Direct naar artikelinhoud
Column

Ach, 1996! Nergens Pim Fortuyns, T. Baudets en Jan Dijkgraafs te bekennen

Ach, 1996! Nergens Pim Fortuyns, T. Baudets en Jan Dijkgraafs te bekennen

Zoals ze in Frankrijk het revolutielied de Marseillaise hebben, zo hebben wij straks 15 miljoen mensen. Dat hoopt Jan Dijkgraaf tenminste, sinds kort de zelfbenoemde voorman van de gele hesjes afdeling Nederland. Afgelopen zaterdag was de eerste bijeenkomst van de gele hesjes in Den Haag, waar tachtig mensen het strijdlied aanhieven. Dirigent Dijkgraaf hoopt dat er vanaf nu wekelijks 15-miljoen-mensendemonstraties komen, zei hij woensdag in de Volkskrant.

Dijkgraaf was heel vroeger sportjournalist en later de hoofdredacteur die weekblad HP/De Tijd naar het graf ­begeleidde. Vorig jaar zag hij een politieke carrière jammerlijk mislukken: nul zetels met GeenPeil. Maar nu heeft hij gelukkig een nieuwe uitdaging gevonden. Voorman van 15 miljoen mensen.

Het lied 15 miljoen mensen werd in 1996 geschreven als reclame voor de Postbank. Die werd dertien jaar later opgeheven. De verwarrende tekst was van copywriter Frank Pels, ­tevens bekend van ‘Dat zég ik, Gamma’. Dat het lied 22 jaar later de hymne van het grote verlangen naar 1996 zou worden, had Pels ook niet verwacht. Eigenlijk zou het lied nu 17 miljoen mensen moet heten, maar dat zingt niet lekker. Of Dijkgraaf heeft er alvast de economische vluchtelingen die er sinds 1996 zijn bijgekomen vanaf getrokken.

Zo’n goed jaar was 1996 trouwens ook weer niet. Zo stond 15 miljoen mensen drie weken op 1 in de hitparade.

Volgens Dijkgraaf waren de gele hesjes in Den Haag ­tegen van alles en nog wat (‘EU, Mark Rutte, Marrakech, ziekenhuisprivatiseringen’) maar vonden ze elkaar in een diep heimwee ‘naar het land van 1996’. Opmerkelijke ontwikkeling. Voor Koot en Bie lag het geluk voor het oprapen in de jaren veertig, Pim Fortuyn zag de jaren vijftig als het nationale hoogtepunt en voor veel babyboomers is er nooit meer iets beters gekomen dan de jaren zestig. Vervolgens pleit T. Baudet voor terugkeer naar de 19de eeuw en komt Dijkgraaf ineens met een reuzensprong met 1996 op de proppen!

Waarom? Dijkgraaf: ‘Lees de tekst.’ Hij noemt met name ‘gordijnen die altijd open zijn’ en ‘niemand die droog brood eet’ als de centrale gelukspunten van 1996. Bovendien betekent volgens hem de refreinzin ‘die laat je in hun waarde’ dat de kloof tussen overheid en burger destijds een stuk minder groot was. ‘Een fiets staat nergens veilig’ (het wemelde van de junks, in 1996) en ‘geen hond die van een goot weet’ (beesten scheten maar raak, in 1996, en opruimen ho maar) liet hij wijselijk buiten beschouwing.

In Parijs hoorde je zaterdag regelmatig de Marseillaise voorbijkomen: ‘Aux armes, citoyens / Formez vos bataillons / Marchons! Marchons!’ Heel wat anders dus dan ‘Land van 1000 meningen / Het land van nuchterheid / Met z’n allen op het strand / Beschuit bij het ontbijt’. Andere levensinstelling, ander revolutionair elan, ander land.

Sybrand Buma verklaarde deze week dat hij de gele hesjes aan de Klimaattafels wil laten meepraten, en nu weet hij wat hij kan verwachten. Een zingende horde met ­diverse klachten, Jan Dijkgraaf voorop; 15 miljoen mensen die net als in 1996 de binnenstad in willen met hun ­rokende Mercedes diesel en geen trek hebben in betutteling met warmtepompen en zonnepanelen.

Ach, 1996! Nergens Pim Fortuyns, T. Baudets en Jan Dijkgraafs te bekennen.

Zelf zou ik trouwens Het Land Van van Lange Frans en Baas B als strijdlied hebben gekozen. ‘Het land waar ik blijf, vind het er heerlijk / Eerlijk. Terug naar 2005!