Direct naar artikelinhoud

U wilt een elektrische fiets kopen, waar op te letten?

Nederland geldt als een fietsland bij uitstek. En de corona-pandemie heeft dat nog aangejaagd; vorig jaar steeg de verkoop van elektrische fietsen met ruim 30 procent, naar 547.000 stuks. Hoe kies je uit het enorm diverse aanbod de juiste?

U wilt een elektrische fiets kopen, waar op te letten?
Beeld Sophia Twigt

AD, Consumentengids en Kampioen. Ziedaar de drie titels die elk voorjaar een speciale uitgave wijden aan de e-bike. Om even aan te geven in welk umfeld de elektrische fiets zich bevindt. Toch is er veel veranderd sinds de elektrische fiets e-bike ging heten, ergens rond de afgelopen eeuwwisseling. Met in Nederland VanMoof als aanjager verschijnen er namelijk ook, vooral in stedelijke omgevingen, nieuwe bedrijfjes die een e-bike maken en zich daarmee succesvol positioneren in de veel hippere hoek van het fietsenspectrum. Een fiets maken is niet meer zo heel ingewikkeld, nu van overal ter wereld onderdelen ervoor kunnen worden ingevlogen. Een goede fiets maken blijft onverminderd een ambacht, waarbij aan een e-bike nog extra eisen worden gesteld, simpelweg omdat zo'n fiets doorgaans sneller rijdt, zwaarder is en in de basis afhankelijk is van elektronica.

Inmiddels is er bijna geen merk meer dat niet ook fietsen met trapondersteuning fabriceert. Het aanbod is niet alleen overweldigend, het is ook overweldigend divers. Waarop moet je letten bij het kiezen uit dat aanbod?  

Welk model (welk doel)?

Oftewel: wat ga je doen met die nieuwe fiets? Wil je ermee op en neer naar je werk, wil je er dagtochten mee maken, wil je er de wereld mee rondfietsen? Wil je dat rechtop zittend doen of vind je het prettiger licht of nog verder voorovergebogen te zitten? Dat zijn eigenlijk de belangrijkste vragen bij het kopen van een fiets, en dus ook van een e-bike. Koop je een sportieve fiets en zet je daarvan vervolgens het zadel laag en het stuur heel erg hoog, om lekker rechtop te kunnen zitten, dan ben je gevaarlijk bezig. Die sportieve fietsen zijn erop gemaakt het lichaamsgewicht deels op het stuur (de voorkant van de fiets) te laten rusten. Doe je dat niet, dan stuurt de fiets veel te licht en in combinatie met de snelheid van een e-bike kan dat behoorlijk gevaarlijk zijn.

E en elektrisch

In 1985 bracht fietsenfabrikant Sparta in Nederland de Spartamet op de weg. Dat was een fiets met een op benzine draaiende hulpmotor, waarop je, als je wilde, niet hoefde te trappen. Die fiets verdween in 1999, waarna de Apeldoornse fabrikant in 2013 nog een Spartamet uitbracht met een elektrische hulpmotor. Daarop kon je zonder te trappen 20 km/u per uur halen. Hielp je de motor met je benen op de pedalen, dan kon je harder. De huidige e-bikes werken allemaal volgens een ander principe en heten daarom officieel fietsen met trapondersteuning: de mate van ondersteuning die de elektromotor levert, wordt (mede) bepaald door de trapkracht die de berijder levert en moet wegvallen als de snelheid hoger wordt dan 25 km/u.

Welke motor?

In de begindagen werd er veel gediscussieerd over de motor van een e-bike. Niet zozeer over het vermogen ervan – dat is wettelijk begrensd – maar wel over de positie: in het achterwiel, in het voorwiel of in het midden, bij de pedalen. Goedkopere modellen hebben de motor nog in het voorwiel, met daaraan gekoppeld een rotatiesensor. Dat wil zeggen: zodra de motor merkt dat de pedalen bewegen, geeft-ie zijn volle vermogen af. De middenmotor werkt met een krachtsensor: hoe meer kracht je zelf levert, hoe meer kracht de motor levert. Dat geeft een ‘natuurlijker’ fietsgevoel. Wat prettiger is? Maak een proefrit! 

