Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Nederlands onderzoek betekent doorbraak in behandeling baby’s met leukemie

Nieuw onderzoek laat zien dat baby’s met een agressieve vorm van leukemie goed reageren op een middel dat het eigen afweersysteem aanspoort kankercellen op te ruimen. De internationale studie werd geleid door Nederlandse onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie.

Mik Swanen met haar ouders en broertje. Ze genas van een agressieve vorm van leukemie met behulp van het middel blinatumomab.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Bijna alle baby’s die het middel blinatumomab kregen, zijn twee jaar later nog in leven. Tientallen jaren lang slaagden onderzoekers er niet in om de prognose van baby’s met acute lymfatische leukemie (ALL) te verbeteren, een ziekte die jaarlijks in Nederland bij vier baby’s wordt vastgesteld. Driekwart van de patiëntjes heeft een zeer agressieve vorm, veroorzaakt door een beschadiging in het dna van de leukemiecellen. Deze beschadiging – de zogenoemde KMT2A-herschikking – komt veel minder vaak voor bij oudere kinderen en volwassenen met acute leukemie.

Intensieve chemotherapie ruimt de ziekte bij de helft van de baby’s op, maar bij de andere helft keert die razendsnel terug. Bij 90 procent gebeurt dat nog tijdens de behandeling met chemotherapie. Het gevolg: na twee jaar is nog maar 66 procent van de kinderen die de agressieve vorm van leukemie op babyleeftijd kregen in leven. Met de nieuwe studie, die deze week werd gepubliceerd in het gezaghebbende New England Journal of Medicine, is die prognose indrukwekkend verbeterd. Van de baby’s die na de eerste maand chemotherapie een maand lang blinatumomab via een infuus kregen toegediend en daarna weer doorgingen met standaardchemotherapie, is 93 procent twee jaar na de diagnose nog in leven.

Effectiviteit

Blinatumomab is een vorm van immuuntherapie die tweeledig werkt. Aan de ene kant werkt het via een oppervlakte-eiwit met de naam CD-19, dat op veel leukemiecellen zit. Aan de andere kant bindt zich aan een afweercel, een T-cel, die vervolgens zelf in staat is de leukemiecel een dodelijke tik toe te dienen. Kinderoncoloog en klinisch farmacoloog Inge van der Sluis van het Prinses Máxima Centrum leidde de studie naar de veiligheid en werkzaamheid van blinatumomab bij baby’s met ALL. ‘Het is echt fantastisch dat we nu ook bij baby’s met ALL zo’n grote vooruitgang hebben geboekt. Blinatumomab werd al bij oudere kinderen en volwassenen ingezet als aanvulling op chemotherapie. Nu weten we dat ook baby’s het middel goed verdragen en zelfs minder bijwerkingen hebben dan oudere kinderen.’

Er is één kuur van vier weken nodig en die kost 24 duizend euro per kind. Bij volwassenen kost dezelfde kuur eenmalig 72 duizend euro. De studie kwam tot stand met twee sponsors: het Prinses Máxima Centrum zelf en farmaceut Amgen, die de medicijnen leverde.

De nieuwe studie is weliswaar klein: tussen 2018 en 2021 werden dertig kinderen in negen landen behandeld met de combinatie van blinatumomab en chemotherapie. De onderzoekers vergeleken de resultaten met die van 214 kinderen die in de jaren daarvoor waren behandeld met alleen chemotherapie. De resultaten zijn evenwel zo opzienbarend dat blinatumomab nu wereldwijd standaardtherapie wordt voor baby’s met een KMT2A-herschikking. Dat gebeurt in een vervolgstudie met 160 baby’s met ALL in 27 landen: de onderzoekers willen nu weten of de immuuntherapie de chemotherapie voor een deel kan vervangen, en of een extra behandeling met blinatumomab nóg effectiever is.

Kanttekening

Ook Jan Cornelissen, hoogleraar hematologie aan het Erasmus MC in Rotterdam, spreekt van een ‘belangrijke studie’. Als onafhankelijk expert, niet betrokken bij het onderzoek, bekeek hij voor de Volkskrant de resultaten. Op basis daarvan zou hij het liefste zien dat álle kinderen met het oppervlakte-eiwit CD-19 op de leukemiecellen blinatumomab zouden krijgen. ‘Wat deze studie vooral sterk maakt, is het feit dat de kans op terugkeer van de ziekte fors kleiner is geworden. Voorheen kwam de leukemie bij de helft van de kinderen terug, nu is dat risico nog maar 15 procent. Dat is een dramatisch verschil.’

Toch is er nog wel een kanttekening te maken, zegt Cornelissen. ‘De kinderen die konden deelnemen aan dit onderzoek, moesten eerst de traditionele behandeling met chemotherapie ondergaan. Niet alle kinderen overleven die periode.’

Ook is er nog een andere hobbel te nemen: ‘Als de ziekte ondanks deze behandeling toch terugkeert, zie je vaak dat de kanker zich in het centraal zenuwstelsel heeft genesteld: het hersenvocht of het ruggemerg. Omdat blinatumomab tegengehouden wordt door de bloed-hersenbarrière, die voorkomt dat het middel op die plekken wordt opgenomen, zullen we voor die patiënten andere geneesmiddelen moeten vinden.’

Ernstig zieke baby Mik is nu blakende kleuter

‘Ze ziet wel een beetje bleek’, kregen Frank en Ellen Swanen weleens te horen als belangstellenden een blik op hun kindje in de wieg wierpen. De ouders schoten dan in de lach. Tja, rode haren: niet zo gek, toch? Het ging gewoon goed met dochter Mik: ze was een alerte, vrolijke baby.

Maar na een maand of zes veranderde dat. Mik kreeg vaak zomaar koorts. Het leek alsof ze een griepje had dat maar niet wegging. En ja, was haar gezichtje bij nader inzien toch niet érg wit? ‘We zagen ook dat ze vermoeid raakte’, vertelt haar moeder, Ellen Swanen. ‘Opeens sliep ze overdag wel zeven uur, terwijl dat eerst maar twee uur was.’

Na bloedonderzoek in het Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg ging de telefoon al toen ze nog maar nauwelijks thuis waren. Frank Swanen: ‘We kregen het verzoek om direct terug te komen. Toen we opgewacht werden door een batterij artsen, wisten we dat het mis was.’

Mik bleek leukemie te hebben – en dan ook nog de agressieve vorm, waarbij er sprake is van een KMT2A-herschikking. De behandeling startte nog diezelfde avond, maar dan in het Prinses Máxima Centrum, waar alle zorg en onderzoek rond kinderkanker in Nederland is geconcentreerd. Al tijdens de vierweekse behandeling knapte ze op.

Inmiddels is Mik een blakende kleuter van 4. De leukemie is weg. Het gaat super, zegt vader Frank Swanen. Moeder Ellen Swanen: ‘Ik durf nog niet te zeggen dat het goed gaat. Ik zeg altijd: so far so good.’ Ze lacht. ‘Zelf heeft Mik trouwens al grote toekomstplannen: ze vertelde me laatst dat zij later óók een baby in haar buik wil.’