Direct naar artikelinhoud

Kunst en voetbal: prijzige speeltjes voor de superrijken

Voetbal en kunst hebben met elkaar gemeen dat er astronomische bedragen in omgaan, veelal dankzij superrijken die hun status verhogen met grote aankopen. Steraanvaller Neymar is een al bijna even gewild verzamelobject als een Da Vinci.

Virgil van Dijk en Vincent van Gogh.Beeld anp

Als Cristiano Ronaldo een bal kopt, blijft hij met dat kaarsrechte, gebeeldhouwde lijf weleens zó lang en zó hoog in de lucht hangen, dat hij voor eventjes lijkt losgekomen van zwaartekracht en tijd. Een standbeeld voor een fractie van een moment. En zie hoe Messi week in week uit de grenzen der verbazing weet op te schuiven en goed getrainde atleten voorbijflitst alsof het te zwaar beladen boodschappenwagentjes zijn. Denk eens aan de manier waarop Zinédine Zidane in één vloeiende beweging een bal in volle vaart kon aannemen en in diezelfde beweging een tegenstander kon uitspelen. Denk eens aan hoe Dennis Bergkamp, lang voordat hij cultuurbewaker was, in het shirt van Arsenal tegen Newcastle United voetbal en ballet liet samenkomen in dat ene doelpunt. Denk eens aan Johan Cruijff.

Soms valt voetbal samen met hogere kunst. Maar Rob Jansen, de vooraanstaande voetbalagent over wie onlangs het door Michel van Egmond geschreven boek Deal verscheen, neemt dat wel heel letterlijk.

Afgelopen zomer kocht voetbalclub Paris Saint-Germain (PSG) de Braziliaanse voetballer Neymar voor het verbijsterende bedrag van 222 miljoen euro. Een andere Braziliaan, Philippe Coutinho, verruilde begin deze maand Liverpool FC voor FC Barcelona tegen een bedrag van 160 miljoen euro. Onze eigen Virgil van Dijk werd eind december in één klap de allerduurste verdediger ooit toen Liverpool 85 miljoen voor hem betaalde aan Southampton. Obscene bedragen, is de communis opinio. De voetbalwereld is doorgedraaid, losgezongen van de realiteit. Maar Rob Jansen vindt van niet. 'Er worden wekelijks schilderijen over de hele wereld voor vergelijkbare prijzen verhandeld en daar doet nooit iemand moeilijk over', zegt hij in Deal. 'Waarom zijn Picasso en Van Gogh wel 200 miljoen waard en Messi niet?'

Maar kun je die twee zaken überhaupt met elkaar vergelijken?

Ronaldo vs. Rembrandt, Leonardo vs. Lionel, Neymar vs. Newman?

Ja, vindt Jansen, want voetballers bieden net zoveel mensen net zoveel plezier als kunst.

Waarom zijn Picasso en Van Gogh wel 200 miljoen waard en Messi niet?
Rob Jansen, voetbalagent

Opbieden

Daar valt wat voor te zeggen. Zowel voetbal als kunst is in essentie een vorm van vermaak. De een koopt een kaartje om met zeventigduizend anderen in een stadion naar Messi te kijken, de ander koopt een kaartje om met zeventig anderen in een zaaltje een selfie met de Mona Lisa te maken. Allebei appelleren ze aan het verlangen mensen iets bovenmenselijks te zien doen of maken, beiden bieden escapisme, beiden ontroeren, beiden zijn wereldsterren met wie je op de foto wilt.

Maar daar houden de overeenkomsten niet op. Laten we als uitgangspunt even de aankoop van Neymar nemen door Paris Saint-Germain voor 222 miljoen euro en de recente aanschaf van Leonardo da Vinci's schilderij Salvator Mundi voor 382miljoen euro door het Louvre Abu Dhabi.

'Bij de Da Vinci waren er twee partijen die allebei over ongelooflijke hoeveelheden geld beschikken', zegt Olav Velthuis, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in economische sociologie en de sociologie van kunst. 'In principe zijn er maar twee mensen nodig om een prijs zo ver op te drijven.' Klinkt bekend, want in het geval van Neymar waren er ook twee giganten die tegen elkaar opboden: het steenrijke Manchester City en dus Paris Saint-Germain, dat uiteindelijk won. Dat is het korte antwoord. 'Het lange antwoord', zegt Velthuis, 'is dat er steeds meer mensen op de wereld zijn die heel veel geld hebben. Het aantal miljardairs is sinds de jaren negentig sterk toegenomen. Dat zijn er nu meer dan tweeduizend.'

En als je een vermogen hebt van 50 miljard euro, zegt Velthuis, is de aanschaf van een schilderij of voetballer van 100 miljoen euro hetzelfde als voor ons een nieuw paar schoenen kopen.

De Salvator Mundi van Da Vinci.Beeld afp

Zowel de koper van Neymar (Paris Saint-Germain is in handen van het sportfonds van Qatar) als de koper van de Da Vinci komen uit het Midden-Oosten. Dat is geen toeval. 'Ze zijn daar de afgelopen jaren kunstverzamelingen gaan aanleggen en daarvoor musea gaan bouwen', zegt Velthuis. 'En recenter zijn ze zich voor voetbal gaan interesseren. Dat zijn allebei strategieën om te kunnen omgaan met het tijdperk waarin olie minder belangrijk is. Wat nu een onbeperkte bron van inkomsten is, is over een aantal decennia opgedroogd. Je zou kunst en sport allebei als een soort experiment kunnen zien van hoe je die economie kunt hervormen.'

Het is dus niet voor niets dat Qatar het WK in 2022 organiseert en Abu Dhabi zijn eigen Louvre opende. Maar er schuilt meer achter de inmenging van het grote geld met voetbal en kunst.

