Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Traditionele gezinsopvattingen leiden tot ‘kindboete’ voor jonge moeders

De inkomensdaling van jonge moeders is vooral het gevolg van traditionele opvattingen over de rolverdeling thuis, blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau.

Traditionele gezinsopvattingen leiden tot ‘kindboete’ voor jonge moeders
Beeld Marcel van den Bergh

Nederlandse moeders leveren na het krijgen van een kind een fors deel van hun inkomen in. Tot zeven jaar na de geboorte verdienen zij 46 procent minder dan seksegenoten zonder kinderen, terwijl het inkomen bij mannen gelijk blijft. Volgens het CPB leggen stellen die zogenoemde ‘kindboete’ grotendeels aan zichzelf op. 

Dat jonge moeders van de inkomens- en carrièreladder kukelen, komt doordat zij minder gaan werken. 67 procent werkt een jaar na de geboorte van het eerste kind in deeltijd, terwijl 9 op de 10 mannen hetzelfde aantal uren werkt. Het CPB onderzocht twee mogelijke verklaringen daarvoor: de toegang tot kinderopvang en sociale normen.

Sinds de invoering van het nieuwe kinderopvangstelsel nam in verschillende gemeenten de beschikbaarheid van kinderopvang toe. Dat had weliswaar een positief effect op het inkomensverlies van moeders, van 6,5 procent, maar een veel groter deel bleef onverklaard.

Aan dat deel liggen waarschijnlijk sociale normen ten grondslag. ‘We hebben subgroepen vergeleken die verschillende opvattingen hebben over de verdeling van arbeid en zorg’, legt onderzoeker Egbert Jongen uit. ‘En dan zie je dat verschillen in de inkomensdaling sterk samenhangen met die opvattingen.’

Zo is de ‘kindboete’ bij vrouw-vrouwstellen bijna eenderde kleiner dan bij moeders in heterorelaties. Hij is juist hoger bij moeders in gemeenten waar het bezoek aan religieuze bijeenkomsten hoger ligt. Het CPB keek ook naar migratieachtergronden en zag dat vrouwen met Surinaamse en Antilliaanse wortels meer uren blijven werken dan moeders zonder migratieachtergrond. Moeders met wortels in Marokko of Turkije stopten vaker met werken.

De bevindingen laten zien dat het moeilijk is om de inkomensdaling met beleid te veranderen. Jongen: ‘Het is daarom belangrijk dat stellen beseffen wat de consequenties zijn van de keuzes die zíj maken.’