Direct naar artikelinhoud
BuitenlandSoedan

Twee weken van protest tegen Soedanese president: weet Bashir zijn eigen systeem in stand te houden?

Opnieuw zijn er maandag in Soedan mensen de straten opgegaan om het vertrek te eisen van Omar al-Bashir, de 75-jarige president die al aan de macht is sinds 1989. Hij heeft het lang weten uit te houden door een opportunistisch beleid van verdeel en heers.

President Omar al-Bashir.Beeld REUTERS

In de hoofdstad Khartoem probeerden betogers naar het presidentieel paleis te marcheren. Ze riepen volgens ooggetuigen leuzen zoals ‘het volk wil de val van het regime’ en ‘vrijheid, vrede en gerechtigheid’. Een Arabische Lente-achtige opstand was het niet, het aantal demonstranten werd geschat op honderden of mogelijk een paar duizend. Wat wel opvalt: de protesten in het repressieve Soedan houden al bijna twee weken aan.

Ze zullen Bashir nerveus maken, ze vormen misschien wel de grootste uitdaging van zijn bewind sinds hij in 1989 een staatsgreep pleegde. Bashir moet hopen dat zijn politieke overlevingsinstinct hem niet in de steek laat. Hij trotseerde Westerse sancties tegen zijn regime. En een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof wegens genocide in de regio Darfur. En de afscheiding van het olierijke Zuid-Soedan. En economische crises.

De huidige protesten begonnen op 19 december. Bewoners van de stad Atbara, ver ten noorden van Khartoem, lieten hun woede over de verdrievoudiging van de prijs van brood de vrije loop. Vervolgens begon op meerdere plekken in Soedan de roep te klinken om het vertrek van Badshir en zijn corrupte regime.

Bashir belooft in een reactie dat zijn regering meer gaat doen voor de gewone man. Soedans nieuwe begroting is zo opgesteld dat Soedanezen ‘de huidige crisis kunnen doorstaan’, zei hij in een toespraak ter gelegenheid van Soedans onafhankelijkheidsdag – 1 januari, toevallig ook Bashirs verjaardag. Soedanezen kennen dergelijke toezeggingen en vele van hen geloven er niet meer in. Bashirs bewind reageert intussen ook met andere bekende middelen: traangas, rubberen kogels en ‘echte’ ammunitie. Zeker 37 mensen zijn sinds het begin van de protesten gedood volgens Amnesty International, van wie sommige door scherpschutters. Bashirs regering houdt het op 19 doden.

Verdeel en heers

Bashir heeft het als president lang weten vol te houden door een opportunistisch beleid van verdeel en heers onder Soedans etnisch diverse bevolking en binnen het veiligheidsapparaat. Hij speelt machtscentra tegen elkaar uit en hanteert daarbij volop patronagemiddelen. Politiek lijfsbehoud heeft voor hem altijd voorrang gehad op ontwikkeling van het land. Sommige van zijn medestanders in de coup van 1989 hadden een door de strenge Moslimbroederschap geïnspireerde staat voor ogen, maar Bashir was meer gecharmeerd van een wat conventionelere vorm van autocratie. Hij ontdeed zich van wat medestanders, al blijft religiositeit voor hem een handig middel. Soms draagt hij een pak, soms een legeruniform en soms een wit islamitisch gewaad met een witte tulband.

Vraag is nu of zijn aanpak zich gaat wreken. Of Bashir het door hemzelf geschapen systeem, waarin hij zich verlaat op steeds wisselende allianties en loyalisten, in stand weet te houden. De leider van zijn belangrijke paramilitaire groepering Rapid Support Forces, Mohammed Hamad Daqlou, riep vorige week de regering-Bashir op ‘omstandigheden te scheppen voor een waardig leven’ voor de Soedanezen. Daqlou zei dat er een ‘realistische’ oplossing nodig is voor Soedans economische crisis.

Deze crisis vloeit voor een belangrijk deel voort uit de losmaking van Zuid-Soedan in 2011. Dit nieuwe land herbergt tweederde van de olievoorraden die voorheen gezamenlijk werden bestierd. Zuid-Soedan is voor de uitvoer van zijn olie nog wel afhankelijk van pijplijnen in Soedan en moet voor deze uitvoer betalen aan het bewind van Bashir, maar de Zuid-Soedanese burgeroorlog heeft de olie-uitvoer ernstig aangetast. Bashirs Soedan heeft sindsdien de munteenheid, het Soedanese Pond, moeten devalueren. Dit raakt de bevolking, bijvoorbeeld ook in de vorm van gestegen prijzen voor benzine. De weggevallen opbrengsten uit de olieverkoop beperken ook de financiële smeerolie die Bashir kan aanwenden voor zijn politieke patronageapparaat.

Diplomatieke steun

In lijn met zijn opportunistische aanpak heeft Bashir in de afgelopen jaren geldbronnen aangeboord en diplomatieke steun proberen te verwerven in zeer uiteenlopende landen. Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten hebben Bashir geld gegeven. Bashir heeft in ruil Soedanese soldaten naar Jemen gestuurd om er te vechten tegen de Houthi-rebellen die steun krijgen van Iran, een rivaal van Saoedi-Arabië en de Emiraten. Maar deze twee staten zijn niet vergeten dat Bashir ook wel heeft samengewerkt met Iran, en met andere rivalen zoals Turkije en Qatar.

Op echt onvoorwaardelijke steun moet Bashir dus misschien niet rekenen. Er staat voor hem wel veel op het spel, ook omdat hij het enige staatshoofd ter wereld is met een arrestatiebevel tegen zich van het Internationaal Strafhof. Een manier voor Bashir om te voorkomen dat hij in Den Haag belandt, is door te zorgen dat hij koste wat het kost in Soedan staatshoofd blijft.