De 222 miljoen euro voor Neymar ging in tegen alle regels van het verdienmodel van de voetbaltransfer zoals we die kenden. 'Hij geeft natuurlijk toegevoegde waarde want daar gaat het om aan het desbetreffende elftal', zegt Rob Jansen in een telefoongesprek over de komst van Neymar naar PSG. 'Daardoor stijgt ook de commerciële waarde van zo'n team; de tv-rechten kunnen weer verhoogd worden, merchandising kan omhoog, ze gaan trips door Azië maken voor extreme bedragen. Het is niet alleen maar emotie, er zit wel een verhaal achter.' Maar je kunt je sterk afvragen, zegt Jansen, of je bedragen van 200miljoen nog op die manier kunt terugverdienen. Politiek is ook een rol gaan spelen. 'Neymar wordt gebruikt door het Qatarese fonds om het land, dat er niet zo gezellig op staat in de wereld, te promoten.'

Winner takes it all

Nog belangrijker: kunst, maar vooral voetbal, zijn de afgelopen jaren populaire vrijetijdsbestedingen van de superrijken geworden. Toen de transfer van Gareth Bale van Tottenham Hotspur naar Real Madrid voor 100miljoen euro in de zomer van 2013 de voetbalwereld op zijn kop zette, schreef sportjournalist Simon Kuper: 'De aanschaf van Bale is niet als het kopen van een machine die voor een jaarlijkse opbrengst zorgt. Het is meer als het kopen van een Picasso; een prachtig object dat zijn eigenaar status bezorgt.' Volgens Kuper is het niet voor niets dat Florentino Pérez en Sheikh Mansour behalve de respectievelijke eigenaars van Real Madrid en Manchester City, ook kunstverzamelaars zijn. 'Net als de vriendin van Roman Abramovitsj, de eigenaar van Chelsea.' Neymar en Salvator Mundi als trofeeën van miljardairs. 'Ze willen het duurste speelgoed', zegt Jansen, 'en ze hebben het geld ook nog.'

Zowel in de kunst- als de voetbalwereld geldt het economische principe van winner takes all. 'Daarbij slaagt een heel kleine groep spelers erin een heel groot deel van de inkomsten in dat veld naar zich toe te trekken', zegt Olav Velthuis. Dus vooral de topvoetballers en topkunstenaars verdienen extreem veel geld. De schilders en voetballers onder aan de ladder krijgen weinig mee van die astronomische bedragen. Een klein percentage van de spelers verdient het grootste percentage van het geld. En dat heeft weer te maken met hoe dit soort werelden werkt, zegt Velthuis.

'Het klinkt heel simpel, maar het is heel fundamenteel: een klein kwaliteitsverschil kan een enorme economische impact hebben. Dus als Neymar net iets beter is dan een andere speler, vertaalt zich dat niet in net iets meer geld, maar in waanzinnig veel meer geld. Zo werkt een winner-takes-all-markt. Als het werk van één kunstenaar net iets beter in de smaak valt dan dat van een collega, heeft dat tot gevolg dat alle superrijken achter die ene kunstenaar aan gaan en degenen die daar achteraan komen hebben er nauwelijks profijt van.'

Bovendien is de voetballer de afgelopen jaren meer en meer een beroemdheid geworden. Ronaldo, Messi, Neymar, Ibrahimovic en Bale: het zijn merken die in sommige gevallen sterker zijn dan de clubs waarvoor ze uitkomen. 'Wat tot gevolg heeft dat een grote groep rijke partijen achter een klein groepje celebrityvoetballers en -kunstenaars aan zit.'

Superrijken willen het duurste speelgoed en ze hebben het geld ook nog
Rob Jansen, voetbalagent

Eeuwigheidswaarde

Maar het grote verschil tussen voetbal en kunst is natuurlijk dat het een tijdelijk is en het ander voor eeuwig. Hoezeer de Cruijff-turn ook in ons geheugen staat gegrift, je vult er nu geen stadion meer mee. Een voetballer piekt tussen zijn 25ste en 30ste, daarna wordt hij al snel minder goed en daarmee minder waard. Voor een kunstwerk begint het dan pas.

'Een Da Vinci is over honderd jaar nog steeds een heleboel geld waard', zegt Velthuis. 'Een voetballer is over tien of twintig jaar eigenlijk waardeloos.' Wat dat betreft is kunst een redelijk veilige belegging en een voetballer niet. Maar hoe waardevast kunst ook is, Velthuis gelooft niet dat de koper van Salvator Mundi van Leonardo da Vinci bij een eventuele verkoop zijn investering terugverdient. 'Niemand had verwacht dat dat ding 400 miljoen zou opbrengen. Het is een gelukkige samenloop van omstandigheden geweest. Het moet maar net weer gebeuren dat zo veel mensen er zo veel geld in willen steken. Het komt het trackrecord van een kunstwerk ook niet ten goede dat het nu in handen is van een Golfstaat. Dat geeft op het ogenblik niet echt cachet aan zo'n werk.'

Hoe dan ook, in de wedloop tussen voetbal versus kunst, gaat kunst voorlopig nog aan kop (hoewel het veelzeggend is dat Virgil van Dijk meer waard is dan de Zonnebloemen van Van Gogh, zelfs na inflatie). Maar als we Rob Jansen mogen geloven, zal dat niet lang meer duren. 'We gaan naar 500 miljoen toe. Misschien wel binnen twee jaar.' Over wie dat bedrag moet gaan opleveren hoeft Jansen niet lang na te denken: 'Messi.' Natuurlijk, wie anders.

Johan Cruijff ging voor zes miljoen gulden naar Barcelona.Beeld anp