Welke accu?

Net als bij elektrische auto’s bepaalt de capaciteit van de accu voor een belangrijk deel de prijs van de fiets. Bedenk dus goed wat je wilt gaan doen met de fiets. Voor elke dag 10 kilometer op en neer naar je werk volstaat een bescheiden accu (250-300 Wh). Voor een dagtocht van 75 kilometer niet. En voor een fietsvakantie in bergachtig gebied heb je wellicht zelfs twéé zware accu's nodig (1.000-1.500 Wh). De Consumentengids berekende bij zijn recente uitgebreide tests dat je voor 100 Wh tussen de 100 en 200 euro betaalt. De actieradius van de kleinste accu (250 Wh) bedraagt bij gemiddelde omstandigheden en met gemiddeld fietsgedrag 35 kilometer. Maar de afwijkingen kunnen groot zijn, afhankelijk van onder meer weersomstandigheden en gewicht en rijgedrag van de fietser. En bedenk tijdig of het noodzakelijk is de accu uit de fiets te kunnen halen voor het opladen. Veel vooral uiterlijk sexy fietsen ontberen die mogelijkheid. 

Hoge snelheid

Buiten beschouwing blijft hier de zogeheten speed-pedelec. Dat is een fiets die tot 45 km/u trapondersteuning biedt, verzekerd moet zijn, een helm vereist en vaak niet op het fietspad mag.

Welke onderdelen?

Een e-bike is fors zwaarder dan een gewone fiets en rijdt doorgaans sneller. Dat betekent dat goede, vaak iets bredere, banden  noodzakelijk zijn – dat maakt tegelijk een verende voorvork eigenlijk overbodig. Ook de remmen moeten excellent zijn. Wat niet wil zeggen dat dat per se de zo populaire schijfremmen moeten zijn; er bestaan heel goede blokjesremmen. Pas wel op met goedkope merken die schermen met ‘Shimano’. De Japanse fabrikant maakt uitstekende onderdelen, maar levert ook heel goedkope, die minder geschikt zijn voor e-bikes.

Riem of ketting?

De kunststof aandrijfriem in plaats van de oude vertrouwde ketting is populair. Begrijpelijk: hij verzamelt en genereert minder vuil dan een ketting, is lichter en heeft minder onderhoud nodig. Hij maakt de fiets wel meteen een stuk duurder, mede omdat hij een naafversnelling vereist in plaats van een derailleur. 

Welke ondersteuningsstanden en versnellingen?

Net als elektrische auto’s hebben e-fietsen vaak diverse ondersteuningsstanden: eco, normaal, ‘high’ en soms zelfs nog meer. Tja, het scheelt wat, maar veel maakt het allemaal niet uit. Geef daar geen extra geld aan uit. Hetzelfde geldt voor versnellingen. Zeker wie vooral in de stad fietst (woon-werk), heeft eigenlijk aan twee versnellingen genoeg: een om te vertrekken vanuit stilstand en een om verder te fietsen. De rest wordt immers verzorgd door de trapondersteuning. Maar omdat net als elektrische auto's de meeste e-bikes nog ‘gedacht’ zijn vanuit traditionele fietsen, zitten er vaak te veel versnellingen op. Dus altijd meer dan genoeg. 

Online of bij een winkel?

Een proefrit is essentieel, dus als een onlineverkoper die mogelijkheid niet biedt: niet doen. Verder behoeft een e-bike niet zelden service en dan is het prettig die dichtbij geleverd te krijgen en niet via het postafhaalpunt. 

Tot slot

Onderbelicht aspect: heeft de fiets een usb-aansluiting? Wie zijn telefoon gebruikt als navigatieapparaat, merkt hoe snel die functie de telefoon leeg trekt. En als je dan een energiebron tot je beschikking hebt waarop je je telefoon niet kunt aansluiten, sla je jezelf voor je kop. En over die kop gesproken: ben je geen doorgewinterde fietser en ga je opeens een e-bike berijden: zet een helm op.