Goedemorgen, Het is een gek gevoel. De overzijde van de weg is een eindeloze parade van koplampen, tienduizenden autoās in haastige aftocht. Mijn weghelft is leeg. Ik rijd de verkeerde kant op: naar de orkaan, niet ervandaan. Na de verwoesting van Helene heeft Milton zich aangediend. Ik doe in Florida verslag. Met fotograaf Adam Gray en vijf jerrycans benzine ben ik onderweg naar Tampa, waar een catastrofe is voorspeld. Werken als correspondent bestaat goeddeels uit reageren. Er gebeurt iets, wij reizen erheen. Achteraf. Ditmaal weet ik wat er gƔƔt gebeuren. De lucht is nog helder, de palmbomen wiegen zachtjes, maar straks zal het geweld onontkoombaar losbarsten. Milton treft ons in het donker. De nacht brengen we door in een hotel dat voornamelijk wordt bevolkt door journalisten. De lichten flikkeren, het brandalarm loeit aanhoudend. Buiten schreeuwt de wind. Slechts de tv-verslaggevers betreden nog dit decor van regen. Ik kan het niet laten, en zet ook een paar passen. Slechts met grote inspanning blijf ik overeind. Wij kunnen ze voorspellen, beschrijven, proberen te begrijpen: maar als zoān storm er eenmaal is, resteert niets dan dekking zoeken. De kracht beangstigt me. Tegelijk schuilt er betekenis in het besef dat wij mensen ā en dat willen we nog weleens vergeten ā niet de hoogste macht zijn op deze planeet. Bij lange na niet. Na de woeste nacht ga ik de straat op. Hoe hebben de inwoners van Tampa de orkaan beleefd? En wat betekent dit voor de verkiezingen volgende maand? Lees mijn reportage hier. Vriendelijke groeten, Thomas Rueb (correspondent Verenigde Staten)
|