dat haar laatste uur had geslagen’, aldus de officier van justitie woensdag.

De dood van Milica van Doorn is een zaak waarop de afgelopen 26 jaar tientallen rechercheurs hun tanden hebben stukgebeten. De zaak is meermalen opnieuw tegen het licht is gehouden. Haar lichaam werd op 8 juni 1992 verminkt en ontkleed aangetroffen in een vijver in Zaandam. De avond ervoor had ze een feestje gehad. Ze wilde de bus naar huis nemen, maar die reed niet omdat het Pinksteren was. Toen is ze zeer waarschijnlijk naar huis gaan lopen.

‘Het is een zaak waardoor vrouwen zich minder veilig voelen. De manier waarop haar lichaam is aangetroffen, veroorzaakt gevoelens van angst en verbijstering in de samenleving’, aldus de aanklager.

De uiteindelijke doorbraak in deze zaak was het resultaat van een grootschalig dna-verwantschapsonderzoek in 2017. Volgens justitie was dat het laatste redmiddel om de zaak op te lossen. Hüseyin A. weigerde echter zijn erfelijk materiaal af te staan. Hij kwam toch in beeld nadat zijn broer dna had afgestaan. Het was de tweede keer dat zo’n onderzoek in Nederland werd gehouden. De eerste keer leidde het naar de dader in de zaak van Marianne Vaatstra. En afgelopen najaar resulteerde dezelfde methode in een verdachte in de zaak van Nicky Verstappen.

Meteen na de aanhouding gaf A. een eerste verklaring, die hij later introk. Hij vertelde de politie dat hij op 7 juni 1992 dronken naar huis fietste en dat iemand ‘klootzak’ tegen hem had gezegd. Volgens hem was er nadien een geest in hem gekomen. Hij kon daarom weinig meer over die avond vertellen. Op de vraag hoe zijn sperma in het lichaam van Milica van Doorn was terechtgekomen, antwoordde de Nederlands-Turkse man toen: ‘Ik weet het niet, misschien de geest is gedaan toen, ik weet het niet.’

Nadien heeft hij gezwegen, tot maandag in de rechtszaal. Daar vertelde hij dat hij een geheime relatie had met Milica. Dat zou de verklaring zijn voor het aantreffen van zijn dna in het lichaam van het meisje. ‘Ik ben geen verkrachter en geen moordenaar.’ Zijn advocaat erkent dat zijn cliënt ‘de schijn tegen heeft’. Hij bepleitte dat het OM niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard, omdat de zaak verjaard zou zijn. Ook stelde hij dat er tijdens het onderzoek in 1992 allerlei fouten zijn gemaakt bij het veiligstellen van sporen, en dat door tijdsverloop bewijsmiddelen zijn verdwenen. ‘Zelfs de zedenset is er niet meer, waardoor nader onderzoek niet meer gedaan kon worden. Er kan niet meer gesproken worden van een eerlijk proces.’

Het OM stelt dat de aangetroffen spermasporen in het lichaam van Van Doorn zonder enige twijfel een daderspoor is, en vindt de verklaring van de verdachte ‘volledig ongeloofwaardig’. ‘De verdachte is op een heel berekenende wijze de gaten in het dossier aan het vullen.’ Er is geen bewijs voor het alternatieve scenario van de verdachte, aldus de aanklager. Afgelopen jaar zijn de gesprekken die de verdachte in de gevangenis voerde tijdens het bezoek van zijn familie opgenomen. Volgens het OM heeft hij tijdens die gesprekken alternatieve scenario’s bedacht.

De nabestaanden van Milica van Doorn vertelden maandag tijdens de eerste zittingsdag in de rechtbank hoe de dood van hun zus en dochter hun leven blijvend heeft getekend. ‘Ik weet nog heel goed wat ik maandag 8 juni 1992 deed’, zei haar jongste zus. ‘Ik was thuis en las een boek voor school. Mijn ouders waren weg, ze waren op zoek naar Milica. Zij was die nacht niet thuisgekomen. De deurbel ging. Ik zag de politie en dacht nog: oh, ik ben wel heel vaak door rood gereden met mijn fiets afgelopen tijd. Maar de agenten vertelden dat ze mijn zus hadden gevonden. In de vijver bij de kerk waar mijn ouders getrouwd waren. In het begin was er vooral verdriet, daarna was er de schok wegens de lugubere aanblik van Milica’s lichaam’, zei de zus van het slachtoffer. ‘Ik walg van het idee dat er mannen zijn zoals u. Mannen die als ze seks willen iemand pakken, iemand doodsteken en haar als ze klaar zijn weggooien alsof ze afval is.’

Eén zus heeft bij de rechtbank een schadevergoeding geëist, ze hoopt onder meer op een vergoeding van 25 duizend euro voor shockschade. Zij lijdt aan PTSS. Het is echter de vraag of dit verzoek wordt toegewezen. Volgens de wetgeving die gold op het moment dat dit misdrijf werd gepleegd, zouden de nabestaanden maximaal recht hebben op 680 euro.

Meer over dna-onderzoek en de vragen die dat oproept

Het lijkt de oplossing: het dna van iedereen registreren, zodat daders sneller kunnen worden opgespoord. Maar is dat logistiek haalbaar bij 17 miljoen mensen en hoe is de privacy gewaarborgd? 

Het Openbaar Ministerie blijkt onnodig vaak dna-materiaal af te nemen van veroordeelden. Volgens officieren van justitie komt dat door onduidelijke criteria van wanneer dit wel en niet moet gebeuren. Ook nemen sommige aanklagers liever het zekere voor het onzekere na kritiek dat zij voorheen te laks waren met het afnemen van dna.

Is Jos B., verdachte van de moord op Nicky Verstappen, er gloeiend bij? Niet op basis van een dna-spoor alleen. Want de steeds verfijndere techniek maakt het weliswaar makkelijker om dna-sporen veilig te stellen, maar leidt tegelijkertijd tot meer controverse over de interpretatie van die sporen.