Direct naar artikelinhoud
BeschouwingBoekenweekthema

Goedenavond ­dames en heren, ik ben moeder geworden!

Goedenavond ­dames en heren, ik ben moeder geworden!
Beeld Typex

Het Boekenweekthema De moeder de vrouw is weggezet als ‘oubollig’. Cabaretier – en moeder – Katinka Polderman waagde zich ook niet aan het onderwerp, maar betreurt dat nu.

Er is een hoop kunst gemaakt over het moederschap. Maar meestal gaat het dan over moeders en ligt het perspectief bij het kind of een andere omstander. Wie zoekt naar werk dat de wereld bekijkt door de ogen van de moeder, vindt veel minder. En het lijstje kunstuitingen die ook nog eens daadwerkelijk door een moeder zijn gemaakt, is al helemaal kort.

Natuurlijk, tot een kleine honderd jaar geleden hadden vrouwen, en dus ook moeders, niet echt een stem in de kunst. Kinderen moesten ze maken, en soep, geen schilderijen en boeken. Ze hebben dus heel wat in te lopen op de enorme berg creaties die mannen door de eeuwen heen hebben weten te fabriceren. Maar ik heb het idee dat er nog een andere oorzaak is voor de karige hoeveelheid moederkunst.

Het lijkt erop dat het moederschap een onderwerp is dat makers die ook moeder zijn eerder uit de weg gaan dan omarmen.

In 2016 werd ik zelf moeder én moest ik mijn vijfde cabaretvoorstelling maken. Moeder worden is niet iets dat je even gauw-gauw vóór de koffie doet, waarna je overgaat tot de orde van de dag. En hoewel in de kunst over het algemeen de formule Grote Levensgebeurtenis = Kunstwerk van toepassing is, voelde het moederschap voor mij niet als een legitieme inspiratiebron. Was het om bijvoorbeeld een verhuizing, scheiding of sterfgeval gegaan, dan had ik die gebeurtenis gebombardeerd tot fijne rode draad voor mijn nieuw te maken show. Maar het moederschap voelde eerder als een hindernis, een mijnenveld waar ik beter ver uit de buurt kon blijven. En áls ik al voorzichtig een idee begon uit te werken dacht ik na drie woorden: ‘Ach. Dit heeft Kaandorp in haar voorstelling En Vliegwerk al gedaan.’ Voor zover ik weet is zij de enige die het moederschap met succes in een cabaretvorm heeft weten te gieten.

Sowieso is het al een hachelijke onderneming om vrouw te zijn in het cabaret. Want vrouwen zijn niet grappig, wordt gezegd. Laat ik dat misverstand meteen maar met één ferme swaffel (jazeker, na anderhalf jaar borstvoeden kan ik dat nu ook) van tafel vegen: ook mannelijke cabaretiers zijn soms niet-origineel, niet-intelligent, flauw of voorspelbaar. Punt is alleen dat hun gebrek aan originaliteit en intelligentie, hun flauwte en voorspelbaarheid wordt geweten aan een gebrek aan originaliteit en intelligentie, aan flauwte en aan voorspelbaarheid. Als vrouwen niet-origineel, niet-intelligent, flauw of voorspelbaar zijn, dan ligt dat aan het feit dat ze vrouw zijn.

Goed, dan is dat duidelijk, kunnen we verder. De schroom om mijn eigen moederschap een rol te geven in mijn voorstelling, daar hadden we het over.

Waarom klinkt de openingszin ‘Goedenavond dames en heren, ik ben weer vrijgezel’ me in de oren als het begin van een heerlijke theateravond en denk ik bij ‘Goedenavond dames en heren, ik ben moeder geworden’ aan een lange lange lange avond die voelt als een eeuwige rit door de Westerscheldetunnel, een avond vol gekeuvel over banaliteiten als nachtvoedingen en de eerste tandjes?

Is dat doordat we gewend zijn vooral met de triviale kanten van het moederschap geconfronteerd te worden – in oppervlakkige boekjes van kersverse BN-moeders die denken het gat dat het zwangerschapsverlof in hun bankrekening geslagen heeft te kunnen dempen met de opbrengsten van een totaal overbodig boekje vol gekeuvel en clichés, geschreven vanuit hormonale verblinding en een beroerde inschatting van de eigen importantie, cadeau gegeven aan jonge ouders door hun ergste vijanden – dat we zijn gaan denken dat het moederschap ook triviaal ís?

Wat dat betreft, vond ik het veelzeggend dat er, toen de CPNB het boekenweekthema De moeder de vrouw bekendmaakte, een horde schrijvers en anderen uit het boekenvak in een ingezonden brief liet weten het thema ‘oubollig’ te vinden. Wat nou als het thema De vader de man was geweest? Hadden ze dat dan ook oubollig gevonden? Of De moeder de hork? Of De HR-manager de vrouw?

In welk deel van het thema zit hem nou de oubolligheid? vroeg ik me af. Ik zou me kunnen voorstellen dat de schrijvers het idee hadden dat de CPNB door dit thema te kiezen vrouwen reduceert tot de moederrol. Maar het moederschap is gewoon een van de rollen van een moderne vrouw. Niets om te ontkennen, niets om je voor te schamen. En wanneer ik in mijn kennissenkring zie dat er heel wat ‘vaders de mannen’ zijn die het vaderschap ontlopen door weg te vluchten in een jonger blaadje of in ander eigenbelang, dan blijkt het moederschap plots rauw, instinctief en heroïsch te zijn.

Of hadden de briefschrijvers het vooral over hun eigen vintage associatie met De moeder de vrouw? Waarschijnlijk het beeld van een plompe vrouw in een gebloemde schort die met een dampende trog tot beigekleurige moes gekookte bloemkool voor haar borst haar twaalf kinderen bijeen roept voor het met dubbeltjes en stuivers bijeengeschraapte avondmaal in een tochtige bovenwoning. Maar een oubollig beeld maakt nog geen oubollig thema.

Misschien is het moederschap juist een prachtig thema, maar vertroebelen de lelijke clichébeelden onze blik. Misschien moeten we weg van de bakerpraatjes en het gekoediekoedie, van de roze wolk én van de – altijd gniffelend als een enorm originele bekentenis gebrachte – bewering ‘het is allemaal geen roze wolk hoor’. Want het moederschap is zo veel meer, zo veel interessanter en zo veel prikkelender. In de beeldende kunst hebben ze dat al aardig goed begrepen. Zo maakte Cecilia Jonsson in haar installatie Haem een kompasnaald waarin ijzer uit placenta’s is verwerkt en maakte Csilla Klenyánszki een serie foto’s van sculpturen die (zowel sculptuur als foto) moesten worden gefabriceerd in het half uurtje dat haar zoon sliep.

En die vijfde voorstelling? Met veel moeite heb ik het moederschap er grotendeels buiten weten te houden. En nu vind ik dat jammer. Een gemiste kans. De moeder verdient een serieuze, originele stem in de kunst, juist om te laten zien dat het geen triviaal of oubollig onderwerp is.

Daarom: vrouwelijke kunstenaars, schroom niet! Buit je moederschap uit. Pastelkleuren zijn verboden, tenzij ze ironisch worden gebruikt. Opdat nieuwe beelden, klanken en woorden de clichés en banaliteitjes verdringen en het moederschap de grootse ereplaats in de kunsten krijgt die het verdient.