Plezante pompoenen in Kasterlee
De Belgische plaats Kasterlee heeft geen Halloween nodig om plezier te hebben van pompoenen. Fotograaf Pauline Niks bezocht de pompoenpapeters.
Begin jaren negentig, als vrijwilliger bij een maandblad, belegden we elk najaar een redactieweekend in een huis in Amersfoort, op het moment dat de bewoners in hun moestuin de pompoenen hadden geoogst. Wat heet: ze verzopen erin. Dus aten we drie dagen pompoenbrood, pompoenspread, pompoencake, pompoensoep en pompoenstamppot, tot we geen pompoen meer konden zeggen. Denkend aan Amersfoort zie ik dikke pompoenen traag door oneindige pompoensoep gaan.
Maar dan Kasterlee. In het dorp in de Belgische Kempen was pompoenpap rond 1700 dé kermiskost. Was de aardappeloogst mislukt, dan was er altijd nog pompoen. In Kasterlee (slogan: ‘uw avontuur ligt in onze cultuur’) gaat het verhaal dat in 1747 weduwe Van den Kieboom haar kozijn (neef) Van Griensven uit Turnhout en haar schoonbroer pastoor van Pulle uitnodigde om ‘de pompoenen en de lemoenen te comen helpen eten op onze kermisse’. Pastoor Johannes de Vos schreef in de 16de eeuw: ‘De mannen van Kastel eten pompoenpap, d’anderen vreten bonen.’
De pompoenpapeters maakten van de nood een deugd. Oktober Pompoenmaand overtreft alle halloweenclichés. Denk alleen al aan de pompoenregatta − een kajakwedstrijd in uitgeholde pompoenen. De grootste oranje vrucht wint de wedstrijd van het Pompoengenootschap, dat een pompoenenlied componeerde: Reuze pompoenen greuen in maanen hof / Gruiter dan m’n buren da vind ’k wel tof / De gruitste van heel Kaastel, dat is toch zoe schoën / Ma de grootste van Europa, dat is waar da ’k ik van dreum.
Is het een idee voor Amersfoort?